Mannen in witte pakken die asbest uit gebouwen verwijderen, compleet met stofmaskers. Zulke extreme maatregelen zijn lang niet altijd nodig. Dat was de conclusie van het rapport Inzichten voor een proportioneel asbestbeleid uit februari. Wetenschappers van TNO, Universiteit Utrecht en Crisislab (Radboud Universiteit Nijmegen) bekijken per situatie de verwachte blootstelling aan asbest en rekenen uit of beschermingsmiddelen zin hebben, uitgaande van een bedrag van 60.000 euro per verloren levensjaar. Hun conclusie: het risico voor bijvoorbeeld een bewoner die een gaatje boort in een asbesthoudend plafond is nihil en specifieke maatregelen zijn onnodig, zoals een mondkapje of afzuiging op de boor. De investering in beschermingsmiddelen is volgens het rapport alleen financieel te verantwoorden voor saneerders die dagelijks aan de vezels blootstaan. Wanneer een bewoner zelf een asbestdak of asbestplafond verwijdert, is dat een eenmalige blootstelling. Dan is het risico verwaarloosbaar. De onderzoekers schrijven dat zij een „debat op gang willen brengen over de redelijkheid” van het beleid.
Maar staatssecretaris Tamara van Ark (Sociale Zaken, VVD) reageerde eind maart beleefd afwijzend op het rapport. „Ik vind dat werknemers sowieso goed beschermd moeten zijn tegen de risico’s van asbest”, schrijft ze. „Met de kosten die gemoeid zijn met bijvoorbeeld de aanschaf van een masker heeft dat wat mij betreft niet zo veel te maken, zeker niet als je ziet dat die kosten maar een fractie vormen van het totaalplaatje [...].”
Ook emeritus-hoogleraar Nico van Zandwijk is kritisch. De risico’s worden gebagatelliseerd, vindt hij. „Simpelweg wonen in een huis met asbestisolatie is al niet veilig”, zegt hij, verwijzend naar een recente Australische studie. „De kans op borst- of buikvlieskanker bleek 2,5 keer verhoogd.” Toch sluit Van Zandwijk niet uit dat sommige maatregelen minder streng kunnen. „Een toetsing door een onafhankelijk orgaan, bijvoorbeeld de Gezondheidsraad, lijkt mij nuttig.”
Het debat over veiligheid en prijs zal voorlopig blijven duren: de regering wil dat alle asbestdaken in 2025 verwijderd zijn. De Eerste Kamer zal het wetsvoorstel op 28 mei plenair behandelen.
Tijd voor een overzicht. Hoe gevaarlijk is asbest? En hoe verschilt de Nederlandse omgang met asbest met die van andere landen? Vijf vragen over asbest.
1 Hoe gevaarlijk is asbest voor de gezondheid?
Asbest is vooral gevaarlijk bij inademing. Het mineraal bestaat uit microscopisch kleine harde vezels (langer dan 5 micrometer in lengte) die in de lucht blijven zweven en daardoor gemakkelijk doordringen tot diep in de longen. Vezels die niet opgehoest worden met slijm kunnen het weefsel binnendringen. Ze hopen zich op in het lymfestelsel. De vezels kunnen ontstekingen veroorzaken, wat kan uitmonden in asbestose, een longziekte waaraan een op tien patiënten overlijdt.
Het is een tijdbom met lange lont
Daarnaast veroorzaakt asbest ook een relatief zeldzame vorm van kanker: maligne mesothelioom, oftewel borstvlies- of buikvlieskanker. De chronische ontstekingen die de vezels teweegbrengen leiden soms tot beschadiging van het DNA, waardoor cellen kunnen gaan woekeren en er snelgroeiende tumoren ontstaan. Het is een tijdbom met lange lont; het kan twintig tot ruim vijftig jaar na blootstelling pas optreden. De prognose is dan slecht; patiënten overlijden meestal binnen een jaar na de diagnose.
