Jos B., de 56-jarige verdachte in de zaak-Nicky Verstappen, vindt dat het onderzoek naar hem niet eerlijk verloopt. Dat bleek woensdag tijdens de derde pro-formazitting tegen hem in Maastricht. Hij wil dat er daarom aanvullend DNA-onderzoek wordt gedaan.
B. heeft een verklaring op papier gezet, waarover ook zijn advocaat beschikt, maar hij weigerde deze woensdag voor te lezen. B. heeft tot dusver geweigerd te verklaren bij de politie omdat „zij alles uit hun verband rukken”. De rechtbank spoorde hem aan deze woensdag te delen, maar B. wilde daarvoor zelf een moment kiezen. De verklaring van B. is belangrijk voor het reconstrueren van de verdwijning en dood van Verstappen op de Brunssummerheide in Zuid-Limburg in 1998.
Justitie wil dat de rechtbank gaat kijken op de plaats waar Verstappen destijds werd gevonden, om duidelijk te maken wat de afstand is tot het zomerkamp waar het 11-jarige slachtoffer verbleef voordat hij werd gedood. B. zei „niet zo’n behoefte” te hebben om bij een schouw aanwezig te zijn.
Opname Pieter Baan Centrum
In maart werd B. zes weken in het Pieter Baan Centrum (PBC) opgenomen ter observatie. Het psychologisch verslag van de opname werd woensdag niet door het OM besproken. Volgens raadsman Roethof kan het PBC op basis van het rapport niet concluderen dat B. een gevaar is voor de maatschappij.
„Hier tegenover u zit een doodnormale man”, aldus de advocaat. Volgens Roethof zijn „aanwijzingen voor pedofilie” maar die worden gebaseerd op informatie uit de vorige eeuw. B. werd al eerder verdacht van kindermisbruik in 1985, maar die zaak werd door justitie geseponeerd. Naar aanleiding van het incident ging B. naar een seksuoloog. B. weigerde overigens aan het onderzoek mee te werken.
Achterstand in dossieropbouw
De rechtbank concludeerde eerder al dat er voldoende aanwijzingen zijn dat Verstappen werd misbruikt en een niet-natuurlijke dood is gestorven. De doodsoorzaak is nooit vastgesteld, maar volgens justitie „kan het niet anders” dan dat B. erbij betrokken is geweest. Hetzelfde geldt ook voor het misbruik. B. heeft altijd gezegd Verstappen niet te hebben gedood of misbruikt.
Wanneer de inhoudelijke zaak tegen B. begint, is nog niet duidelijk. Wel gebeurt dit later dan gepland, bleek woensdag, doordat de coördinator van het forensisch onderzoek tussentijds is overleden. Daardoor is er een aanzienlijke achterstand ontstaan in het onderzoek en de dossiervorming. De volgende, niet-inhoudelijke zitting is eind augustus. Tot die tijd blijft B. in voorlopig hechtenis. Roethof had om vrijlating gevraagd, maar volgens de rechtbank zijn de verdenkingen zwaar genoeg om hem vast te houden.
DNA-onderzoek
Nicky Verstappen verdween tijdens een jeugdkamp op de Brunssummerheide en werd een dag later dood teruggevonden. B. kwam pas dit jaar in beeld als verdachte, zijn DNA leverde een match op bij een groot DNA-verwantschapsonderzoek.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/06/data45536923-05e866.jpg)
De Limburger nam destijds niet deel aan het onderzoek. Een jaar eerder was hij naar het buitenland vertrokken en niet teruggekeerd. Zijn familie had B. daarom als vermist opgegeven. Spullen van B. met daarop zijn DNA kwamen daardoor bij het Nederlands Forensisch Instituut terecht. Het DNA op de spullen leverde een volledige match op met het DNA op de kleding van Verstappen. Daarop werd het signalement van B. internationaal verspreid. B. werd uiteindelijk in een afgelegen gebied bij Barcelona aangehouden.