Reportage

Terug naar de democratie? Voor de arme Thai valt er zondag weinig te kiezen

Thaise stembusgang Groeiende ongelijkheid is hoofdthema in de verkiezingingscampagne in Thailand. In een sloppenwijk van Bangkok merken ze er weinig van. „Ik leen alleen bij mensen die ik ken. Ze slaan je in elkaar als je niet terugbetaalt.”

Links: Korranit Ngamsukonratana, kandidaat voor de legerpartij in de sloppenwijk Khlong Toei. Rechts: oud-legerleider en premier Prayuth Chan-ocha op campagne in de provincie.
Links: Korranit Ngamsukonratana, kandidaat voor de legerpartij in de sloppenwijk Khlong Toei. Rechts: oud-legerleider en premier Prayuth Chan-ocha op campagne in de provincie. Foto’s Lillian Suwanrumpha/AFP en Sakchai Lalit/AP

Eén keer, het is al jaren geleden, nam Nittay Ruangdej een kijkje in een chic winkelcentrum. Zo één met marmeren vloeren, airconditioning en etalages met dure merkkleding. Ze werd er spontaan duizelig van. „De geur stond me tegen.”

Nittay Ruangdej woont niet ergens diep in het platteland van Thailand maar midden in hoofdstad Bangkok, in sloppenwijk Khlong Toei. De dure winkelcentra liggen nog geen twintig minuten verderop. Voor de ingang staan Porsches en binnen verkopen juwelierszaken armbanden met diamanten voor 550.000 baht per stuk, omgerekend zo’n 15.250 euro.

Wat heeft Nittay Ruangdej er te zoeken? Geld, preciezer het gebrek eraan, is voor de 60-jarige vrouw altijd een probleem.

Een dictatoriaal regime, bedekt met een laagje democratie

Nopparot Thammikko, Abt van de tempel in Khlong Toei

Haar eigen kinderen zijn volwassen, maar ze zorgt voor haar kleinkinderen en twee aanloopkinderen uit de buurt. Een van hen, een peutermeisje in een jurk met vlekken, scharrelt op blote voeten om haar heen. Haar vader zit in de gevangenis. Moeder gebruikte drugs en verdween op een dag, zomaar. Nittay Ruangdej leent vaak geld, maar ze let goed op: „Ik leen alleen bij mensen die ik ken. Anders is het te riskant. Ze slaan je in elkaar als je niet terugbetaalt.”

Nergens ter wereld is de ongelijkheid groter dan in Thailand, berekende Credit Suisse vorig jaar. De rijkste 1 procent van de bevolking bezit 66,9 procent van het vermogen. De armste 50 procent heeft samen 1,7 procent in bezit. In 2016 stond Thailand nog op plek 3 van de meest ongelijke landen, nu is het gat tussen arm en rijk er groter dan in Rusland en India.

Hoezo democratisch?

Die groeiende ongelijkheid is één van de belangrijkste thema’s in de verkiezingscampagne. Zondag zijn er parlementsverkiezingen, voor het eerst sinds het leger de macht greep in 2014. De verkiezingen werden vijf keer uitgesteld, nu durft generaal Prayuth Chan-ocha het aan. Hij wil Thailand opnieuw leiden en probeert het dit keer via de democratische weg.

Althans, democratisch? Nopparot Thammikko is de abt van de tempel in Khlong Toei en hij heeft geen goed woord over voor de junta. „Thailand is een dictatoriaal regime, bedekt met een laagje democratie”, zegt hij. De legerleiding heeft het kiesstelsel zó veranderd, dat Prayuth grote kans maakt aan te blijven. „Ze geven niks om het Thaise volk. Het gaat ze alleen om macht”, moppert Thammikko.

De senaat en het parlement kiezen samen de nieuwe premier. Maar de hele senaat (250 zetels) is door de huidige legerleiding aangewezen. Waarschijnlijk stemmen zij na de verkiezingen voor Prayuth als premier. Dan heeft hij nog maar een relatief klein deel van het nieuw gekozen parlement nodig om aan te blijven: 126 van de 500 zetels zou genoeg zijn.

Premier Prayuth Chan-ocha op campagne in de provincie. Foto Sakchai Lalit/AP

De abt heeft ook inhoudelijke kritiek. De regering zegt wel ongelijkheid tegen te gaan, de wijze waarop heeft volgens hem weinig zin: „Hun beleid maakt de rijken rijker en de groep armen groter.” Hij noemt de welzijnspas waar 14 miljoen arme Thai gebruik van kunnen maken. Ze krijgen elke maand 300 baht gestort, zo’n 8 euro, voor dagelijkse boodschappen. „Ze gooien de armen een vis toe, leren hun niet hoe ze een hengel moeten gebruiken. Dat is geen lange-termijn-denken.”