De vezels kunnen ook andere tumoren veroorzaken: longkanker, ovariumkanker en slokdarmkanker. Geschat wordt dat mensen die veel met asbest hebben gewerkt net zo vaak longkanker krijgen als mesothelioom. Maar de sterfte aan longkanker door asbest wordt ondergesneeuwd door de sterfte door roken.
2 Gaan er in Nederland nog steeds mensen dood aan asbest?
Ja. In 2018 overleden er volgens de Nederlandse Kankerregistratie naar schatting 625 mensen aan mesothelioom; 520 mannen en 105 vrouwen. Dat is een ruime verdubbeling ten opzichte van 1990. De mensen die nu overlijden zijn in de jaren zeventig en tachtig blootgesteld aan asbest. Driekwart van de mensen die in de laatste paar jaar mesothelioom kregen, was boven de 65 jaar.
De sterfte komt overeen met berekeningen die onderzoeker Lex Burdorf van de Erasmus Universiteit Rotterdam eerder maakte. Zijn model verwachtte de sterftepiek aan mesothelioom in 2017 of 2018. Tot 2035 zullen er nog 8.000 mannen en 1.100 vrouwen aan overlijden. Tussen 1969 en 2015 overleden al zo’n 15.000 mensen. Nederland heeft veel slachtoffers, vergeleken met andere landen.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data43818267-523f7e.jpg|https://images.nrc.nl/SRiU0z04HlNOFQ2mcj0z07kMcYI=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data43818267-523f7e.jpg|https://images.nrc.nl/BzdV3bI2J_LACtz24WgEnW48U-w=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data43818267-523f7e.jpg)
3 Is er een veilige norm voor asbest?
Wetenschappelijk niet. In theorie kan één ingeademde vezel al mesothelioom veroorzaken. Het risico neemt toe met de hoeveelheid vezels en de duur van de blootstelling. Dat werd onlangs bevestigd door een vergelijkende analyse in Zweden. Zweden deed in 1982 asbest als eerste in de ban en kent daarom veel minder slachtoffers dan andere westerse landen. Hoewel asbest dus al 35 jaar niet meer wordt toegepast in Zweden, bereikte het aantal mesothelioompatiënten pas in 2014 zijn piek. De auteurs van de studie concluderen dat zelfs lage blootstellingsniveaus het risico verhogen. Al rond de Zweedse wettelijke grens voor asbest in de lucht (200.000 vezels per m3 gedurende een jaar) is het risico op mesothelioom al verdubbeld. De Nederlandse norm ligt overigens honderd keer zo laag.
Er zijn geen arbeiders in asbestcementfabrieken meer
Hoewel er geen veilige ondergrens is, is er wel een duidelijk verband tussen dosis en risico. Met dat gegeven in het achterhoofd zijn praktische grenzen geformuleerd. Die gaan uit van een achturige werkdag in een omgeving met asbest. Ook de epidemiologische cijfers over de relatie tussen blootstelling en ziekte komen voornamelijk uit de statistieken van de beroepsbevolking die veel met asbest werkte. Sinds het totaalverbod op asbestgebruik is de blootstelling aan asbest radicaal veranderd. Er zijn geen arbeiders in asbestcementfabrieken meer of isoleerders die werkten met spuitasbest in de scheepbouw. Die stonden bloot aan veel hogere niveaus dan tegenwoordig asbestsaneerders of brandweerlieden. Het is aannemelijk dat daarmee ook het risico op borstvlieskanker is gedaald, maar het is nooit helemaal veilig.
Wereldwijd variëren de normen voor werken met asbest aanzienlijk. De Nederlandse norm behoorde samen met die van Zwitserland en Japan al tot de strengste ter wereld, maar is in 2014 verder aangescherpt op basis van aanbevelingen van de Gezondheidsraad uit 2010. De grenswaarde voor chrysotiel (witte asbest) werd vijftig keer strenger en ging naar 2.000 vezels per m3. Voor amfibole asbest wordt de norm nog strenger: 300 vezels per kuub. Met deze nieuwe grenswaarden heeft Nederland (veruit) de strengste asbestwetgeving ter wereld.
