Recensie

Recensie Muziek

Aïda aan Zee met hoodies en een handtassie

Festival Festival Classique laat op het strand van Scheveningen de Verdi-opera terugkeren naar zijn wortels: het volk.

In Verona kun je de bakker, bij wie je ’s ochtends brood haalt, dezelfde avond zien bij de opera in de Romeinse Arena. Niet als je mede-bezoeker, maar als figurant op het toneel, paraderend op de triomfmars uit Verdi’s Aïda. Niemand in de Italiaanse stad kijkt daarvan op. Want opera – en zeker Verdi – blijft van het volk. De populariteit van de componist was zelfs zo immens, dat de mensen zijn aria’s vaak al op straat zongen nog voordat ze hun première in het theater beleefden.

Dit Verona-gevoel beheerste ook Aïda aan Zee, een voorstelling waarvan het kloppende hart bestond uit driehonderd koorzangers en een theaterfanfare uit Scheveningen en omstreken. Het plaatselijke strand vormde het decor van de noodlottige driehoeksverhouding in het oude Egypte. De opera is een van de blikvangers van het jaarlijkse Festival Classique, dat sinds de verhuizing van Haagse binnenstad naar de kuststrook zijn draai gevonden lijkt te hebben.

Lees ook: Carmina Burana op het strand van Scheveningen met zeemist

Rond het Binnenhof bleef het evenement altijd wat stijf en afstandelijk – alles wat klassieke muziek tegenwoordig niet meer wil zijn. In Scheveningen lijkt het festival beter te wortelen in de lokale gemeenschap. Aïda aan Zee is daar een toonbeeld van. Niet alleen door deelname van zoveel Scheveningers, maar ook door de volkse types: generaal Radamés was een Sjonnie, en zijn beoogde bruid, de Egyptische prinses Amneris, een Anita zwaaiend met een goudkleurig handtassie. De rest van de Egyptenaren droeg hoodies.

De oorspronkelijke opera was teruggebracht tot een vertelling van bijna anderhalf uur, inclusief twee dans-intermezzo’s op urban beats. Het ‘orkest’ telde slechts elf musici. Door die schaarse bezetting bleef de muzikale lijn van de elektronisch versterkte instrumenten doorzichtig. De zangers hielden zich prima staande in de killer wordende zeewind, op het strand, mede dankzij het uitstekende werk van geluidstechnicus Rob van der Meijs.

En zo keerde Verdi vanuit de chique operahuizen terug op straat – in dit geval het strand. De triomfmars werd niet voor niets geblazen door theaterfanfare Kunst voor het Volk. Zonder dollen.