Families met kinderen slenteren over de bedrijvenbeurs. Een cosmeticafabrikant deelt proefmonsters uit, op een podium treedt een rapgroep op. In het Omar al Mokhtar congrescentrum, in de Libische hoofdstad Tripoli, wijst er deze zaterdag weinig op dat slechts vijftien kilometer verderop zware gevechten plaats vinden. Overdag gaat het gewone leven betrekkelijk rustig zijn gang. Het vliegveld is nog gewoon open.
„Het heeft geen zin om ongerust te zijn”, zegt Radia al Swei (46), eigenaresse van een privékliniek, die autistische kinderen begeleidt. Terwijl haar zus op de beurs folders uitdeelt, legt Al Swei uit dat ze ondanks het aanhoudende geweld optimistisch is. „Als burger probeer ik dat zinloze wapengekletter zoveel mogelijk te negeren en gewoon door te gaan met mijn leven.” Makkelijk is dat niet. Overdag lijkt het leven normaal. ’s Nachts, als de straten leeg zijn, klinkt uit de verte het geluid van mortieren.
De gevechten rond Tripoli zijn het nieuwste hoofdstuk in een lange golf van geweld, die begon nadat dictator Moammar Gaddafi in 2011 werd verdreven en vermoord. Sindsdien maken lokale milities de dienst uit. Vaak zijn er onderlinge gevechten, over bijvoorbeeld de olievelden die ervoor zorgden dat Libië gemeten naar het gemiddeld inkomen onder Gaddafi het rijkste land van Afrika was. De twee regeringen die Libië telt, hebben weinig macht.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/04/web-0804buihaftar2onlinejpg.jpg)
Khalifa Haftar is waarschijnlijk de machtigste militieleider van het Noord-Afrikaanse land. Hij staat aan het hoofd van de krijgsmacht, die sinds afgelopen donderdag probeert Tripoli in te nemen. Door de inname van Tripoli zegt hij een einde te willen maken aan de anarchie. Onderhandelen, zoals voorgesteld door de Verenigde Naties, wil hij niet.
Of Haftar Tripoli werkelijk in gaat nemen, valt te bezien. “Hij is aan de verliezende hand”, zegt politiek analist Mohamed el Ganga (29) uit Tripoli. De aanval van Haftar heeft ertoe geleid dat de meeste milities rond de hoofdstad een tijdelijke verbond hebben gesloten. Volgens El Ganga, die onder meer werkt voor de Duitse denktank SWP (Stiftung Wissenschaft und Politik), is de alliantie tegen Haftar onverwacht sterk. “Haftar dacht dat een aantal belangrijke milities hem zouden steunen. Maar die hebben hem verraden.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/04/data43415756-5410b7.jpg|//images.nrc.nl/l_TWfrrnSUmX9SLFA5UE21yS4Jo=/1920x/smart/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/04/data43415756-5410b7.jpg)
Tekening Kamagurka
Maffiapraktijken
Op straat in Tripoli is echter opmerkelijk veel steun voor Haftar. Mensen zijn het aanhoudende geweld beu, en hopen dat hij een einde kan maken aan de willekeur van de milities, die zich steeds meer ontwikkelen tot goed georganiseerde maffia-organisaties die bijvoorbeeld veel geld verdienen met de handel in deviezen. Haithem Tajouri, leider van de Tripoli Revolutionary Brigade (TRB) , zette volgens een rapport van de SWP succesvol de directeur van de Centrale Bank onder druk. Daardoor kan hij Amerikaanse dollars aanschaffen voor de officiële koers van 1,65 Libische dinar. Op de zwarte markt, waar zijn mannen de valuta verkopen, is de koers drie keer zo hoog.
“Ik hoop dat Haftar hier de macht grijpt”, fluistert de manager van een telefoonwinkel op samenzwerende toon. “Libië heeft een leider nodig die keihard afrekent met al deze maffiapraktijken.” Zolang Haftar Tripoli niet heeft ingenomen wil de manager liever niet met zijn naam in NRC. “De leiders van de milities gaan over lijken. Voor je het weet ruimen ze je uit de weg.” De pogingen van de VN om de strijdende partijen te laten onderhandelen, hebben er volgens de manager alleen maar voor gezorgd dat de milities in Tripoli hun maffia-praktijken ongestoord kunnen voortzetten.
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data43327272-86e8ee.png)
Het geweld in Libië heeft de afgelopen jaren gigantische verwoestingen veroorzaakt. In de steden Benghazi en Sirte, ten oosten van Tripoli, zijn hele wijken praktisch met de grond gelijkgemaakt. Maar de situatie is niet zo uitzichtloos als in bijvoorbeeld Syrië en Jemen. Ondanks de gevechten slaan maar weinig Libiërs op de vlucht. Op de meeste plaatsen is nog steeds stromend water, elektriciteit en telefoon.
“Ik zie het even niet meer zitten”, zegt Mouad el Warfalli (26), receptionist van een hotel in Tripoli. “Telkens als je denkt dat het over is, breekt er opnieuw geweld uit.” Door de huidige gevechten kan El Warfalli al twee dagen niet naar huis. “Ik woon aan de zuidrand van Tripoli”, zegt hij. “Door het geweld is de weg daarheen geblokkeerd.” Via de telefoon staat El Warfalli in contact met zijn familie. “Zij zijn veilig”, zeggen ze . “Hopelijk blijft dat zo. Soms is het moeilijk optimistisch te blijven.”