Een ngo-werknemer die armoede probeert te bestrijden in Khlong Toei geeft hetzelfde voorbeeld. Het geld dat de Thai met die passen uitgeven, verdwijnt rechtstreeks in de zakken van de grote bedrijven die meedoen aan het programma, zegt hij. Bijvoorbeeld de CP Groep profiteert, de eigenaar van de populaire 7-eleven-winkels die zo’n beetje op elke straathoek zitten. „Het lijkt op het eerste gezicht prima beleid, maar het is niet intelligent. De mensen blijven gewoon arm.”

Militairen op de loer

Monniken kunnen zich in Thailand wel wat permitteren, Thammikko durft zich uit te spreken. Voor gewone Thai, zoals de man van de ngo, is dit lastiger. Hij blijft liever anoniem. „We mogen niet te kritisch zijn. Doe je dat wel, komen de militairen langs.” Die buurten hier toch al geregeld, vertelt hij. „Ze doen niks officieels, maar staan hier dan twee uur lang sigaretten te roken. Even een signaal afgeven.” In de arme stadsdelen verwacht het leger eerder demonstraties, daarom houden ze de boel in de gaten, denkt hij.

Oma Nittay Ruangdej is blij met de pas. Het leven hier in Khlong Toei is al zo onzeker. De haven van Bangkok is grondeigenaar en probeert de achterbuurt leeg te krijgen voor toeristen. „Ik weet niet of ik een huis ergens anders kan betalen.”

Ze maakt zich zorgen en slikt al een tijdje pillen tegen een hoge bloeddruk. „Ik slaap beter en voel me fitter.” Ze is dankbaar voor het universele zorgsysteem – dat heeft zakenman Thaksin Shinawatra geïntroduceerd toen hij premier was, in 2001. Thai hoefden niet meer dan 30 baht (85 eurocent) te betalen voor welke doktersbehandeling ook. Zorg werd ineens toegankelijk voor iedereen, één van de redenen voor Shinawatra’s grote populariteit bij de sociale onderlaag.

Dit soort extraatjes is sinds hij in 2001 werd gekozen nooit verdwenen. Ze hebben zelfs een naam: Thaksinomics. De rijstsubsidies die zijn zus Yingluck Shinawatra aan boeren uitdeelde toen zij premier was, vielen eronder. Net als nu de welzijnspas van generaal Prayuth. De meeste partijen die aan de verkiezingen meedoen beloven ook allerlei klein geld: van een minimumprijs voor rijst aan boeren tot maandelijks een vast bedrag voor kinderen, ouderen of daklozen.

Bewoners van de sloppenwijk Khlong Toei in Bangkok. Foto Lillian Suwanrumpha/AFP

Zulke eendimensionale uitgaven zorgen dat minder geld overblijft voor investeringen die goed zouden zijn voor een land. Denk aan investeringen in onderwijs. Maar sinds 2001 kozen de Thai, áls er verkiezingen waren, voor de beloftes van de Shinawatra’s. Ze wonnen keer op keer. Het leger en de elite in Bangkok probeerden ze dan ook weg te krijgen, met succes. Zowel Thaksin als zus Yingluck Shinawatra woont nu in het buitenland. In Thailand werden ze allebei afgezet en tot celstraf veroordeeld voor corruptie.

Het verloop van de verkiezingen is ongrijpbaar. De laatste keer dat de Thai gingen stemmen, is vijf jaar plus een flinke periode van legeronderdrukking geleden.

De Pheu Thai-partij, waaraan de Shinawatra’s nog steeds verbonden zijn, doet wat ze kan om zondag alsnog te winnen. Ze hebben de partij opgesplitst omdat losse partijen in het huidige kiesstelsel meer zetels kunnen krijgen. Die moeten dan samen wel veel méér stemmen binnenhalen dan de partij van generaal Prayuth. Omdat de senaat aan zijn kant staat, moet de oppositie driekwart van de zondag te verdelen parlementszetels zien te halen, dus 376 van de 500 zetels.

De autoriteiten maken het de partijen die aan Shinawatra zijn gelieerd intussen moeilijk. Eén splinterpartij werd begin maart verboden omdat de zus van de koning zich als premierskandidaat had aangemeld. En de verkiezingscommissie verbood de facto het gebruik van foto’s en posters van de Shinawatra’s in de campagne. De commissie bepaalde dat alleen verkiesbare kandidaten of premierskandidaten op de posters mogen staan. Een foto van generaal Prayuth mag dus wel.

De legerleiding probeert de verkiezingen neer te zetten als „de terugkeer naar democratie”. In Khlong Toei hebben weinig mensen daar hun hoop op gevestigd. Nittay Ruangdej krijgt „hoofdpijn” van politiek en denkt er liever niet over na. En de anonieme medewerker van de ngo constateert dat het systeem te ingewikkeld is geworden en mensen het niet meer begrijpen. „We hebben een overheid nodig die gewoon luistert naar de Thai.”