4 Waarom zijn de maatregelen bij asbestsanering zo streng?
Dat vloeit voort uit het belangrijkste uitgangspunt van het Asbestbesluit dat in 1978 werd ingevoerd: de blootstelling moet „zo laag als binnen het technisch mogelijke economisch aanvaardbaar is”. Het duurde nog tot 1993 voordat het bewerken en verwerken van asbest helemaal verboden werd. Er kwam toen ook een vergunningplicht om te zorgen dat asbest deskundig en veilig wordt afgevoerd. Particulieren mogen onbeschadigde asbestplaten tot een bepaalde hoeveelheid zelf verwijderen en goed ingepakt naar de milieustraat brengen.
Voor het overige mogen alleen gecertificeerde bedrijven asbest verwijderen en afvoeren. Uiteraard moeten die ervoor zorgen dat hun medewerkers veilig werken en dat asbest niet verspreidt naar de omgeving. Na afloop van de sanering volgt wordt gecontroleerd of er geen gevaar meer is. Al deze maatregelen brengen hoge kosten met zich mee voor huiseigenaren.
5 Wat gebeurt er met afgevoerd asbest?
Asbesthoudend afval wordt in Nederland gestort in speciaal ingerichte putten. Het dubbel in plastic ingepakte afval wordt in gesloten big bags gestort en overdekt met aarde. Zo ingepakt kan het geen kwaad. Een echt duurzame oplossing is het niet, want het asbest zal daar voor eeuwig onaangeroerd moeten blijven liggen.
Dat past niet in het kabinetsstreven om in 2050 een circulaire economie te hebben. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat liet Bureau KLB vorig jaar daarom een expert-rapport maken over welke technieken binnen bereik liggen om asbesthoudend afval te verwerken. „Er zijn in het verleden al veel experimenten gedaan om asbest te verwerken”, zegt Kees Le Blansch, hoofdauteur van het rapport. „Maar er zitten vaak veel haken en ogen aan. Het moet technisch haalbaar zijn, economisch rendabel en uiteraard veilig. Dat maakt dat veel oplossingen die in het lab leken te werken uiteindelijk toch niet realistisch bleken.”
Om asbest echt onschadelijk te maken, moet de vezelvorm vernietigd worden
Om asbest echt onschadelijk te maken, moet de vezelvorm vernietigd worden. ‘Gewoon’ verbranden kan niet omdat dan juist de vezel in de lucht komt. Bij langdurige, voldoende hoge temperaturen verglaast asbest en verdwijnt de vezelstructuur. Andere methoden zijn om het met speciale technieken heel fijn te malen, of afbreken met sterke zuren of basen. „De verwachting is dat de stroom asbestafval de komende jaren flink zal toenemen”, zegt Le Blansch. „Waarschijnlijk is er niet één allesomvattende techniek waarmee al het afval verwerkt kan worden. Daarvoor is de afvalstroom te divers. Sommige technieken kosten veel energie. Welke in aanmerking komen is daarom mede een politieke keuze.”
Het dichtst bij de Nederlandse markt is de techniek voor de verwerking van asbesthoudend staalschroot in smeltovens. In het Groningse Delfzijl bouwt het bedrijf Purified Metal Company (PMC) een staalrecyclingsfabriek die over een jaar moet draaien. De ovens worden er zo heet gestookt dat asbestverontreiniging in schroot verglaast en daarmee onschadelijk wordt. Dit proces is economisch rendabel omdat het hoogwaardig staal oplevert dat kan worden hergebruikt. De verglaasde ovenslakken van onschadelijk gemaakt asbest kunnen in beton verwerkt worden. Maar voor de verwerking van ander asbestafval, zoals dakplaten, moet een andere oplossing komen.