‘Durf als docent kleur te bekennen’

Polarisering in de klas Een ‘practor’ op het mbo moet docenten helpen de verschillen in de klas kleiner te maken. Hoe doorbreek je het hokjesdenken?

Leerlingen van het ROC opleiding techniek.
Leerlingen van het ROC opleiding techniek. Foto Lex van Lieshout/ANP

Na de massamoord in een moskee in Christchurch, Nieuw-Zeeland, bleef een islamitische jongen na lestijd in de klas van Marieke Voogt hangen. „Hij was er nogal ondersteboven van”, zegt Voogt, docent op het ROC Alfa-college in Hoogeveen. „Ik zei dat ik zijn schrik begreep, dat het om zijn broeders en zusters gaat. En ik realiseerde me direct wat voor stomme opmerking dat was. Ik zei: de slachtoffers zijn natuurlijk ook mijn broeders en zusters.”

Het voorbeeld illustreert voor Voogt hoe de taal ons hokjesdenken verraadt en hoe snel je daarmee als docent onbedoeld verschillen in de klas vergroot. Die zijn er al onder de studenten, bijvoorbeeld als iemand roept dat alle asielzoekers verkrachters zijn. Of als de spanningen tussen Turkije en de Koerden oplopen, wat ook studenten bezighoudt.

Dat groepsdenken zie je ook in de klasopstelling. Er zijn studenten die net van het vmbo komen, er zijn twintigplussers, er zijn studenten van niet-Nederlandse afkomst, er zijn studenten die al zeven generaties in hetzelfde dorp wonen. Soms zijn de tafels tussen die groepjes leeg.

Hoe doorbreek je dat? Om die vraag te beantwoorden startten de acht mbo-instellingen die onder de Federatie Christelijk mbo vallen het practoraat ‘verschillen waarderen’, onder leiding van een practor. In dit geval is dat Birgit Pfeifer, die in 2017 promoveerde op de motieven van ‘school shooters’, waardoor ze veel over radicalisering weet. En dus ook over polarisatie (het moment daarvóór), waarover dit practoraat gaat. Pfeifer gaat onderzoek doen en docenten bijscholen, zodat er een sfeer op mbo’s ontstaat waarin ook de gepolariseerde onderwerpen besproken kunnen worden. Ze blijft vier jaar aan.

Waarom heeft u gesolliciteerd?

„Ik vind het een taak van het onderwijs studenten mee te geven hoe ze zich in de samenleving kunnen bewegen. We moeten af van hokjesdenken. Laatst was ik op een bijeenkomst, we hadden ons net aan elkaar voorgesteld, toen iemand tegen me zei: ‘Ik ben heel tolerant, maar bij jullie gereformeerden vind ik dat lastig.’ Omdat ik bij christelijke scholen werk, godgeleerdheid heb gestudeerd en in Kampen woon, had ik de schijn tegen. Daar komt dan ook het etiket ‘intolerant’ en ‘gesloten’ bij.”

Hoe doen docenten dat?

„Docenten zijn bang dat er weer iets bijkomt. Maar het is een grondhouding die je moet veranderen. Het gaat er niet om dat je je politiek correct uit of het woord ‘negerzoen’ vermijdt, maar dat je in staat bent een wezenlijk gesprek te voeren. Ben je nieuwsgierig naar de ander, stel je je open, durf je kwetsbaar te zijn?”

Waarom komt juist het mbo met deze opdracht, denkt u?

„Het schuurt in de samenleving en docenten weten niet hoe ze daarmee om moeten gaan. Sommigen reageren inhoudelijk: jij hebt ongelijk. Anderen willen geen escalatie of denken dat ze neutraal moeten zijn. Maar als je de dialoog uit de weg gaat, voelt niemand zich gehoord. Dat geldt ook voor leraren onderling. Ook in lerarenkamers leidde de Nashvilleverklaring tot verdeeldheid.”

Waar liggen de grenzen van nieuwsgierigheid? Wat als een student een antisemitische uitspraak doet?

„Ik denk dat als je stevig in je schoenen staat, je af en toe kleur durft te bekennen als docent. Je hoeft natuurlijk niet alles goed te vinden. Je kunt wel vragen waarom iemand iets zegt, met elkaar over het onderwerp nadenken, of van perspectief wisselen, zoals de jongens die even de meisjes zijn en andersom.”

Leraren spreken zich volgens sommigen juist te veel uit, gezien de recente ‘meldpunten indoctrinatie’.

„Het gaat om empathie, om luisteren zonder oordeel. Daar zijn docenten niet voor opgeleid. Als docent ben je juist graag degene die alles weet. De bedoeling van het practoraat is niet het gelijkschakelen van mensen.

„Laatst zag ik een documentaire van een jonge Indiaas-Marokkaanse filmmaakster wier vader is vermoord door rechts-extremisten in Amerika. Daar ging ze langs, die mensen zeiden de meest racistische dingen tegen haar. Ze had een open, nieuwsgierige houding, maar zei ook: wat je nu zegt doet mij pijn, want ik moest al jong mijn vader missen. Door dat gesprek zag je mensen veranderen.”

Hoe ziet die houding er concreet uit in de klas?

„Het gaat er niet om de dialoog op te dringen. Na ingrijpende gebeurtenissen, zoals de schietpartij in Utrecht, kan een docent vragen: jongens, hoe zitten jullie hier, is het oké als we beginnen?

„Bij de kappersopleiding op het Albeda College geven ze kansarme jongeren een gratis make-over, dat is een mooi moment voor studenten om een ander levensverhaal te horen, in plaats van direct te denken: kansarm, dus zielig.

„Wat ik echt niet wil, is dat dit onderwerp bij de burgerschapslessen wordt geparkeerd, of dat het een lesboekje wordt. Dat is de oplossing niet, het gaat om het menselijk contact.”