Europese burgerrechtactivisten, onder wie wetenschappers en (oud-)Europarlementariërs, beginnen een rechtszaak tegen Duitsland over het bewaren van passagiersgegevens. Het langdurig bewaren van persoonlijke data is volgens hen in strijd met het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. De gegevens worden aangeleverd door luchtvaartmaatschappijen aan nationale autoriteiten. Ze mogen alleen worden gebruikt om terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit tegen te gaan.
Het bewaren van passagiersgegevens is al jaren inzet van juridische strijd tussen overheden en instanties voor privacybescherming. Aanvankekelijk ging het om passagiers die van de Europese Unie naar de Verenigde Staten reisden, inmiddels gaat het ook om reizigers binnen de EU. Recente terreuraanslagen hebben de wetgeving versneld. Sinds 2016 schrijft de Europese richtlijn 2016/681 voor dat PNR-gegevens (Passenger Name Record) vijf jaar lang moeten worden bewaard. Het gaat om onder meer naam, contactgegevens en informatie over bagage en ticketbetaling.
Met de rechtszaak, die wordt ondersteund door de Duitse burgerrechtenorganisaties Gesellschaft für Freiheitsrechte en epicenter.works, hopen de initiatiefnemers te bereiken dat de kwestie wordt voorgelegd aan het Europees Hof van Justitie in Luxemburg. In 2017 oordeelde het Hof dat de overeenkomst tussen de EU en Canada, die zeer vergelijkbaar is met de richtlijn, in strijd is met het Grondrechtenhandvest.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/11/161118carmonitoringpersoneelsdataweb.jpg)
Op 19 maart nam de Tweede Kamer een wetsvoorstel aan om ook in Nederland de PNR-gegevens op te slaan. Dit gebeurt door de Passagiersinformatie-eenheid (Pi-NL), een nieuwe eenheid binnen de Koninklijke Marechaussee. Alleen GroenLinks, SP, Partij voor de Dieren en Denk stemden tegen overname van de Europese richtlijn. Op 28 mei wordt het voorstel behandeld in de Eerste Kamer.
Kathalijne Buitenweg, Kamerlid voor GroenLinks, is mede-ondertekenaar van de rechtszaak tegen Duitsland. Buitenweg: „Ik wil vooral juridische helderheid. We kunnen geen wetgeving aannemen die strijdig is met onze grondrechten. In het belang van terreurbestrijding moeten we misschien een deel van onze privacy opgeven, daar kan ik mee leven. Maar wat telt, is de effectiviteit. We moeten inzetten op het beter analyseren van alle beschikbare data, niet op het verzamelen van heel veel nieuwe data.”