Twee jonge vrouwen flaneerden door zonnig Jeruzalem en Tel Aviv. Het leven was verrukkelijk. Geen bomaanslagen, geen boze Bibi en in de verste verte ook geen aandachtsgeile Nederlandse politicus die midden op straat met een Palestijnse vlag zwaaide.
‘Two sunny cities, one break.’
Het is de slogan van een tv-reclame voor het boeken van een hete vakantie in Israël. Als je de Ronde van Italië op de zender Eurosport bekijkt, komt het lekkermakertje om de tien minuten voorbij.
Tijdens de tijdrit naar San Marino was het contrast met dat filmpje groot. De renners hadden te maken met onophoudelijke hoosbuien. De ploegleiders hadden de koplampen van de auto aan om hun tijdrijder goed te kunnen volgen.
Door een gordijn van glinsterende regendruppels verscheen een kromme gestalte in beeld. Bauke Mollema, hij reed een van zijn beste tijdritten ooit. Tijdens de slotklim vielen de druppels van zijn helm, via zijn scherpe neus in het gootje van zijn uitgestoken tong.
„Dit zijn apocalyptische omstandigheden”, zei tv-commentator Jeroen Vanbelleghem.
„Ach, laten we zeggen dat het goed voor de tuin is”, antwoordde zijn kompaan Karsten Kroon.
Er maakt zich altijd iets van teleurstelling van mij meester als het tijdens wielerwedstrijden in Italië niet zonnig is. Clichématige reclames over het land kietelen de fantasie; volle stranden, een bordje gnocchi op een Romeins terras en flirtende jeugd rond een rij dampende scooters.
Even vergeten zijn de aardverschuivingen in L’Aquila en de ineenstorting van de verkeersbrug bij Genua. Vergeten ook de coureurs die tijdens de Giro huilden als hun handen bevroren op de besneeuwde toppen van de Alpen.
Primoz Roglic leek bestand tegen alle neerslag en kou. In de tijdrit reed hij de concurrentie op minuten en zat daarom lang op de hot seat (sic), voordat de uitslag na het binnenkomen van de laatste renner definitief werd.
Ondertussen ging het nóg harder regenen.
„Geen weer om een hond doorheen te jagen, wèl renners”, riep Jeroen door zijn microfoon.
Gelukkig, in de onderbreking van de uitzending werd warmte gewuifd door de dames uit Israël. Een van hen reed in een fladderjurkje op een damesfiets over een stadsmuur. Ik rook de zonnebrand op haar bruine huid.
Vooraf had ik mijn geld gezet op Simon Yates, de vederlichte Brit die tijdens de Giro van vorig jaar in de laatste week tekort kwam. Maar ook hij verloor van Roglic. Met een van pijn vertrokken gezicht reed Yates op de steile asfaltweg, als zijn Via Dolorosa naar de streep.
„Die regen, het einde van de wereld!”, riep Jeroen.
„Het is maar water”, relativeerde Karsten.
Dit had de gloriedag moeten worden voor tijdritspecialist Tom Dumoulin. Maar Tom zat na zijn val voor de televisie. Hij zal de slagregens hebben gezien, het reclamezonnetje uit Israël en de avond ervoor waarschijnlijk urenlang zangsport uit een van de ‘sunny cities’ van dat land. Maar dat is weer een heel ander verhaal.
Wilfried de Jong is schrijver en programmamaker.