Aardwarmte is de duurzame energie van de toekomst

Geothermie Aardwarmte krijgt een grote rol in de energieopwekking. Tuinders besparen er al gas mee, maar het gaat pas hard als meer huizen op warmtenetten zijn aangesloten.

Illustratie Roland Blokhuizen

Elk uur driehonderd kubieke meter zout water, van bijna 80 graden Celsius. Dat zijn twaalf vrachtwagens vol. Zoveel zout water wordt dag in, dag uit opgepompt bij één enkele put in het Noord-Hollandse Middenmeer. En al dat water gaat weer via een andere buis, flink afgekoeld, onder druk terug de grond in. Zo’n twee kilometer diep.

„Een gigantische hoeveelheid”, zegt Robert Kielstra als hij bij het buizensysteem aankomt. Het kassengebied bij Middenmeer, zo’n 400 hectare groot, wordt deels door geothermie, ofwel aardwarmte, op temperatuur gehouden. Daardoor is er een kwart minder gas nodig. En daarvoor zijn drie productie- en injectieputten nodig, die per tweetal een doublet worden genoemd.

Die doubletten gaan we waarschijnlijk vaker zien in Nederland, want geothermie wordt een belangrijke rol toegedicht in de verduurzaming van de energieproductie. Kielstra, directeur van het lokale energiebedrijf en netbeheerder ECW, noemt de grote hoeveelheden water om een indicatie te geven van de complexiteit. „Sinds vijf jaar gebruiken we hier het warme water uit de bodem. Op een aantal momenten dachten we de pioniersfase wel achter de rug te hebben, maar we zitten nog steeds in een leercurve.”

De tuinders, die de warmte van ECW afnemen, spelen tot nog toe de grootste rol in de ontwikkeling van geothermie. Inmiddels telt Nederland ruim twintig doubletten, bijna allemaal op initiatief van tuinders aangelegd.

Als het aan het kabinet ligt, blijft het daar niet bij. In het jaar 2050 mag het land ook in de energieopwekking geen broeikasgassen meer uitstoten, en „met alleen zon en wind redden we het niet”, zei directeur-generaal Sandor Gaastra van Economische Zaken en Klimaat vorige week op een geothermie-congres in Den Haag. Geothermie kan een belangrijke rol gaan spelen, vertelde Gaastra zijn internationale publiek, maar alleen als het aantal warmtenetten (stadswarmte) de komende jaren verveelvoudigt. „Wij zijn hier bedorven door een overvloed aan gas.”

Illustratie Roland Blokhuizen

Verwarmde huizen

De uitgangspositie is aantrekkelijk. Elke honderd meter dat je de bodem dieper ingaat, wordt het water drie graden warmer. Wie twee kilometer boort, treft water van bijna 80 graden, warm genoeg om kassen en huizen te verwarmen. Een derde van de energie in Nederland wordt gebruikt voor warmte. Deels voor de verwarming van huizen of douchewater, deels voor industrieel gebruik.

„Onze ambitie is om in 2025 op 75 doubletten te zitten, een ruime verdriedubbeling dus”, zegt voorzitter Frank Schoof van het Platform Geothermie, dat producenten, toeleveranciers, afnemers en publieke partijen bundelt. In 2050, het jaartal dat topambtenaar Gaastra noemde, ligt de ambitie zelfs op 700 putten.

Schoof rekent voor: „In de voorstellen voor het klimaatakkoord gaan we ervan uit dat de helft van de huizen dan is aangesloten op een warmtenet. Wij denken dat de helft van de benodigde warmte voor die netten dan van geothermie komt.” Meer dan de helft ligt niet voor de hand, omdat je een put in de zomer niet kan uitzetten. De aardwarmte zorgt altijd voor de basis van de warmtevoorziening, de pieken – bijvoorbeeld in de winter – moeten op een andere manier worden ingevuld.

Schoof: „We hebben echt de steun van de politiek nodig. Natuurlijk, de sector moet verder professionaliseren, meer standaardiseren en minder afhankelijk van subsidie worden. Maar zonder de komst van meer warmtenetten komen er geen klanten – en dat hebben wij als sector niet in de hand.”

Om geothermie in Nederland naar een hoger plan te tillen, schuift minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat, VVD) staatsbedrijf Energie Beheer Nederland (EBN) naar voren. Dat kijkt nu bij alle gas- en olieboringen in Nederland mee, en neemt in tweehonderd gevallen ook financieel deel. Wie vanaf volgend jaar, als de Mijnbouwwet is aangepast, wil boren naar warm water, wordt vermoedelijk verplicht eerst EBN op de koffie te vragen.

„Momenteel zijn we bezig om onze rol daarbij concreet in te vullen”, zegt Eveline Rosendaal, programma-manager geo-energie bij EBN. „Die verplichting om EBN uit te nodigen geldt nu al bij olie- en gasboringen, en wij beslissen vervolgens of we meedoen aan een project.”

Voor de komende vijf jaar heeft Wiebes 50 miljoen euro uitgetrokken. Dat geld kan EBN inzetten bij projecten. Het lijkt niet zoveel – een doublet kost 15 tot 20 miljoen euro – maar met deelneming van EBN kan een exploitant een veelvoud aan vreemd vermogen aantrekken.

