Judi Dench is de grote afwezige bij de première van spionnenfilm Red Joan op het filmfestival van Toronto. Maar dat is eigenlijk wel toepasselijk. Op een bepaalde manier is ze vanaf het moment dat ze in de openingsscène wordt gearresteerd, op een paar flashforwards in de verhoorkamer na, ook afwezig in de film over het leven van Melita Norwood. De vrouw werd eind jaren dertig gerekruteerd en speelde veertig jaar lang Britse atoomgeheimen door aan de Sovjet-Unie.
Alles draait in de film om het ontrafelen van haar levensgeschiedenis en beweegredenen. „In die zin is de toeschouwer zelf een soort bespieder”, aldus regisseur Trevor Nunn. „Wie is deze vrouw? Is ze te vertrouwen? Ligt het antwoord in het verleden of het heden? Was ze de doorgewinterde Bolsjewiek van Bexleyheath, een chique Londense buitenwijk, zoals ze al snel bekend kwam te staan? Of was haar leven een kettingreactie van allerlei kleinere en grotere spelingen van het lot? Maakten liefde en jeugdig enthousiasme haar ook een slachtoffer van haar emoties?”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/05/data44271443-e21790.jpg)
Regisseur Trevor Nunn is vooral bekend uit het theater. Hij leidde jarenlang de Royal Shakespeare Company, en is tegenwoordig directeur van het Theatre Royal Haymarket in Londen. Maar voor deze ‘antispionnenfilm’ maakte hij graag een uitzondering, vertelt hij in Toronto. Ik spreek Nunn, acteurs Sophie Cookson (de jonge ‘Red Joan’) en Stephen Campbell Moore (professor Max Davis, haar baas en geliefde) in korte een-op-een-gesprekjes op een zaterdagochtend in een lege bar in Toronto. Het is dat de locatie speciaal voor het interview geopend wordt, anders zou het de perfecte plek zijn voor een ontmoeting tussen dubbelspionnen.
Het drietal is wel gevoelig voor die suggestie. Ze hebben allemaal iets met de Britse traditie van de geheimagentenfilm. Cookson was te zien in parodiefilm Kingsman: The Secret Service. Moore (ook te zien in de aankomende Downton Abbey-film) houdt ervan „omdat hij dol is op verhalen en personages die uit elkaar lijken te spatten van innerlijke tegenstrijdigheden”. En Nunn omdat hij dus graag een „antispionnenfilm wilde maken”, zoals hij het noemt.
„Geen film waarin James Bond eigenhandig het geboefte uitschakelt maar een verhaal over een briljante wetenschapster die genoegen moest nemen met een secretaressebaantje omdat ze een vrouw was”, stelt Nunn. „Ze werd geconfronteerd met morele dilemma’s (is wetenschap waardevrij), maar ook met haar gesneefde ambitie. Bovendien werd ze verliefd op een aantrekkelijke en mysterieuze jonge communist, die een slim spel van aantrekken en afstoten met haar speelde. Toen dat na haar arrestatie in 1999 allemaal naar buiten kwam, was dat een van die verhalen waar de Engelse pers van smulde. Seks en verraad. Zo’n beetje de basisingrediënten van elk drama.”
Een andere vraag die Nunn bezighield was: „Moeten we als mensen soms keuzes maken die groter zijn dan de loyaliteit die je voor je land kunt voelen, bijvoorbeeld omdat je denkt dat je zo oorlog kunt voorkomen?”
Precies die vragen spraken acteurs Cookson en Moore in het scenario aan. Moore: „In de film zijn er voortdurend verschuivende gradaties van idealisme, ideologie en patriottisme. Het begint met de race tussen Groot-Brittannië en nazi-Duitsland in WOII wie het eerste een atoombom kan ontwikkelen. Ik speel iemand die aanvankelijk echt gelooft dat wetenschap boven politiek kan staan. Dat het delen van informatie met de Russen erger kan voorkomen. Ongelooflijk naïef. Pas na de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki realiseerden veel wetenschappers zich dat wetenschap en ethiek niet los te zien zijn van elkaar.”
Proto-feministisch rolmodel
Cookson: „Als de film begint, denk je dat je met een soort muizige Miss Marple uit een buitenwijk te maken hebt. Maar eindelijk is Judi Dench nu eens zelf de spion! Los daarvan ben ik simpelweg enorm geïnteresseerd in het vrouwelijke personage dat je bijna als een proto-feministisch rolmodel kunt zien. Ze studeerde natuurkunde in een tijd dat mannen een diploma kregen en vrouwen een certificaat. Een enorme ongelijkheid. Maar ze is slim en gretig. En ze heeft een enorm moreel kompas. Doe je dan soms misschien juist dingen waarvan je de gevolgen niet kunt overzien? Het lijkt me goed dat een film als dit ons er weer eens op wijst dat we allemaal, elke dag, keuzes maken waarvoor we individueel verantwoordelijk zijn. En dat mensen die zich ondergewaardeerd voelen alleen al daarom soms de verkeerde beslissingen kunnen nemen.”
Er zit nog een andere kant aan het verhaal die Nunn tot slot graag beklemtoont: „Het lijkt erop dat we onder de huidige Amerikaanse president een nieuwe nucleaire wapenwedloop ingaan. De manier waarop hij praat over kernwapens alsof het speelgoed is, baart me veel zorgen. De oude Oost-West-tegenstellingen mogen dan weg zijn, maar er zijn op dit moment een aantal supermogendheden in de wereld die het geen snars lijkt te kunnen schelen dat het daadwerkelijke gebruik van een nucleaire bom onomkeerbare gevolgen heeft voor de menselijke soort en al het leven op aarde. Dat maakt deze film voor mij niet alleen een film met een goed verhaal, maar ook extreem relevant.”