En wéér was het raak deze week. Maandag besloot minister Carola Schouten (Landbouw, CU) te stoppen met de vernieuwing van de ICT-systemen bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Na 65 miljoen euro te hebben uitgegeven, bleek er maar weinig te werken. En woensdag meldde tv-programma Zembla dat problemen met een ICT-verbouwing bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) zorgen voor grote vertraging bij rijbewijskeuringen. Het zijn de twee nieuwste toevoegingen aan de lange lijst mislukte ICT-projecten bij de Rijksoverheid.
Neem de Belastingdienst, dat sinds 2005 probeerde een systeem te bouwen dat alle transacties van de fiscus zou verwerken. Na negen jaar en 203 miljoen euro gaven ze het op. Het transactiesysteem verwerkte op dat moment 3,5 procent van de totale geldstroom. Neem Defensie, waar ze sinds 2002 bouwden aan ‘Speer’. Na volgens eigen zeggen 433 miljoen euro te hebben uitgegeven – de Algemene Rekenkamer kwam op 900 miljoen euro uit – gaf het ministerie het in 2015 op. Speer was nog lang niet af, en werkte niet zoals bedoeld. Of neem het nieuwe bevolkingsregister BRP. Daarvan werd de ontwikkeling in 2017 stopgezet, na tien jaar bouwen en 100 miljoen aan uitgaven. En dan is er nog de digitalisering van de rechtspraak, die in april 2018 na zes jaar en ruim 200 miljoen euro (oorspronkelijk werden de kosten op 7 miljoen euro geschat) werd stopgezet.
Met al die projecten ging het zó slecht, dat doorgaan niet kon. En ze vallen op door de enorme bedragen die ermee zijn gemoeid.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data43718958-b81f6d.jpg)
Moedwillige blindheid
Verrassend is het al lang niet meer, de structurele worsteling van de Rijksoverheid met haar computersystemen. Ook toen een parlementaire commissie onder leiding van oud-VVD-Kamerlid Ton Elias zich in 2014 over het fenomeen boog, waren de problemen bekend.
Wie naar de projecten van de afgelopen jaren kijkt, ziet variaties op steeds weer dezelfde thema’s. Een aan moedwillige blindheid grenzend optimisme bij verantwoordelijke bestuurders, die in digitale verbouwingen een kans zien om snel politieke dromen te verwezenlijken, maar weinig willen begrijpen van de soms enorme inspanningen die dat vergt. Hun ambtenaren die liever geen nee verkopen, maar niet in staat zijn de complexe projecten goed te managen en toenemende problemen vaak laat aan hun politieke bazen melden.
De Tweede Kamer die uit desinteresse en onwetendheid wegkijkt tot het te laat is. ICT-bedrijven die er met zulke chaotische en ondeskundige klanten vaak financieel goed vanaf komen en alleen bij uitzondering worden gestraft voor niet werkende producten.
Makkelijk is het ook niet. Overheidssystemen moeten vaak met tientallen andere systemen communiceren en tijdens de verbouwing blijven werken. Welke informatie ze mogen bewaren, hoe ze die mogen bewerken en met wie ze die mogen delen is bijna altijd wettelijk vastgelegd, en levert soms tegenstrijdige eisen op. En dan is er nog de politiek, die bij een nieuwe coalitie soms een abrupte koers- of wetswijziging eist.
De digitalisering van de rechtspraak moest samengaan met een versimpeling van het procesrecht, dat in ruim tweehonderd jaar in het gebruik is uitgegroeid tot een complex web van regels en uitzonderingen. Digitaliseer én vereenvoudig dat maar eens.
Een mislukt ict-project is voor het Rijk veel schadelijker dan alleen de verspilde euro’s. Slecht werkende systemen ondermijnen het vertrouwen van burgers, die voornamelijk via hun computerscherm in contact komen met de landelijke overheid. Werkzoekenden werden wanhopig van werk.nl van uitkeringsinstantie UWV. Keer op keer blijkt ook dat slechte ICT funest is voor de moraal van ambtelijke organisaties die ermee moeten werken. Soms drukken de kosten zo zwaar op de begroting dat een organisatie eronder dreigt te bezwijken. Automatisering van de rechtspraak zou veel administratief werk onnodig maken; ervaren griffiers werden al ontslagen vóórdat de digitalisering geslaagd was. Met onervaren uitzendkrachten moet het werk alsnog worden gedaan.
Gezichtsverlies
Als het project is mislukt, is het geld wel weg, maar het probleem niet opgelost: veel projecten moeten verouderde systemen vervangen.
Toch is er de laatste jaren wel wat veranderd. Op advies van de commissie-Elias werd het BIT opgericht. Dit onafhankelijke Bureau ICT-toetsing Rijk kan alle projecten boven de 5 miljoen onderzoeken, en brengt openbare adviezen uit. Ze adviseerden het project bij de NVWA te staken – Schouten gehoorzaamde.
Grote projecten lopen misschien niet minder vaak mis, maar worden nu dus wel wat vaker stopgezet, ondanks het politieke gezichtsverlies. Het bestaan van het BIT lijkt daar aan bij te dragen. Vroeger waren evaluaties van probleemprojecten vaak intern, en besteld bij partijen die hun opdrachtgever niet te hard tegen de schenen wilden schoppen. Dit bood de mogelijkheid om kritiek wat af te zwakken, zo nodig te verbergen.
Bij het BIT kan dat niet. Een minister die na fundamentele kritiek van het BIT toch doorgaat met een probleemsysteem, kan later niet meer zeggen dat hij of zij eigenlijk niet wist hoe erg het was. Zo komt er ook een politieke prijs te hangen aan doorgaan, en ziet stoppen er soms aantrekkelijker uit.