Ze draaien als circuspaarden om elkaar heen, straks, in de piste van Theater Carré. Edith Eger, het Hongaars-Joodse meisje met dansambities, en Josef Mengele, de kamparts van Auschwitz, berucht om zijn wrede medische experimenten op gevangenen. Zij angstig, hij jennend, uitdagend. Hij doet zelfs spottend het dansje na („Je deed iets Sylphide-achtigs”) dat zij ooit voor hem uitvoerde, in de barak. Het brood dat hij haar als dank toewierp, redde haar leven.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data44270973-1fc160.jpg)
‘Het meisje dat heeft gedanst voor Mengele’ – Gerardjan Rijnders kan als regisseur niet zo veel met dergelijke benamingen. „De een heeft gedanst voor Mengele, de ander gezongen voor Goebbels, de volgende gepunnikt voor Himmler”, zei hij met droge distantie in een radio-interview eerder dit jaar. Maar de innerlijke weerstand werkte inspirerend. Voor zijn voorstelling De dans ontsprongen schreef hij een prikkelend scenario dat past in deze periode van herdenken. Het is een fictieve ontmoeting tussen Mengele en Eger, „tussen dader en slachtoffer, tussen toen en nu”. Een dialoog waarin Rijnders het vertelperspectief omdraait: alleen acteur Pierre Bokma als Mengele heeft tekst, danseres Igone de Jongh (Edith Eger) laat haar lichaam spreken. Ze repeteren in Klein Carré geconcentreerd en efficiënt, met achter de regietafel regisseur Rijnders, choreograaf Peter Leung en componist Wim Selles. Celliste Geneviève Verhage en violist Jeffrey Bruinsma verwerken geduldig de telkens veranderende aanwijzingen.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data44271255-4eb50f.jpg|https://images.nrc.nl/k4Ga3W2-r6G-d86ReDi2WpZmktI=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data44271255-4eb50f.jpg|https://images.nrc.nl/WAvXCGPPTW9z9vxy60a00VLey5w=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data44271255-4eb50f.jpg)
Igone de Jongh en Pierre Bokma samen met violist Jeffrey Bruinsma en celliste Geneviève Verhage tijdens een repetitie.
Foto Roger Cremers
„Jij dacht dat je kon dansen, en ik zág dat jij dat dacht”, zegt Bokma, nog niet geheel tekstvast, tegen De Jongh. En hij wrijft haar nog eens in hoe haar dansdromen werden gefnuikt. Hoe ze haar schuldgevoel over de dood van haar moeder haar leven lang met zich meetorst. Hij morrelt ook aan de ideeën die zij als overlevende van de Holocaust en psychologe later in haar leven ontwikkelde. Alle leed in het leven een potentiële bron van inspiratie? Je ware ik vinden? Tragische misverstanden. Net als het idee dat het fascisme destijds is overwonnen. Het is helemaal niet uitgeroeid. Misschien, laat Rijnders zijn fictieve Mengele zeggen, moet hij het arme Jodinnetje wel wéér redden.
De 91-jarige Eger is uitgenodigd voor de voorstelling op 4 mei. Bij toeval is zij dezer dagen in Nederland, voor een masterclass waarin zij de levenslessen deelt die zij twee jaar geleden optekende in het boek De Keuze. Het zal spannend worden wat zij vindt van Rijnders’ vrijmoedige bewerking van haar levensverhaal en de manier waarop hij haar onbegrijpelijke overleversoptimisme heeft omgebogen naar een waarschuwende herinnering.