De manier waarop Donald Trump, zijn familie en een batterij ministers, medewerkers en zakenlui bezit namen van Buckingham Palace, deze week, vertelt ons iets over Brexit. En over de keus waar de Britten voor staan: de keus tussen het Europese systeem en het Amerikaanse systeem.
De Trumps gedroegen zich of ze thuis waren. Ze negeerden het koninklijke protocol. Postten selfies op Instagram. Maakten video’s vanaf het balkon. Openden de deuren naar een ander balkon, dat in een mum van tijd ook vol stond. Aan het staatsbanket zaten, anders dan onder Obama of de Clintons, geen filmsterren maar Amerikaanse business tycoons. Sommigen staan te trappelen om, na Brexit, de Britse markt op te gaan met landbouwproducten die daar nu vanwege strenge EU-regels niet in mogen. Anderen willen stukken van de National Health Service, mocht die na Brexit geprivatiseerd worden, opkopen en exploiteren.
Dit was, kortom, niet zomaar een staatsbezoek. Dit was het voorproefje van een overname.
Trump is helder over de keus die de Britten hebben. Als ze close blijven met de Europese Unie, waar 50 procent van hun export naartoe gaat (naar de VS gaat maar 16 procent), dan is Washington niet geïnteresseerd in een handelsverdrag. Want dit zou betekenen dat het VK mee blijft doen aan de interne markt. Dus moet het zich aan de regels op die markt houden, net als Zwitserland en Noorwegen. Die regels weren genetisch gemanipuleerd mais of graan, chloorkippen en ander Amerikaans voedsel. Ook veel Europese bankenregels en privacywetgeving zijn strenger dan de Amerikaanse.
Als het VK een dépendance blijft van de EU, is Trump vanwege al die beperkingen niet geïnteresseerd. Willen de Britten na Brexit met de Amerikanen in zee, dan moeten ze alle EU-regelgeving het raam uit gooien. Voordat het Trump-circus in Londen landde, had Trump voor de zoveelste keer samengevat wat hen volgens hem te doen staat: de scheidingsovereenkomst van premier May met de EU verscheuren, alle „ketenen” van de Europese Unie afgooien en natuurlijk de ruim 40 miljard dollar waarmee ze hun verplichtingen in de EU moeten afkopen, niet betalen. Dit komt neer op een keiharde Brexit, die alle bestaande verbanden met de EU opbreekt. In dat geval kan Londen een „super big trade deal” met Washington afsluiten. De VS is groot. Het VK is klein. Driemaal raden wie zich moet aanpassen aan wie.
Het VK moet dus kiezen: een bijwagen worden van de EU of een bijwagen worden van de Verenigde Staten. Geheel soeverein navigeren tussen die twee machtige economische blokken en hun botsende regelsystemen is vrijwel onmogelijk. Het land is daar simpelweg te klein voor. Toen de Britten laatst voorstelden om het EU-handelsverdrag met Japan te gebruiken als toekomstig bilateraal verdrag, weigerde Japan: het wil opnieuw onderhandelen omdat het van het ‘kleine’ VK concessies kan krijgen die het van de grote EU niet kreeg. Toen Londen individuele Zuidoost-Aziatische landen benaderde, kreeg het te horen: sluit maar een handelsverdrag met Asean.
De harde Brexiteers weten hoe hopeloos dit is. Zij willen wat Trump voorstelt: radicaal breken met de EU, zodat het Europese regelsysteem zo min mogelijk sporen nalaat, en dan richting de VS bewegen. Parlementariërs als Jacob Rees-Mogg of Sir Edward Leigh zijn revolutionairen. Zij willen een compleet andere maatschappij: zoveel mogelijk markt, zo min mogelijk staat. Amerikaanse investeerders zullen de Britse markt overspoelen. In ruil krijgt Londen politieke en economische dekking van Washington. Het VK als pion in de nieuwe mondiale machtsstrijd.
Wat dit voor Europa betekent? Een agressieve concurrent, pal voor de deur, met lak aan regels en een passie voor ouderwets machtsdenken. Dan kunnen de 27 nog wat beleven.