Met een bril kan de bijziende hond weer veilig door het bos rennen

Dierenwelzijn Niet alleen mensen hebben een probleem met het kijken in de verte. Ook de hond heeft weleens een brilletje nodig.

Yannick Wouters dacht dat haar bordercollie Knoxx niet helemaal normaal was, hij bleek een bril nodig te hebben.
Yannick Wouters dacht dat haar bordercollie Knoxx niet helemaal normaal was, hij bleek een bril nodig te hebben. Foto Folkert Koelewijn

Jarenlang dacht Yannick Wouters dat haar hond Knoxx niet helemaal normaal is. „Er gebeurden altijd kleine ongevalletjes. Hij raast bijvoorbeeld door het bos, er staat een andere hond en – bam! – hij botst tegen hem op.” Ook tegen slagbomen en zelfs fietsers is de bordercollie geknald. „Ik dacht: hoe kan dat nou? Loopt hij met zijn ogen dicht? Of is hij een kamikaze?”

Yannick Wouters woont in Essen in België, vlakbij de Nederlandse grens. Inmiddels weet ze wat er mis is met haar hond: Knoxx is heel bijziend. Links heeft hij min 2, rechts min 3. Voordat ze hem nu uitlaat in het bos zet Wouters hem een bril op. De hondenbril lijkt op een zwembril met twee elastiekjes: één wordt achter zijn kop bevestigd, één onder zijn kin. Als de bril tevoorschijn komt kruipt de hond onder tafel. „Ik geef hem even de tijd, en als we dan lekker aan het wandelen zijn, is alles weer goed”, zegt Wouters. „Hij probeert niet om de bril af te krijgen.” Hij raast nu door het bos zonder tegen andere honden of dingen aan te botsen. „Hij draagt de bril nu bijna twee jaar en er is geen ongeluk meer gebeurd.”

Bijziende honden zijn niet zo ongewoon, zegt Ariane Petzold, dierenoogarts in Aken. Zij is in Europa een van de weinige specialisten voor oogaandoeningen bij dieren. „Bijziendheid komt ook voor bij katten en paarden.” Petzold onderzocht Knoxx destijds en liet voor hem een bril maken bij een opticien.

Veel mensen merken niet dat hun dieren een probleem hebben met in de verte zien. Er zijn alleen kleine aanwijzingen. „Bijziende paarden schrikken vaak”, zegt Petzold. En katten missen bijvoorbeeld hun doel als ze op de bank willen springen. Bij honden valt bijziendheid vooral op in de hondensport, behendigheid of agility genoemd. Daarbij legt de hond zo snel mogelijk een parcours met hindernissen af, vergelijkbaar met de springsport voor paarden. „In de agility springen bijziende honden veel latten eraf – ze weten gewoon niet wanneer het beste moment is om af te zetten”, zegt Petzold

“Ik geef hem even de tijd, en als we dan lekker aan het wandelen zijn, is alles weer goed. Hij probeert niet om de bril af te krijgen.” Foto Folkert Koelewijn

Knoxx had hetzelfde probleem, vertelt Yannick Wouters. Ze heeft vijf honden en is zeer actief in agility in Nederland. Maar met Knoxx lukte het nooit. „Hij kon de diepte niet inschatten, zette altijd te vroeg af. En bij het dalen knalde hij dan vol in de lat.”

Bordercollie Piper maakte dezelfde fout, vertellen eigenaars Andrea en Uwe Kerschsieper uit Oberhausen in Duitsland. „Ze had tweeënhalf jaar springtraining, met hindernissen van verschillende hoogtes en afstanden. Maar het veranderde niets.” De agility-wereld noemde het fenomeen ‘Early Takeoff Syndrome’ en beschreef het in vaktijdschriften. Maar niemand had een idee dat bijziendheid de oorzaak zou kunnen zijn, tot zo’n twee jaar geleden.

Skiaskopie-methode

„Ik ken in Nederland vijf bijziende honden”, zegt Wouters. maar ze vermoedt nu dat er nog meer honden zijn die een bril nodig hebben. Omdat het ‘Early Takeoff Syndrome’ zo veel voorkomt, zullen er vast meer honden tussen zitten die slecht zien. „Echt iedereen in de agility-wereld kent wel een hond die altijd te vroeg springt.”

