Zorgen om vrije pers na val Julian Assange

WikiLeaks Media die met Julian Assange samenwerkten, distantiëren zich nu van hem. Wel zijn ze bezorgd over de persvrijheid als hij veroordeeld wordt.

Steunbetuigingen aan Julian Assange, oprichter van WikiLeaks, vorige week op straat in Londen.
Steunbetuigingen aan Julian Assange, oprichter van WikiLeaks, vorige week op straat in Londen. Foto AP

„Hij stond misschien bekend als een informatie-anarchist”, schrijft Michelle Goldberg, columnist van The New York Times, „maar door Trump aan het presidentschap te helpen, werd hij een dienaar van het autoritarisme.”

Hoewel zij niet namens de krant spreekt, blijkt haar column representatief voor de ommezwaai die veel van haar collega’s maakten in hun verhouding tot Julian Assange. In oktober 2010 werkten The New York Times, The Guardian, Der Spiegel en andere vooraanstaande media nog nauw samen met de klokkenluider die de hand wist te leggen op een kwart miljoen diplomatieke ambtsberichten.

Lees het commentaar van de ombudsman: ‘Ook bij NRC bekoelde liefde voor Assange’

En net als veel andere commentatoren, werpt ze zich toch nog op als ‘advocaat’ voor zijn zaak. Elementen uit de Amerikaanse aanklacht tegen Assange zouden een gevaar vormen voor de journalistieke praktijk: het publiceren van geheime overheidsinformatie en bronbescherming. „Ik zeg dat niet uit sympathie voor Assange”, stelt ze. „Hij is een afschuwelijk persoon die de ambassade in vluchtte om te ontkomen aan vervolging voor seksueel misbruik.” Op haar Facebookpagina, waarop ze Assange als ‘trash’ aanduidt, krijgt ze louter positieve reacties. „Laat hem naar de gevangenis gaan”, schrijft een man instemmend. „Dat stuk stront haalde in zijn eentje Hillary Clinton neer.”

Wereldfaam

Hoe anders was Assanges imago toen zijn website WikiLeaks op 5 april 2010 een video lekte waarmee hij het Amerikaanse leger in verlegenheid bracht: daarop was te zien hoe vanuit een helikopter ongewapende Irakezen werden doodgeschoten. Als onthuller van dit onrecht kreeg hij wereldfaam. Geholpen door zijn eigenzinnige stijl bereikte hij een cultstatus. Maar sinds de Zweedse aanklacht wegens verkrachting, een zaak die speelde rondom het lekken van de diplomatieke correspondentie, werkt dat vooral tegen hem.

Toen hij donderdag in de Ecuadoriaanse ambassade in Londen werd gearresteerd, waar hij ruim zes jaar asiel genoot, schreven media over zijn verwaarloosde kat en zijn slechte hygiëne. Foto’s van zijn onverzorgde baard haalden de voorpagina’s.

Nu Assange weer in het nieuws is, lijkt het alsof de media die hem voorheen op het schild hesen, plots als een blad van een boom zijn omgedraaid. In werkelijkheid bekoelde de relatie al tijdens de samenwerking in 2010. Waar journalisten namen weglakten in de gelekte berichten, knalde Assange de boel ongefilterd online. Die roekeloosheid wekte irritatie.

Lees ook: De val van Assange en WikiLeaks

Bill Keller, tot september 2011 hoofdredacteur van The New York Times, nam in 2012 krachtig afstand van de klokkenluider voor wie hij eerder door het vuur ging. „Geweldig verhaal, onstuimige samenwerking”, blikte hij in een opiniestuk terug. Maar verder had het volgens hem weinig effect. „Laat staan dat een nieuw tijdperk van transparantie aanbrak.” Eigenlijk meer het tegenovergestelde. „Dit is de paradox: de erfenis van de WikiLeaks-campagne voor transparantie is dat de Amerikaanse regering geheimzinniger is dan ooit.”

Smalend schreef hij over een talkshow van Assange, betaald door ‘Kremlin TV’, doelend op Russia Today. Tegenwoordig wordt de klokkenluider er in de media van beschuldigd dat hij zich voor het karretje liet spannen van president Poetin bij het saboteren van de Clinton-campagne. WikiLeaks openbaarde privémails van de toenmalige presidentskandidaat.

Kraken wachtwoord

The US Embassy Cables, dat andere lek, was overigens altijd al een controversieel project. Maar wel een project dat verdedigd werd door vooraanstaande journalisten, zoals Simon Jenkins van The Guardian. „Alles wat in naam van een democratie wordt gezegd of gedaan, is van publiek belang”, schreef hij op 28 november 2010. „En als die democratie zich opwerpt als wereldpolitie – een indruk die deze ambtsberichten achterlaten – dan gaat dat de hele wereld aan.” De „hoogwaardige roddels”, zoals hij de vertrouwelijke correspondentie tussen ambassades duidt, tonen volgens hem vooral de leugenachtigheid aan van degenen die aan de macht zijn: „De mismatch tussen wat ze beweren en wat ze doen.”

Hoewel deze media Julian Assange nu als persoon laten vallen, vrezen ze dus voor de uitkomst van een mogelijke rechtszaak. Het onthullen van overheidsgeheimen is een journalistieke kerntaak, bronbescherming evenzo, ook via encryptie zoals Assange deed. Een vonnis tegen die praktijk, schaadt de persvrijheid. Anderen zijn minder bezorgd: vooralsnog staat in de aanklacht Assanges hulp bij het kraken van een wachtwoord centraal en niet het publiceren van geheime overheidsdata.