Turkije wijkt niet af van de geplande aanschaf van het Russische raketsysteem S-400, ondanks de opgevoerde druk van NAVO-bondgenoten. De Turkse president Recep Tayyip Erdogan noemde het dinsdagochtend „uitgesloten” dat Turkije de deal nog afblaast, meldt persbureau Reuters.
Volgens de VS kan door de deal gevoelige informatie over wapensystemen van de NAVO-landen in Russische handen komen. Zo vreest het land dat kennis over de F-35, die dankzij stealth-technologie in principe onzichtbaar is voor radar, wordt doorgespeeld. Om dat te voorkomen heeft Turkije eerder voorgesteld om af te zien van Russische trainers en monteurs voor de S-400.
Erdogan zei dat Turkije heeft aangeboden om samen met de Amerikanen te werken aan een oplossing. Het is onduidelijk of de VS hierop zijn ingegaan. Wel is er volgens de Turkse president gesproken over het Amerikaanse aanbod van Patriotraketten. „Helaas heeft het Amerikaanse kamp ons een minder goed aanbod gedaan dan de S-400”, aldus Erdogan.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/05/data44978121-07e3c7.jpg)
Bondgenootschap onder druk
Daarmee stevenen Turkije en de Verenigde Staten af op een nieuw conflict. De Amerikanen dreigden eerder met „grote gevolgen” voor de onderlinge defensierelatie als Turkije het raketsysteem van de Russen koopt. Turkije is sinds 1952 lid van de NAVO en daarmee een cruciale westerse bondgenoot op de grens van Europa en het Midden-Oosten.
Naast sancties is de kans aanwezig dat Turkije uit het F-35 project wordt gezet. Het land stak 2,25 miljard dollar in de initiële ontwikkeling van het gevechtsvliegtuig. Bovendien produceren Turkse defensiebedrijven de romp en honderden onderdelen van het toestel, een deal ter waarde van 12 miljard dollar.
Turkije heeft getekend voor de aankoop van honderd F-35’s, maar heeft momenteel één F-35 binnen. Dat komt omdat het Amerikaanse Congres de levering van nieuwe toestellen begin april heeft opgeschort vanwege de kwestie met de S-400.