Vrij zijn is...blokfluiten in een ensemble

en fotograaf laten zien hoe we uit de sleur breken. Deze week blokfluiten in een ensemble
Foto Peter de Krom

Velen kennen alleen de schoolblokfluit, een sopraan waar ze als kind vals piepend geluid op hebben geproduceerd. Maar wie in de gangen van basisschool Talentum in Zwolle rondloopt, begrijpt dat blokfluiten in alle soorten en maten bestaan. Stephan Esmeijer van de Blokfluit Academy organiseert er een blokfluitdag met het thema ‘wereldreis’. Zelf geeft hij de workshop Franse Barokmuziek. Tussen knutselwerkjes van kastelen leert hij zijn studenten een „komisch operaatje”, dat klinkt als muziek die je in ridderfilms verwacht.

„Turu turu turu turu”, zingt Esmeijer. „Houd lucht tussen de noten. Jullie vormen het zachte bed waar de bovenstemmen op liggen.” De fluitist die een blokfluit van bijna twee meter bespeelt, die op een speelgoedemmertje staat zodat ze bij het mondstuk kan, hapt naar adem. „En nu iets sneller”, zegt Esmeijer, „voordat de contrabas het loodje legt.”

De blokfluit is bij uitstek een ensemble-instrument omdat je er niet meer dan een noot tegelijk op kan fluiten. Blokfluiters zijn vanuit het hele land naar Zwolle gereisd om samen te kunnen spelen, zegt Esmeijer. Zo ook Janke Woudstra (24) uit Dokkum. In het gymlokaal studeert ze een stuk in van Johann Friedrich Fasch. Ze leerde op haar zevende blokfluit spelen tijdens de cursus Algemene Muzikale Vorming op de muziekschool. Na twee jaar verplicht blokfluiten om noten te leren lezen, kon je kiezen welk instrument je écht wilde bespelen, zegt ze verongelijkt. Haar omgeving reageert verbaasd als ze over haar blokfluithobby vertelt: „Oh, gek. Waarom speel je geen gitaar?” Maar Woudstra was gelijk verliefd op de klank van de blokfluit, die „lief en eerlijk” is, net zoals blokfluiters zelf.

Haar omgeving reageert verbaasd als ze over haar blokfluithobby vertelt: „Oh, gek. Waarom speel je geen gitaar?”

‘Fu fufu fufufuuf”, klinkt het trillerig tijdens de Japan-workshop, een verdieping hoger. De deelnemers, meisjes met beugels en grijzende vrouwen, moeten om de beurt een regel noten blazen zónder hun lippen om het mondstuk te vouwen. „Heel goed!”, zegt docent en medeorganisator Anneke Hoekman, om vervolgens een nog moeilijkere opdracht te geven. Marjan van Schie (68) kijkt geïmponeerd toe, als Hoekman „noeeee” in de blokfluit zingt zodat er een trillende ondertoon klinkt en er een melodie aan toevoegt door met haar vingers op de gaatjes te „drummen”.

Van Schie is vooral goed in de klassieke barokstukken, zegt ze achteraf bij een kraampje met blokfluiten in de hal. Ze heeft op muziekconcoursen gespeeld. Toen ze op haar zesde begon met spelen, was de blokfluit nog een luxeproduct, zegt ze. Eindeloos had ze erom gezeurd bij haar ouders. Met grote ogen kijkt ze naar uitgestalde blokfluiten. Ze heeft er inmiddels acht in haar collectie. Een negende kan er ook nog wel bij.