Een tussenjaar nemen en ook nog eens altruïstisch zijn: hoe ideaal wil je het hebben? Scholieren die van school komen, gaan Engelse les geven, spelen met wezen, slaan waterputten of ze helpen vrouwen bij het opzetten van eigen bedrijfjes. Een studente die ooit eens vertelde over wat ze allemaal had gedaan, gaf op de vraag of ze haar tussenjaar niet had opgeofferd, aan dat ze niet alleen de mensen daar veel had bijgebracht, maar dat ze zelf ook veel had geleerd. Je schrikt je rot wanneer zo iemand eraan toevoegt dat ze nu beter beseft dat armoede helemaal niet erg hoeft te zijn, omdat alle kinderen die ze had lesgegeven veel lachten en omdat er zoveel gezelligheid was. Een dergelijke houding typeert het misverstand dat veel scholieren hebben wanneer ze een tussenjaar nemen buiten Europa.
In 2018 nam een recordaantal scholieren en studenten een tussenjaar. De meesten deden dat omdat ze zich eerst wilden oriënteren voor ze gingen studeren. Anderen deden dat omdat ze waren uitgeloot van de studie die ze het liefst wilden doen. Inmiddels zijn er enorm veel organisaties die graag helpen bij het nemen van een tussenjaar – het is een ware industrie.
Er zijn er zelfs zo veel dat er beurzen georganiseerd worden die al die organisaties bij elkaar zetten opdat scholieren een dag kunnen kijken wat er allemaal mogelijk is. Zo is er komende zaterdag een tussenjaarbeurs in Zwolle, waar bijna vijftig organisaties aanwezig zijn. Er zijn er die taalcursussen bieden, andere helpen je met het vinden van werkplekken of jongerenreizen en er zijn er ook die projecten in het buitenland organiseren: orang-oetangs verzorgen, Engelse lesgeven, in een ziekenhuis of weeshuis werken, het kan allemaal.
Bij Travel Unique bijvoorbeeld kan je gezondheidsprojecten als mogelijkheid aangeven, handig voor wie is uitgeloot voor een studie medicijnen. Doe je dat acht weken in Kenia, dan betaal je ruim 3000 euro. Naar ervaring wordt niet gevraagd. Voor het begeleiden van leerlingen met een leerachterstand in Zambia geldt hetzelfde, mits je minimumleeftijd 17 jaar is. Mocht je wel een ervaren docent zijn dan „horen we dat graag”, aldus de website.
Ook SIW Internationale Ontwikkelingsprojecten meldt op de site: „de mogelijkheden zijn zeer divers. Ons aanbod bestaat uit sociale projecten, educatieprojecten, restauratieprojecten en natuurprojecten. Kies bijvoorbeeld voor een natuurproject in Kenia en ga helpen bij de ontwikkeling van ecotoerisme. Of meld je aan voor een sociaal project in Roemenië en verzorg animatie in ziekenhuizen. De mogelijkheden zijn eindeloos!”
Een vol weeshuis betekent een volle kassa, dus worden kinderen vaak onder valse voorwendselen gelokt
Het verlangen om jezelf nuttig te kunnen maken, is van alle tijden. „Nog steeds gevoel ik de bewondering die mij aangreep toen ik haar weg zag gaan naar een vreemd land om zich geheel te geven voor arme, onbeschaafde mensen. Wat een voorbeeld van zelfopoffering in onze tijd van egoïsme”. Met deze woorden, die Joke Linders aanhaalt in haar boek Witte zuster in donker Afrika, nam in 1913 de omgeving afscheid van de jonge, katholieke Aagje Weeselingh. Zij vertrok naar Oeganda om daar haar goede daden te gaan verrichten in een „onbeschaafde wereld”.
Het brengen van Gods woord als goede daad is verdwenen maar het idee dat je het ‘verschil’ kan maken, is er nog steeds. Om niet al te westers-elitair over te komen, koppelen we daar tegenwoordig het idee aan vast dat je er zelf ook heel veel aan hebt. Steeds meer mensen vinden bovendien dat hulporganisaties te veel in eigen zak steken, wat hen ertoe brengt om zelf de handen uit de mouwen te steken.
