Hoogleraar B. (1)
Mannen, hélp dan
Hoe kan het dat het (wan)gedrag van meneer B. twee decennia moeiteloos heeft kunnen doorgaan, carrière makend binnen de sectie Arbeidsrecht van de UvA en daarbuiten? (Bij hoogleraar B. moesten de vrouwen hakken dragen, 15/5) Het is te makkelijk om de vinger alleen te wijzen naar zijn naaste collega en tevens vertrouwenspersoon, die „weleens iets heeft gehoord”, of naar de decanen en vakgroepvoorzitters. Deze mannen hebben allen een moeder, zus, vrouw of dochter, die zij ongetwijfeld willen behoeden voor seksueel wangedrag. Dáár zien ze het wel. Op de werkvloer is dat blijkbaar anders. Kortom, mannen in een (machts-)structuur gedragen zich als de meeste mannen. Ze hebben een blinde vlek waar het gaat om seksueel onwenselijk gedrag van andere mannen (en van zichzelf) richting vrouwen in een ondergeschikte positie. Wat als deze vakgroep niet gedomineerd zou zijn door mannen, maar er een evenwichtige man-vrouwverdeling was geweest? Zou deze kwestie zich dan ook decennialang hebben voortgesleept? Ik denk oprecht van niet. Ongelijkheid van macht leidt altijd tot problemen, en is die macht voornamelijk in handen van mannen, dan zal seksueel overschrijdend gedrag blijven plaatsvinden. Bij deze een oproep aan mannen in machtsposities: help eens een handje mee.
Hoogleraar B. (2)
Terug in de tijd
Ter voorbereiding op een tentamen lees ik het boek Talk of Love. How Culture Matters van sociologe Ann Swidler. Zij gebruikt een verhaal van Samuel Richardson, uit 1740, om het ontstaan van de moderne, romantische liefde te beschrijven: „Pamela, a virtuous servant girl, resists the determined advances of her employer, Mr B. In defending her virginity, the physical integrity of her body, she proves the integrity of her character. Her virtue is rewarded when Mr B. finally abandons his efforts at seduction and marries her instead.” Met dit in je achterhoofd kan je niet tot een andere conclusie komen dan dat het verhaal rondom Mr. B. uit 2019 ons 300 jaar terug in de tijd werpt.
student sociologie UvA
Rotterdam
Hij zwierf, ik zweeg
Als een feniks uit zijn as herrezen, luidt de kop van de column over Rotterdam, van Lotfi El Hamidi (15/5). Maar was Rotterdam vroeger, toen ik leerde schrijven, een phoenix, dan is het nieuwe Rotterdam inderdaad een feniks – weer tot leven gewekt maar bepaald niet ‘herrezen’. Een andere, een nieuwe stad, met slechts hier en daar nog iets wat herinnert aan vroeger.
Ook noemt hij H.J.A. Hofland, „die graag nog een van de Luftwaffepiloten had willen spreken”. Wel, dat is mij overkomen. Ooit was ik op bezoek in Münster. Ik vergezelde een student naar een plaatselijke predikant. Die zat achter een groot bureau met een paar leuke, goed gelijkende kanonnetjes. Ik keek ernaar en hij legde uit dat die waren gemaakt van het metaal van de vliegtuigen die Rotterdam gebombardeerd hadden. Zijn blik zwierf weg. Ik zweeg. Wat valt er te zeggen als je beseft dat jij beneden stond toen de bommen vielen die mensenlevens en de historie van je familie vernietigden, terwijl hij daar boven vloog, genietend van het fraaie weer? Voor hem blijkbaar zoiets als een spannende jeugdherinnering aan een zonnige meidag, in het alweer zo verre jaar 1940, toen de oorlog nog zowel frisch als fröhlich was. Helaas, tot een prettig gesprek is het niet gekomen.
Diabeteszorg
Prik aan de zijkant
Eén plaatje zegt meer dan duizend woorden. De kop ‘Diabeteszorg kan beter én jaarlijks miljarden goedkoper’ stelt dat de diabeteszorg beter kan, de bijgevoegde foto laat zien dat dit ook zo is. De ten behoeve van de glucosemeting getoonde bloeddruppel bevindt zich in het centrum van de vingertop, het gebied het rijkst aan (gevoels-) zenuwuiteinden. Een van de meest beruchte complicaties van diabetes mellitus is het ontstaan van schade aan zenuwen, een proces dat ongewenst versterkt wordt door de op de foto gesuggereerde meettechniek. Door aan de zijkant van de vingertop te prikken wordt de kans op schade aanzienlijk verkleind. Wellicht wordt deze kosteloze verbetering in de diabeteszorg toegepast. Miljarden zal het niet besparen, wel veel patiëntenleed.
huisarts
Recensie
Drie ballen, echt?
Na het lezen van Medelijden met die arme witte man (16/5), over de nieuwste cabaretvoorstelling van Theo Maassen, ‘Situatie gewijzigd’, snap ik niet dat hij toch nog drie ballen krijgt. Maassen trakteert op een keur aan boreale opvattingen. De recensent houdt voor de zekerheid de mogelijkheid open dat het misschien een soort van parodie is. Maar dan nog.
Correcties en aanvullingen
Al Jorden
In de column Doris Day en de mannen (15/5, p. 20) werd de eerste echtgenoot van Doris Day Al Jordan genoemd. De naam van deze muzikant was Al Jorden.