Even leek Rammstein uit de bocht te vliegen, afgelopen maart. In de trailer voor het eerste album in een decennium leek de band een frivoliteit te maken van de Holocaust. Flinke rel, half Duitsland op de achterste benen. Precies wat ze wilden, want controverse is een onlosmakelijk onderdeel van de band. Bovendien bleek de prachtige korte film die single ‘Deutschland’ uiteindelijk vergezelde juist een scherpe en genuanceerde visie op de Duitse geschiedenis.
Met de randzaken zit het dus wel snor. Muzikaal ook: de ongenuanceerde, simpele melodieën met gedeclameerde zinnetjes oefen-Duits van Till Lindemann wijken weinig af van wat we van ze kennen. Dat dit album simpelweg Rammstein heet is goed gekozen, het lijkt wel een ode aan henzelf.
Maar saai is dit zevende album ook weer niet. Het is goed meebrullen met de zwaarlijvige eurodancemetal van ‘Ausländer’, ‘Was Ich Liebe’ en vooral het aanstekelijke ‘Radio’. En in ‘Puppe’ speelt de band met verwachtingen: wat begint als een ballade à la ‘Sonne’, transformeert in een heerlijk giftig nummer met een bijtende, spugende Lindemann. Het is allemaal geen ‘Du Hast’ of ‘Engel’, maar leuk is het wel. „Und dann beiß’ ich der Puppe den Hals ab - jetzt geht es mir gut, ja!”