Ajax heeft manmoedig standgehouden in de heenwedstrijd van de halve finale Champions League tegen Tottenham Hotspur en neemt een overwinning mee naar Amsterdam, waar volgende week woensdag zomaar eens de finale bereikt kan worden. Donny van de Beek scoorde na een kwartier waarin Ajax heel even zinnenprikkelend speelde. Het is een magnifiek resultaat wederom in fabelachtige Champions League-campagne waarvan het slotakkoord nog altijd niet geschreven is.
Klasse en stijl waren verenigd in twee magnifieke clubs in een onwaarschijnlijke halve finale die dinsdagavond begon. De één, uit Nederland, spot met alle wetten van het moderne financiële krachtenveld. Het anachronisme Ajax heeft zichzelf miraculeus opgestuwd in een tijd waarin iets als de laatste vier halen in de Champions League niet voor mogelijk gehouden mocht worden.
En bij rust kon je zelfs alweer concluderen dat Ajax weer een helft de betere was. Altijd, in Europa dan, zo overtuigend, zo zonder schroom. Weer een helft waarin de ploeg liet zien waarom de bewondering wereldwijd unaniem is voor de hipste, heetste en – tikkeltje smaakafhankelijk – de meest sexy voetballende club van Europa. De druk van de Spurs na rust was knellend, maar Ajax knakte nimmer.
Het uitvak davert
Na een grillige openingsfase kwam Ajax in z’n spelletje. De bal werd liefkozend rond geschoven, elke aanraking vol gevoel en techniek, bijna elke dan. De Spurs klemgezet – het publiek werd wat stiller, het gezang klonk een tandje lager. Het gevreesde Ajax-gepriegel in de hoogste versnelling was nu precies dat waar geen wapen tegen bestand is, of lijkt.
En daar was al de 0-1, voor Ajax. Ziyechs spelverplaatsing naar links naar Neres in de hoek, schijnbeweging, terughalen. Via Schöne rand zestien ging het terug naar Ziyech. Hij zag instinctief het gaatje in de witte wal, daar stond de stroper Van de Beek zoals hij vaker staat: half opengedraaid met een metertje of twee vrijheid tussen twee verdedigers die de bal bekijken. Het was even stil, zo wonderlijk en langgerekt was het moment van indalend besef. De vlag bleef omlaag, de VAR bleef stil. Het uitvak daverde, de uitgoal was een feit.
Harry Kane, topscorer al jaren voor de Spurs, en de vingervlugge Heung-min Son (geschorst) deden niet mee, het maakte aanvallen voor de thuisploeg een opgave. Het gevaar van Fernando Llorente’s kopkracht liet zich in de eerste helft eenmaal gelden uit een vrije trap, maar hij kon de bal onvoldoende sturen. Steeds weer was er een herovering op de helft van de Spurs, gekmakend moet het zijn als die mannen van Ten Hag je zo op de hielen zitten. Spurs’ vormgever Christian Eriksen kreeg geen vat op de zaak.
Het zat Tottenham Hotspur niet mee, Vertonghen ging bloedend aan zijn hoofd neer na een clash met Alderweireld en Ajax-keeper Onana. Er was een minutenlange behandeling aan de neus, bloed op het shirt. Spurs-trainer Mauricio Pochettino, handen in de zakken, zag zijn bouwwerk wankelen. Vertonghen probeerde het nog even, maar een trieste aftocht voor de Belg was onafwendbaar – duizelig naar het scheen.
Lucas Moura kreeg het daarna op de Braziliaanse heupen, een vinnige dribbel kon ternauwernood gestuit worden door Veltmans ingreep.
Het werd gevaarlijker, met een hakbal door de lucht van Delle Alli en de bal die bleef hangen voor het Ajax-doel. Kort daarop een pegel van invaller Moussa Sissoko, fraai afdraaiend – naast. Een voorbode zou het blijken van wat komen zou.
De Spurs wonnen langzaam terrein op de schitterende grasmat, gedragen door het volk in het wit en blauw. Wat een oord is het, het Tottenham Hotspur-stadion dat in april in gebruik genomen werd. Als een afgodsbeeld torent boven de Zuidtribune de ‘Cockerel’ uit, de jonge haan uit het clubembleem van blinkerend bladgoud. Daaronder op een steile tribune 17.500 supporters die golven van geluid produceren, waarvan de thuisploeg indien nodig energie aftapt.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/04/data44161486-7cc9bd.jpg)
In de verdrukking
Een pure voetbalavond voltrok zich in dit ernstige stadium van de Champions League. Brazilianen Moura en Neres knuffelden elkaar voor aftrap in de spelerstunnel. Ajacieden en oud-Ajacieden vinden elkaar in een gedeelde geschiedenis, Blind en Vertonghen waren nog schoolgenoten zelfs. Na rust kwam toch de greep naar de strot door de Spurs, al bleef het knijpen uit. Kansen en schoten kwamen, lichte chaos achterin bij Ajacieden die het spel niet meer maakten. Het betekende ook ruimte voor Ajax in de omschakeling – het voorkeurswapen uit het arsenaal van Ten Hags veelvormige voetbalelftal. Eén keer nog een gevaarlijke uitbraak over wat schijven, verder kwam Ajax steeds meer in de verdrukking. Teruggeduwd tegen die muur van mensen achter het doel van Onana.
Het ging een kwartier goed. Twintig minuten ook nog. Rechtsachter Veltman kreeg geel. Mazraoui – terug van enkelleed opgelopen in Turijn tegen Juventus – viel in voor Lasse Schöne, hij moest de boel stutten voor de verdediging. Even was er balbezit, langzaam plooiend naar voren met de bekende namen aan de bal. Maar de zuiverheid was zoek en Sissoko is een gigant voor zijn defensie.
De lijven van Ajacieden moesten de nul bewaken, heel af en toe een oprisping. Een megakans zelfs nog. Mazraoui kleunde naar voren, diepgestuurd door Ziyech. Hij hield Eriksen van zich af, kapte de bal af, vond Tadic, die vond Neres vrij. Hij zocht de verre hoek. De duizenden Ajacieden in die hoek zagen met afgrijzen de bal op de paal butsen. Hier bleef het bij. Ajax in de Champions League-finale, het kan allemaal zomaar.
Correctie (1 mei 2019): In een eerder versie van dit artikel stond ‘Ajax-captain’, over het uitvallen van Jan Vertonghen. Dat moest zijn voormalig Ajax-captain. De zinsnede is verwijderd.