Het was een week van ruwe omgangsvormen bij de watjes van links – en van zalvende zelfbescherming bij de grote bekken van rechts.
Politici en hun principes: je merkt pas wat ze waard zijn als het aankomt op de aanpak van hun eigen ongemak.
GroenLinks smeet dinsdag Kamerlid Zihni Özdil op straat, na maanden van interne spanningen en speculaties. De SP ontdeed zich maandag mechanisch van voorzitter Ron Meyer, na een verpletterende nederlaag bij de Europese verkiezingen.
De voorman van de PVV daarentegen, groot verliezer bij de Staten- én Europese verkiezingen, beloonde zichzelf met een levenslange betrekking. „Ik zal nooit vertrekken”, zei Geert Wilders dinsdag. Dezelfde Wilders die Dijkhoff (VVD) een paar maanden terug uitmaakte voor ‘plucheplakker’ bekende zich nu zelf tot dit specialisme.
Intussen viel op dat Rutte III er door de recente verkiezingen ineens opmerkelijk kansrijk voorstaat.
In de senaat kan de coalitie nu per thema met drie partijen afzonderlijk (PvdA, GroenLinks, FVD) meerderheden vormen. Tegelijk zijn bekende oppositiestemmen (Klaver, Wilders, Marijnissen) verzwakt door interne sores of electoraal verval.
Gevolg is dat er de komende anderhalve maand voor Rutte III successen te boeken zijn, inzake pensioenen en het klimaat, mits de coalitie effectief weet te polderen.
Zo werkt regeren: kabinetten die maatschappelijke steun van andersdenkenden organiseren, verzwakken de stem van de parlementaire oppositie en winnen zo aan daadkracht.
Daarom zat er een fascinerend subthema verscholen in de kwestie-Özdil bij GroenLinks. Een partij die op papier soepele omgang met andersdenkenden beijvert – maar geregeld ervaart dat de eigen achterban, zoals bleek rond Özdil, dit niet aankan.
Nu is polderen ook erg lastig geworden. De coalitie is vaak verdeeld. Mogelijke partners (bonden bij pensioenen, werkgevers inzake klimaat) lopen risico’s bij hun achterban: de middelvinger naar Den Haag scoort daar beter. Burgers kijken verveeld weg – polderen: sáái.
Intussen ervaren alle spelers dezelfde online werkelijkheid, waarin het gedrag dat politiek en polderen effectief maakt – inlevingsvermogen, aanpassen, inschikken, uitstellen – het aflegt tegen het verlangen naar polariseren.
Over dit laatste lees je nu verbijsterende dingen in Amerikaanse media – soms denk ik: later kijken we op deze tijd terug als de era van de polarisatiezwendel.
Zo maakte Facebook vorige week bekend dat het vorig jaar ruim 2 miljard nepaccounts heeft vernietigd. De website Vox schreef: dit betekent dat er begin dit jaar evenveel echte accounts waren als dat er vorig jaar nepaccounts zijn vernietigd.
Anders gezegd: dat gevecht om online aandacht, om likes, kliks en shares, een gevecht dat drijft op polarisatie, is voor een onwaarschijnlijk groot deel een constructie.
De profielen, de vriendschappen, de reacties: met genoeg nepaccounts kan ook een raadslid uit Ugchelen zich online oppompen tot een gigant.
Kijkend naar de polarisatie worden we bedrogen – en al polariserend bedriegen we onszelf. Ook in onze politiek zien we er de uitwassen van.
Neem het klimaatbeleid. De coalitie wil het later in juni eindelijk eens worden over maatregelen op basis van het Klimaatakkoord. Of dit lukt moeten we zien. Wel is duidelijk dat de vertrokken CDA-voorman Sybrand Buma vorig jaar zeer effectief was in de ondermijning van de zogenoemde klimaattafels – waar het beleid met maatschappelijke betrokkenen werd ontworpen.
Dit was niet alleen polderen, het was voor Den Haag ook normale beleidsvoorbereiding: over nieuwe maatregelen op vrijwel elk beleidsterrein hebben ambtenaren vooroverleg met het veld.