Witte plekken

Op dit moment zijn bij EBN zo’n twintig mensen aan de slag met geothermie. Rosendaal: „We hebben in Nederland nog witte plekken wat onze kennis van de diepe ondergrond betreft. En niet elke laag is geschikt om daaruit water te winnen. Voorbeeld van zo’n witte plek is de lijn van Haarlem, Amsterdam, Utrecht naar Nijmegen waar veel mensen wonen en een grote warmtevraag is.”

Zonder zicht op de diepe ondergrond weet je niet of er (efficiënt) warm water is te winnen. In gebieden waar ooit naar olie of gas is geboord, zoals Noord-Nederland en Zuid-Holland, is die kennis er wel. Rosendaal: „We zorgen ervoor dat gemeenten, provincies en bedrijven de data krijgen waarmee zij keuzes voor de toekomst kunnen maken.” In 2021 moet elke gemeente voor elke wijk een transitieplan klaar hebben liggen.

Niet alleen de aanwezigheid van winbaar water zal voor de lokale politiek van belang zijn. Want hoe zit het eigenlijk met het risico op aardbevingen als er zo diep wordt geboord? Geen wethouder wil bij de aanleg van een warmtenet Groningse problemen in huis halen.

„Alles wat je momenteel in de ondergrond doet, krijgt extra aandacht. En terecht”, zegt Rosendaal van EBN. „Maar je moet het wel in proporties zien: Groningen is een heel groot gasveld dat inmiddels heel leeg is. Daar zijn de drukverschillen groot. Bij aardwarmte is de winning veel lokaler. Bovendien zijn de mechanismes in de ondergrond anders, omdat je het afgekoelde water ook weer terugstopt.”

Toezichthouder Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) constateerde eerder al dat nogal wat ‘warmwaterputten’ niet de kwaliteit hebben die ze gewend zijn bij olie- en gasboringen. Er zijn meer problemen bij de winning en er is meer onderhoud nodig.

„Bij geothermie heb je te maken met zout water, dat corrosie veroorzaakt, en bij lekkage kan vermenging optreden tussen zoet en zout grondwater. Dat mag niet en is voor de drinkwatervoorraad zeer onwenselijk”, zegt sectorleider Robert Mout van SodM. „Een ander groot verschil is dat olie en gas vanzelf uit de grond komen bij een boorput, maar water moet je pompen. En zo’n pomp, die honderden meters in de grond zit, kan in de put ook weer voor beschadigingen zorgen”. Maatregelen ter voorkoming van corrosie zorgen natuurlijk voor extra kosten.

Ook Mout merkt dat veel mensen kritischer zijn geworden door de gebeurtenissen in Groningen. „Winning van delfstoffen is niet zonder risico in Nederland. Dat geldt ook voor aardwarmte. Het besef dat er risico’s aan kleven, dat het een industriële activiteit is, willen we bij elk bedrijf terugzien.”

Die kritische blik geldt niet alleen voor bedrijven. Mout: „Wij waken over de veiligheid, ook als een gemeente of provincie de leiding heeft en dus de operator is. En het is voor niemand leuk als we bijvoorbeeld tegenover een gemeente komen te staan. De wet eist dat er voldoende expertise is. Dat is een punt van zorg bij ons.”

Lees ook: Zorgen over bevingen bij project voor aardwarmte

Zout op slakken

In het kassengebied van Middenmeer is de SodM ook bij energiebedrijf ECW frequent te gast. Kielstra: „Soms ging het om een verschil van mening, soms vond ik dat ze zout op slakken legden, maar ik heb ook zeker meegemaakt dat we dachten: hoe hebben we dat over het hoofd kunnen zien?”

Inmiddels heeft ECW, met dertig man in dienst, vijf doubletten werken. In april bezochten de koning en minister Wiebes twee doubletten voor tuinders in het nabijgelegen Andijk. Met andere gemeenten is het energiebedrijf in gesprek om warmtenetten te gaan bedienen. Kielstra snapt de zorgen van SodM. „Voor een windmolen kan je naar één contractor gaan die alles regelt. Bij geothermie hebben contractors die integrale kennis niet. Voor alles wat hier moet gebeuren, huren we mensen in. Maar het overzicht zit bij ons; daarom hebben we zelf de vlucht naar voren genomen.”

Schoof van het Platform Geothermie constateert tevreden dat grote spelers als Shell, Eneco, afvalbedrijf HVC en het Canadese Vermilion belangstelling tonen. Ook de deelname van EBN voegt waarde toe, vindt hij. Wel denkt hij dat de sector een nieuwe balans moet vinden. „Veel operatoren zullen vinden dat ze zelf al heel veel kennis hebben. Ze zullen erop wijzen dat EBN zelf geen ervaring heeft met aardwarmteputten. En het geld van EBN is natuurlijk ook niet gratis. Ik denk dat de politiek moet inzien dat voor bevordering van innovatie en professionalisering extra financiële middelen nodig zijn.”