Recensie

Recensie

Toerde Dylan met Sharon Stone? Netflix-documentaire bouwt verder aan de mythe

Popmuziek In Rolling Thunder Revue volgt regisseur Martin Scorsese de tournee van Bob Dylan uit 1975. De geestige film blijkt een dosis fictie te bevatten.

Bob Dylan met Joan Baez in de Rolling Thunder Revue, 1975.
Bob Dylan met Joan Baez in de Rolling Thunder Revue, 1975. Netflix

Je kunt er lang en gefascineerd naar kijken: Bob Dylan met zijn witgeschminkte gezicht en die vurige ogen onder de cowboyhoed met bloemen. Krachtig en helder gooit hij zijn teksten eruit, levendig begeleid door een grote band met minstens vier gitaren en violiste Scarlet Rivera. Dit is 1975 en de 34-jarige folkrockzanger is op de top van zijn kunnen. Nooit stond hij zo goedgemutst op het podium.

In de Netflixdocumentaire Rolling Thunder Revue volgt regisseur Martin Scorsese de tournee van Dylan uit 1975. De ‘revue’ was opgezet als een ‘zigeunerkaravaan’ van zeventig man die door het noordoosten van de VS trok. Naast Dylan traden ook folkzangers op als Joan Baez, Joni Mitchell, Roger McGuinn (Byrds) en Ramblin’ Jack Elliott. Daarnaast stonden er minstens elf musici op het podium. Maar de film kiest voor Dylans songs en close-ups van zijn gezicht. En terecht, want de tour draaide om hem. En hij was zo goed op dreef.

Na het opnemen van de albums Blood on the Tracks (1975) en Desire (1976) – artistieke en commerciële hoogtepunten in zijn lange loopbaan – wilde hij het plezier van rondreizen en samen spelen weer terugvinden. Hij koos voor kleine zalen in New England, upstate New York en Canada. Hij toerde met een camper die hij zelf bestuurde. En hij koos voor een hit and run-strategie: de zalen werden onder een schuilnaam geboekt; toeschouwers werden ter plekke benaderd middels folderen.

Wonderlijke hoogtepunten zijn optredens op vreemde plaatsen als de gevangenis (met zijn lied ‘Hurricane’ voerde Dylan actie om de ten onrechte veroordeelde zwarte bokser Rubin Carter vrij te krijgen), het Tuscarora-reservaat, en een zaaltje met Joodse dames die mahjong spelen. Ze kijken verbaasd op als de meereizende dichter Allen Ginsberg de Kaddisj voor zijn moeder zegt: „farewell/ with your old dress and a long black beard around the vagina.”

Rond de tournee hangt een romantisch hippiegevoel, maar het was al 1975. Vietnam was verloren, president Nixon was afgetreden, het was crisis, in New York heerste de disco, in club CBGB stonden de eerste new wavebands klaar. Dylans groep bestond uit dertigers; hippies der laatste dagen die nog één keer de droom leefden van wazig feestend rondtrekken.

Hoewel de tournee zo’n goede reputatie heeft, en extensief werd gedocumenteerd, was er lange tijd weinig van te horen of te zien. Het matige livealbum Hard Rain (1976) bevat opnames van de bijgeboekte tournee langs grote zalen, in mei 1976, toen de magie er al af was. Fragmenten werden gebruikt voor de neergesabelde, zelden getoonde speelfilm Renaldo and Clara (1978), waarin Dylan en zijn vrouw Sara, met wie hij in scheiding lag, de hoofdrol speelden.

Dylan zingt Knockin’ On Heaven’s Door, herfst 1975. V.l.n.r. Roger McGuinn, Joni Mitchell, Ramblin’ Jack Elliott, Joan Baez, Bob Dylan, Rob Stoner, Steven Soles, Bob Neuwirth, Ronee Blakely. Netflix

In 2002 verscheen een dubbel-cd in de Bootleg Series, met de beste nummers. En nu zijn er de Netflixdocumentaire en een veertiendelige cd-box. De concertbeelden zijn fantastisch, de beelden achter de schermen en de interviews zijn wat vaag en geven weinig informatie. Het interview met de huidige Dylan (78) is hilarisch, poëtisch, maar biedt ook weinig opheldering. Dylan: „Dat gebeurde zo lang geleden, ik was nog niet eens geboren.” En in de laatste zin wuift hij de hele documentaire weg: „Wat is er overgebleven van die tournee? Niets. Helemaal niets. As.”

Actrice Sharon Stone vertelt in de documentaire dat ze als jong meisje meeging met de tournee, met een Kiss-shirt aan. Dylan maakte haar wijs dat hij Just Like a Woman voor haar had gecomponeerd, terwijl het nummer al tien jaar oud was. Verder zitten er geestige interviews in met de nukkige Nederlandse regisseur Stefan van Dorp, een teleurgestelde tourpromotor en een Democratische politicus.

Alleen, deze figuren blijken allemaal verzonnen. Stone zat, toen ze zeventien was, gewoon thuis op de bank. De film blijkt een flinke dosis fictie te bevatten. Het was al moeilijk om sinds de dodelijk satirische mockumentary This Is Spinal Tap om rockdocumentaires serieus te nemen. Scorsese en Dylan maken het er niet beter op.

Het past ook wel weer bij het vaudeville-karakter van de tournee, en bij Dylans neiging tot mythologiseren, om zijn publieke personage ongrijpbaar te maken. „Life is about creating yourself” zegt hij in de film. De concertbeelden blijven echt, en de fictieve verhalen maken dit tot een nieuwe bouwsteen van zijn oeuvre, in plaats van een museumstuk.