Voor het tweede achtereenvolgende jaar is de uitstoot van broeikasgassen in Nederland gedaald. In 2018 daalde de uitstoot met 2 procent tot bijna 190 miljoen ton, meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag.
De uitstoot daalde, ondanks de groei van de economie. Sinds 2016 liep de uitstoot, die zorgt voor de opwarming van de aarde, met 3 procent terug, terwijl de economie met 8 procent groeide.
1Waardoor is de uitstoot van broeikasgassen afgenomen?
De kolencentrales zijn de belangrijkste oorzaak van de daling. Zes kolencentrales zorgden in 2017 volgens het CBS voor een CO2-uitstoot van bijna 24 miljoen ton. In 2018 was deze uitstoot teruggelopen tot 20,6 miljoen ton. In juli 2017 werd een verouderde kolencentrale op de Maasvlakte gesloten: dat is direct in de cijfers terug te zien. Ook draaiden de overgebleven kolencentrales minder uren.
Het wegvallen van de elektriciteitsproductie door kolencentrales wordt deels gecompenseerd doordat gascentrales vaker aan staan, maar hun CO2-uitstoot is de helft lager dan die van kolencentrales. Ook verplaatste de stroomproductie zich deels naar het buitenland, met name Duitsland. De uitstoot van deze import komt niet op het conto van Nederland.
Een tweede belangrijke oorzaak voor de daling van de uitstoot van broeikasgassen is de afname van het aantal koeien vorig jaar. De runderen stoten via hun spijsvertering het broeikasgas methaan uit. Die reductie is weer het gevolg van de invoering van het fosfaatrechtenstelsel. De opgelegde fosfaatreductie zorgde voor 60.000 minder melkkoeien. Dat staat gelijk aan 4 procent van het totaal.
2Zorgt dit nieuws ervoor dat Nederland alsnog aan de eisen van het Urgenda-vonnis kan voldoen?
Nee, want de teruggang is daarvoor veel te gering. Het Planbureau voor de Leefomgeving ging er eerder vanuit dat de CO2-uitstoot sneller zou afnemen.
In de afgelopen twee jaar hadden echter meerdere ontwikkelingen een nadelig effect op de Nederlandse uitstoot. Zo nam het wegverkeer sterker toe dan voorzien en stagneerde de bouw van nieuwe windmolens op het vasteland. Ook het aardgasverbruik van huizen neemt minder snel af dan gedacht.
In het Urgenda-vonnis is bepaald dat de uitstoot in 2020 ten opzichte van 1990 met 25 procent moet zijn teruggelopen. Dit vonnis uit 2015 werd vorig jaar nog eens bekrachtigd door het gerechtshof.
Volgens de donderdag gepresenteerde cijfers bedraagt de CO2-reductie nu 14,5 procent. Zonder ingrijpende maatregelen – denk aan het sluiten van bijna alle kolencentrales – is het nauwelijks voorstelbaar dat de staat aan de Urgenda-eis voldoet.
Begin dit jaar schatte het Planbureau voor de Leefomgeving dat de reductie in 2020 op 21 procent zou uitkomen, waarbij het overigens vanwege de onzekerheid ruime marges hanteerde. Volgens die prognose zal in 2020 de uitstoot twee tot zeventien miljoen ton hoger zijn dan die volgens het Urgenda-vonnis mag zijn.
Het kabinet heeft aangegeven zich aan het oordeel van de rechter te zullen houden, maar dat heeft nog maar tot één concreet plan geleid: het sluiten van de Hemwegcentrale.
In maart besloot het kabinet deze oudere Amsterdamse kolencentrale in januari 2020 te sluiten. Die sluiting zal ertoe leiden dat de Nederlandse uitstoot met twee à drie miljoen ton CO2 afneemt.
Aanvankelijk zouden vorige maand meer maatregelen bekend worden, maar dat is naar juni verschoven.
3Betekent een reductie van 2 procent dan eigenlijk dat er nauwelijks iets gebeurt om de uitstoot terug te dringen?
Er verandert wel degelijk iets. De afname van 2 procent vindt plaats op een moment dat het goed gaat met de economie, en dat is niet vanzelfsprekend. Economische groei gaat samen met meer stroomverbruik, meer industriële activiteiten en meer verkeer, en leidt dus in principe tot meer uitstoot.
Dat de uitstoot toch afneemt, komt doordat economische activiteit in heel Europa al decennia met steeds minder CO2-uitstoot gepaard gaat. Die ‘emissie-intensiteit’ van de Nederlandse economie is de afgelopen drie jaar met 10 procent afgenomen, laat het CBS zien. In vergelijking met het ijkjaar 1990 is die afname zelfs 44 procent.
De Europese trend is dat er minder steenkool wordt gebruikt, meer duurzame energie wordt opgewekt en dat er energie wordt bespaard. Ook speelt de relatief schone dienstensector een grotere rol in de economie. Producten uit vervuilende fabrieken worden vaker van ver ingevoerd.
4In 2030 moet volgens de plannen van het kabinet de uitstoot gehalveerd zijn ten opzichte van 1990. Gaan we dat in dit tempo halen?
Het kabinet buigt zich momenteel niet alleen over maatregelen die de CO2-uitstoot in 2020 moeten beperken. Voor de langere termijn, tot 2030, wordt al sinds begin vorig jaar gepraat over het klimaatakkoord.
De insteek, vastgelegd in het regeerakkoord, was dat dit akkoord moet zorgen voor bijna een halvering van die uitstoot ten opzichte van 1990. Het kabinet komt in juni, samen met de Urgenda-maatregelen, met de uitwerking van het klimaatakkoord. Om tot een halvering te komen, is een extra reductie van 49 miljoen ton CO2 nodig, zo werd begin 2018 bepaald. Nu de uitstoot te hoog blijft, zal een reductie van 49 miljoen ton niet meer voldoende zijn om het streven in 2030 te halen. Strikt genomen moeten er binnen het klimaatakkoord dus extra maatregelen komen om de doelstelling van het regeerakkoord te halen.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/05/data44410337-223023.jpg)