Reportage

Hoe Mathilde (met Fong-Leng) in Ruurlo kwam

Tentoonstelling Ruurlo profiteert onvoldoende van een aan Carel Willink gewijd museum, net buiten het dorp. Ondernemende Ruurloërs kwamen in actie.

Schilderij van Marina Cleiren

Het begon met een bierviltje. Daarvan had Rob Teunissen van Teunissen Mode er een paar duizend laten maken voor in Kasteel Ruurlo, het geheel aan Carel Willink gewijde museum dat sinds de opening in 2017 al meer dan 200.000 bezoekers trok. ‘Genoten van het museum?’, stond erop. ‘Maak uw dagje uit compleet! Bezoek Teunissen Mode, iets verderop in het centrum van Ruurlo!’

Mag ik ze hier neerleggen, had hij gevraagd bij het museum. Van ons wel, luidde het antwoord, „maar moet je niet bij Fong-Leng zijn?” Eén van de creaties van de beroemde mode-ontwerpster was namelijk afgebeeld op de achterkant van het viltje, ooit gedragen door Mathilde Willink (1938-1977), een goede vriendin van Fong-Leng. De foto had enkele maanden in de etalage van de winkel gehangen. Mede door haar excentrieke verschijning stond Carel Willinks vrouw Mathilde bekend als Levend Kunstwerk.

Deze woensdagmorgen scharrelt Fong-Leng (81), de maakster van 37 creaties voor Mathilde Willink, waarvan vijf permanent tentoongesteld in Kasteel Ruurlo, achter de ramen van Teunissen Mode. Ze legt de laatste hand aan drie etalageruiten vol met haar ontwerpen: rijk geappliqueerde, theatrale creaties van leer en zijde, maar ook interieurobjecten als wandkleden, een aantal hing onlangs nog op de tentoonstelling Femmes Fatales in het Haags Gemeentemuseum.

Want ja, hij heeft de ontwerpster inderdaad benaderd – een mail, een belletje, tenslotte een bezoek. Het klikte, zegt hij, „die bierviltjes vond ze een goed idee.” En, had ze ook gezegd, zou het niet mooi zijn als je een echte creatie van mij in je winkel had? Dat zou hij niet kunnen betalen. Maar exposeren bij hem, wilde ze dat misschien?

Ze zijn met z’n zessen, de mannen achter de expositie Mathilde – van muze tot mythe – in Ruurlo die vrijdag opende: Rob Teunissen, opticien Sven Bonsel (‘Sven voor ogen’), Wim Slotboom en René Swienink van de VVV, kunstkenner Joop Huisman en marketingman Peter van der Heij. De laatste twee zijn gepensioneerd. Ruurlo, bedachten ze, moet meer profiteren van de bezoekers van Kasteel Ruurlo, het museum ligt een kilometer buiten het dorp. Zo staat het ook in hun ‘Meerjarenplan Ruurlo in het voetspoor van Willink’.

De eerste stap in dat voetspoor: een expositie „van een zeker niveau”, waarvoor 26 kunstenaars een geschilderd portret of beeldhouwwerk maakten van Mathilde. Huisman: „Ik ken de kunstwereld wel een beetje, ik wist wie ik wilde vragen. Het moest echt kwaliteit zijn, anders trek je geen publiek van buiten.” Wie een werk van Mathilde maakte, mocht op de tentoonstelling ook twee vrije werken tonen. In Galerie De Smidse hangen en staan nu een stuk of tachtig kunstwerken. De prijzen variëren van een paar honderd tot een paar duizend euro. Het Mathilde Drieluik (17.000 euro) hangt in de dorpskerk.

Het is snel gegaan, vinden de organisatoren. Een half jaar geleden zat op de plek van Galerie De Smidse nog een Marskramer. Die vertrok uit Ruurlo, net als de Zeeman er tegenover. Joop Huisman: „We willen een kunstdorp worden. En met ons initiatief laten we zien dat dat kan.” Peter van der Heij: „Het adres is De Smidse 1. Maar dat klinkt nergens naar, dus wij zijn galerie De Smidse gaan zeggen. Als je dat maar vaak genoeg doet, gaan de mensen het vanzelf herhalen.”

En Fong-Leng? Zij stond niet op de gastenlijst voor de opening van het museum, twee jaar geleden. Dat stak, „die mensen hebben mij nog nooit uitgenodigd”, zei ze eerder in NRC. Maar nu is ze dan toch in Ruurlo.