Vluchtelingen onder olijven

In een olijfboomgaard in het dorpje Atme in de noordwestelijke provincie Idlib hebben ontheemde Syriërs zo goed en zo kwaad als het gaat hun intrek onder de bomen genomen. Omwille van hun privacy hebben sommige vluchtelingen lakens opgehangen.

Idlib is het laatste grote bolwerk van radicale islamitische rebellen tegen het bewind van president Assad. Na enkele maanden van rust dankzij een bestand dat Rusland en Turkije waren overeengekomen, laaide de afgelopen week vooral in het zuiden van Idlib de strijd weer op. Russische en Syrische toestellen voerden bombardementen uit, volgens humanitaire hulpverleners ook op ziekenhuizen. Er vielen tientallen doden en duizenden mensen sloegen op de vlucht.

Anders dan bij het bestand was afgesproken, is Turkije er niet in geslaagd de rebellen te ontwapenen. Sterker nog, Hayat Tahrir al-Sham (HTS), de opvolger van Al-Qaeda, wist zijn invloed in Idlib juist aanzienlijk uit te breiden. De beweging heft ook belastingen. Bezorgd vragen velen in de regio zich nu af of dit het grote Syrisch-Russische slotoffensief tegen HTS is, waarmee al rekening werd gehouden. Vooral de Turken zijn beducht voor een grote vluchtelingenstroom.