Later maakte Buma het absurder met zijn suggestie ‘de gele hesjes’ een plaats aan de klimaattafels te geven. Je dacht: ja, en waarom Peppi en Kokki niet?
De gele hesjes: zij maakten zich online zo groot dat alle cameraploegen paraat waren toen ze demonstraties agendeerden – waarna zich amper demonstranten meldden.
Uiteindelijk belandden ze zelfs in het Torentje, wat het einde van de gekte inluidde: van Peppi en Kokki zou Rutte meer opgestoken hebben.
Dus denk niet dat de polarisatiezwendel aan ons voorbijgaat. Maar het zal vast nog even duren voordat iedereen door heeft hoe massaal we in de val getrapt zijn.
Het pijnlijke is: het zat ook in de zaak-Özdil. Özdil zelf zei in de Volkskrant dat hij met Klaver een principieel meningsverschil over het leenstelsel had, dat was wel zo, maar het is ook waar dat hun relatie al kapot was toen Özdil in mei via Trouw een nieuwe positie van zijn fractie over dat leenstelsel afdwong.
Vrijdag schetste NRC hoe dit ontstond. En wat me het meest aan die escalatie frappeerde was het moment in april dat Özdil in de Kamer lachend op de foto ging met de rechtse historicus Sid Lukkassen.
Het gebeurde nadat Özdil dezelfde Lukkassen in een hoorzitting beleefd onderuit haalde. Maar dit telde niet.
Het enkele feit van die foto was voor GroenLinksers genoeg op Özdil los te gaan („racistenknuffelaartje”), met als voornaamste eis dat hij zulke contacten moest mijden.
Ofwel: je mag mensen met andere c.q. foute opvattingen niet meer als mens behandelen.
De valkuil van de totale polarisatie. De ontmenselijking van de andersdenkende die resulteert in één – onheilspellende – laatste mogelijkheid voor de beslechting van een conflict.
En het ontluisterende was: toen Özdil zijn critici op Twitter bleef aanspreken, vroeg de fractieleiding hem te stoppen met Twitter, mede omdat „lokale fractievoorzitters” de partij belden en er „(dreigingen van) opzeggingen” binnenkwamen.
Kortom: niet de afkeer van die foto verontrustte de partijtop, maar het feit dat leden door die foto zinspeelden op hun vertrek.
En zo steekt binnen GroenLinks, in 1989 nota bene opgericht uit afkeer van klein-links sektarisme, door de online cultuur een nieuw sektarisme de kop op – met toch weer afkeer van andersdenkenden als drijvende kracht.
De ironie is dat ditzelfde GroenLinks de komende week cruciaal kan zijn voor Rutte III.
Na maanden informeel overleg nodigde Wouter Koolmees (Sociale Zaken, D66) vrijdag bonden en werkgevers uit voor formele onderhandelingen over een pensioenakkoord, zodat het kabinet, geholpen door een enorme zak geld, alsnog het poldersucces kan bereiken waarop het al zolang vlast.
Maar onzekerheden genoeg. De FNV-top eist de steun van de linkse Kamerfracties alvorens een eventueel akkoord aan de eigen leden voor te leggen, en zo krijgen PvdA en GroenLinks de komende tijd de sleutel in handen.
Het voordeel voor betrokkenen is wel dat de SP is verzwakt – dus diens waarschijnlijke verzet zal niet erg zwaar wegen.
De ruil: een akkoord voorkomt de meeste pensioenkortingen per 1 januari 2020, terwijl geen akkoord vermoedelijk een nieuwe populistische golf teweegbrengt.
En dat vergt dus brede samenklontering – alle bonden, alle werkgeversorganisaties, vier coalitiefracties, minimaal twee oppositiefracties. Maar of iedereen het waagt?
Je kunt zeggen: het is ultieme test of het land nog brede samenwerking tussen andersdenkenden aankan.
Of: later zullen ze zeggen dat dit de eerste keer was dat de politiek en de polder tegen de polarisatiezwendel opstonden.