Ook Piper draagt nu tijdens het trainen een bril. Ze heeft min 4, eveneens ontdekt door Ariane Petzold.

Lees ook: Een dik huisdier is niet schattig, maar zielig

Bij een dier is bijziendheid niet zo eenvoudig te meten. „Ik kan een hond natuurlijk niet voor en bord met letters neerzetten die hij moet voorlezen.” Petzold maakt gebruik van de zogenoemde skiaskopie-methode, die artsen ook bij kleine kinderen gebruiken. Ze demonstreert hoe het werkt. Ze schijnt met een apparaat – het skiaskoop – in de ogen van Cleo, de hond van haar praktijkassistente. Ze beweegt de lichtstraal naar rechts en links. Afhankelijk van hoe de lichtstraal op het netvlies beweegt (in dezelfde richting of naar de andere kant), kan ze opmaken of de hond normaal, bijziend of verziend is.

Dan pakt Petzold een liniaal, met naast elkaar lenzen met verschillende dioptrische sterktes. De liniaal houdt ze voor Cleo’s oog en herhaalt de meting. Dat is niet veel anders dan wat bij een opticien bij mensen gebeurt, zegt ze: „Daar probeert de opticien verschillende lenzen uit en vraagt: ‘Beter, slechter’?” Petzold verhoogt de sterkte van de lens tot de meting een normaal oog laat zien. Dat is dan de juiste sterkte voor de bril voor de hond.

Foto’s Folkert Koelewijn

Volgens Petzold is wetenschappelijk nog weinig bekend over oogaandoeningen bij dieren, hoe ze zich ontwikkelen en of ze erfelijk zijn. Dierenartsen van de universiteit Wisconsin schreven in 1992 dat bijziendheid onevenredig vaak voorkomt bij sommige hondenrassen, zoals rottweilers en Duitse herders. Bovendien worden honden – net als mensen – meer bijziend als ze ouder worden, vonden wetenschappers in Missouri in 2016.

Risico op verwondingen

Ook paarden kunnen bijziend zijn. Ze kunnen geen bril dragen vanwege de vorm van hun hoofd, maar wel contactlenzen. Sommige opticiens bieden contactlenzen aan voor dieren. Ze worden normaliter gebruikt om de genezing van een ziek oog te bevorderen of om het oog tegen zonlicht te beschermen. Maar er zijn ook dierenartsen die contactlenzen met sterkte laten maken voor wedstrijdpaarden.

Daniel Schröder, de trainer van Piper, kent ook enkele bijziende honden die met contactlenzen sporten maar vindt dat het risico op verwondingen vrij groot is. „Als de hond met zijn oog tegen een paal botst, dan weet je niet wat er gebeurt”, zegt hij. Bovendien verliezen de honden de contactlenzen nog wel eens, en met 90 euro per stuk zijn die dingen behoorlijk prijzig. De bril van Knoxx heeft 300 euro gekost – inclusief de meting in Petzolds praktijk.

Foto Folkert Koelewijn

Yannick Wouters zou willen dat meer eigenaars hun honden laten testen – vooral als ze agility met hen doen. Want als een hond niet goed ziet, kan de sport gevaarlijk voor hem zijn. Honden met brillen mogen echter niet meedoen aan wedstrijden, besloot de Nederlandse agility-commissie: „Tijdens het lopen van een parcours mag de hond niets aan- of om hebben,” luidt het reglement. Wouters: „Het standpunt is: Als een hond een bril nodig heeft, dan is hij gehandicapt. Maar Knoxx kan met de bril net zo goed zien als een hond die niet bijziend is.”

Lees ook: Huisdieren, het zijn net (geen) kinderen

Een paar maanden geleden werd bij Knoxx spondylosis geconstateerd, slijtage van de wervelkolom. Hij mag niet meer springen, dus geen agility meer doen. Rennen door het bos doet hij nog wel steeds, met bril.

Yannick Wouters, met tweede van links: bordercollie Knoxx, met bril. Foto Folkert Koelewijn