De vraag is alleen: hoe goed is goeddoen eigenlijk? In haar boek De derde wereld op je cv vertelt medisch antropoloog Judith van de Kamp over de ideeën die vrijwilligers hebben voordat ze een jaar van weldoenerschap ingaan. Het boek bevat een hoop do’s and dont’s voor de tussenjaarbeursgangers en studenten in spe.
-
Doe geen vrijwilligerswerk in een weeshuis
Dat kan schadelijk zijn voor kinderen die daar verblijven. „Het veroorzaakt hechtings- en ontwikkelingsproblemen. Ook belangrijk: veel kinderen zijn geen wees. Ze hebben één of meerdere ouders of familieleden. Maar een vol weeshuis betekent een volle kassa, dus worden kinderen vaak onder valse voorwendselen gelokt. Als vrijwilliger houd je deze commercie in stand, hoe goed je bedoelingen ook zijn”.
In het filmpje Love you give op YouTube komen wezen uit verschillende landen aan het woord, die inmiddels volwassen zijn. Als kind hadden ze het niet zo in de gaten, maar terugkijkend, voelen ze zich vaak als dieren die bekeken werden door westerse vrijwilligers, die elke keer weer na een paar maanden vertrokken. „Het gaat om kinderen, niet om speelgoed dat je na een tijdje weer weglegt”, zegt een man terwijl er ondertussen blonde jongens over de hoofden van jonge wezen aaien.
Mocht je toch per se in een weeshuis aan de slag willen, check dan goed welke organisatie erachter zit.
-
Als je gaat lesgeven op een school, kijk dan of daar niet al iemand voor aanwezig is
Sommige scholen nemen graag een vrijwilliger uit het buitenland aan, want die werkt gratis. De lokale docent krijgt daardoor minder lesuren toebedeeld en prompt dus ook minder salaris. Ook moet je je afvragen of het wel zo’n goed idee is om iets te gaan doen waartoe je niet bent bevoegd. Geef je wel les, pas je dan aan aan de mores van de school. Het meenemen van ballonnen voor een schoolklas is overigens een misverstand, aldus Van de Kamp.
-
Een vrijwilliger op weg helpen kost tijd en geld
Wanneer je bij een project aan de slag gaat en het aanbod krijgt om rondgeleid te worden in de omgeving door iemand van de organisatie, bedenk dan dat je ‘gids’ gevraagd kan zijn een vrije dag onbetaald op te offeren.
„Deze hulp is niet geheel vrijwillig en kost lokale mensen tijd en geld.” Vraag voordat je vertrekt hoe het zit, want de kans is groot dat hij op zijn vrije dag liever iets anders doet.
-
Niet alle organisaties waarderen het wanneer je seks hebt met een inwoner van het land zelf
Deze organisaties hebben daarom gedragscodes ingesteld. Van de Kamp noemt als voorbeeld iemand die in een ziekenhuis werkte dat nog van de nonnen was. De nonnen waren woedend toen ze een Nederlands meisje betrapten met een local en dreigden met een werkverbod op Nederlanders. De organisatie die de Nederlandse scholieren die kant op stuurde, moest flink door het stof.
Hou kortom rekening met de gedragscodes. Doe dat ook als het bijvoorbeeld om iets kleins gaat als kleding: je hoeft niet de sjofele student uit te hangen in een omgeving waar mensen beroepshalve juist netjes gekleed gaan.
Natuurlijk zijn er ook voordelen. Je ontwikkelt je, leert een andere wereld kennen en je doet (werk)ervaring op. Bovendien, zo schrijft Van de Kamp: „Oud-tropengangers schijnen beter in staat te zijn om relaties aan te gaan en te behouden, en gaan anders denken over prestaties en globale perspectieven.” Het gaat dan echter niet meer om hulp aan anderen, maar om zelfontplooiing en netwerken. De vraag is alleen of je daarvoor „de derde wereld op je cv” voor nodig hebt.
Judith van de Kamp: De derde wereld op je cv. Nieuw Amsterdam, 222 blz. 17,99 euro.