Reportage

In familiepark is de koe de attractie

Recreëren Kleine familieparken zijn in opkomst, zeggen vrijetijdsexperts. Wat vinden dagtoeristen daar? „Alles hier is gekoppeld aan de oorsprong van dingen. Gevoelens van nostalgie en traditie, van natuur en puur”, zegt de directeur van een avonturenboerderij.

Avonturenboerderij Molenwaard wil dit jaar groeien naar 150.000 bezoekers. Foto Peter de Krom
Avonturenboerderij Molenwaard wil dit jaar groeien naar 150.000 bezoekers. Foto Peter de Krom

De houten koeienstal van Avonturenboerderij Molenwaard trekt de aandacht van de drie kinderen van Marloes de Haan direct. Jort (4) wil op de plastic koe zitten, Justus (2) kijkt met grote ogen naar de echte koe en haar vier maanden oude kalf die achter het hek in het stro liggen, en Julia (7) volgt met haar vinger een lijntje op een tekening aan de muur. „Hoe lang moet jong belegen kaas liggen?”, vraagt De Haan aan haar dochter, die bijna met haar vinger bij de uitkomst is. Al snel volgt triomfantelijk het antwoord: „Acht tot tien weken!”

In het park in het Zuid-Hollandse plaatsje Groot-Ammers draait alles om de boerderij en het leven daaromheen. Molenwaard is een jaar open en mocht vorige maand al drie prijzen in ontvangst nemen. Het leukste uitje van Zuid-Holland volgens de ANWB, het verrassendste dagje uit volgens supermarktketen Jumbo en volgens recreatiebureau Pleisureworld is het park het ‘Family Entertainment Center’ van het jaar.

Zulke parken – klein maar met minimaal drie attracties voor verschillende doelgroepen – zijn in opkomst, zeggen experts uit de vrijetijdsbranche, al lopen schattingen over de groei van deze parken flink uiteen. „Een aantal jaar geleden was het nog zoeken naar een speld in een hooiberg, maar nu schat ik dat er meer dan tweehonderd bedrijven met een Family Entertainment Center zijn”, zegt Hans van Leeuwen van Pleisureworld, die ook de door Molenwaard gewonnen verkiezing voorzat. Vrijetijdsadviesbureau Van Spronsen & Partners heeft het in een rapport uit 2017 over 27 Family Entertainment Centers (FEC’s) in Nederland „en dat worden er steeds meer”.

„Mensen willen hun vrije tijd steeds efficiënter besteden”, verklaart Niek Timmermans van Van Spronsen & Partners het succes van FEC’s. „ Dat kan makkelijker op een plek met meerdere voorzieningen.”

Lees ook: De twee oudste pretparken staan nu in een jungle van vermaak

Elektrische trekkers

In Avonturenboerderij Molenwaard bij de elektrische trekkers zitten Truus Versluis en haar zoon Coert Begemann met een zonnebril op hun neus op een bankje in de zon. Kleinkind en neefje Daaf (3) rijdt voor hun neus rondjes op een trekker. „Het is betaalbaar en er is van alles te doen”, zegt Versluis. „Van dieren aaien tot attracties. En ik vind het leuk dat we lekker buiten zijn, dat Daaf hier in aanraking komt met de boerderij.”

De tijdgeest speelt een niet te onderschatten rol in het succes van zijn park, denkt directeur Michael van Hoorne van Molenwaard. „Alles hier is gekoppeld aan de oorsprong van dingen. Gevoelens van nostalgie en traditie, van natuur en puur, dat zijn waarden die belangrijker worden in onze vrije tijd.” Hij krijgt weleens bezoekers uit Amsterdam, zegt hij, „die zeggen dat hun kind vaker een olifant in Artis heeft gezien dan een koe”.

Een ander belangrijk kenmerk van FEC’s is dat ze voor de hele familie zijn, dat het park „een familiegevoel” uitstraalt, zoals Van Leeuwen het omschrijft. „Juist dat kneuterige, dat is precies de bedoeling van een FEC.”

De Avonturenboerderij voldoet daar in zijn ogen precies aan: hier kun je bootje varen, ponyrijden, en varkens, koeien en schapen aaien. Er zijn educatieve shows, waar kinderen leren waarom kaas geel en rond is of hoe schapen geschoren worden. De meeste activiteiten zijn buiten.

Vergelijk FEC’s niet met een pretpark, zegt Van Leeuwen. „Daar zijn vooral gemotoriseerde attracties en betaal je één toegangsprijs. Bij FEC’s is de toegang soms gratis en moet je per attractie betalen.”

Kleine parken zoals Molenwaard, waar vorig jaar 120.000 bezoekers kwamen (ter vergelijking: de Efteling heeft 5 miljoen bezoekers per jaar), hebben een groot voordeel ten opzichte van de grote pretparken; ze zijn een stuk goedkoper. Voor 13 euro kun je de hele dag in Molenwaard doorbrengen, in het laagseizoen voor 10 euro. Een kaartje voor de Efteling kost vier keer zo veel.

Net zozeer tot de FEC-categorie behoren indoorlocaties waar je kunt karten, lasergamen en bowlen. In de jaren negentig werden veel kartbanen aangelegd, maar ondernemers zagen dat bezoekers na een ritje weer snel buiten stonden, zegt Timmermans. „Toen zijn ze voorzieningen gaan toevoegen, zodat bezoekers langer blijven.” Veel locaties met aanvankelijk één attractie zijn zo verder ontwikkeld tot een FEC.

Over alles is nagedacht

Avonturenboerderij Molenwaard werd in één keer opgetuigd, op een langgerekte strook weiland in de noordelijke Alblasserwaard. Het in één keer neerzetten van een FEC is een trend van de laatste jaren, zegt Timmermans. „Een professionaliseringsslag in de sector. Ondernemers willen profiteren van schaalgrootte en efficiëntie en concurreren zo locaties met één attractie weg.”

Dit jaar wil Molenwaard groeien naar 150.000 bezoekers. Van Hoorne heeft een deel van het weiland naast het park gekocht en wil daar een extra restaurant en een maïsdoolhof neerzetten. Bij 200.000 bezoekers per jaar is de maximale capaciteit van het park bereikt, denkt hij. „Als we dan nog zouden willen groeien, moeten we de doelgroep veranderen. Maar dan gaan we op andere parken lijken. Terwijl het zo leuk is dat we hier iets nieuws hebben bedacht.”