Van alle partijen is FvD het meest geliefd bij mannelijke kiezers: 64 procent is man. Daarna valt de VVD bij mannen het meest in de smaak (60 procent man). Dan volgen PVV en het CDA met 58 procent en de PvdA met 57 procent mannelijke kiezers. Van degenen die op de Partij op de Dieren stemden, was 66 procent vrouw.
De opkomst bij mannen was hoog voor provinciale verkiezingen: 63 procent. De opkomst van vrouwen, 50 procent, was iets hoger dan het gemiddelde van 2015 (48 procent). De winst van Forum voor Democratie, dat woensdag vanuit het niets de grootste partij werd, ging voor een groot deel ten koste van de PVV: 31 procent van de FvD-stemmers van woensdag koos tijdens de Tweede Kamerverkiezing van 2017 nog voor de partij van Wilders.
Uit kiesonderzoek dat werd uitgevoerd door Ipsos in opdracht van de NOS valt op te maken dat de twee bloedgroepen vooral veel standpunten delen. Maar Baudets felle bestrijding van klimaatbeleid lijkt de PVV-achterban over de streep getrokken te hebben.
Het FvD-electoraat is relatief oud: alleen stemmers op 50Plus en de PvdA zijn minder vaak jonger dan 24. De grootste groep FvD’ers is ouder dan 65: 31 procent. Het gemiddelde onder de hele bevolking is 22 procent. Ongeveer de helft van de FvD-stemmers is tussen de 35 en 64 jaar.
Lager opgeleid dan gemiddeld
Zo’n 29 procent van de FvD-stemmers is hoogopgeleid. Dat is lager dan het gemiddelde (35 procent), maar hoog voor een Europese radicaal-rechtse partij. De PVV is er nooit in geslaagd veel hoogopgeleiden te trekken, zegt Eelco Harteveld, die politiek gedrag onderzoekt aan de afdeling politicologie van de Universiteit van Amsterdam.
Uit Hartevelds onderzoek in 2017 bleek dat mannelijke hoogopgeleide FvD-stemmers vaker dan bij de PVV al hun nieuws van internet halen en niet van de traditionele media. Op sommige sites en sociale media „is het ondergangsdenken heel belangrijk”, constateert Harteveld. Baudet sluit aan bij de cultuurstrijd tegen feminisme, politiek links en immigranten, zoals je die voorheen alleen bij de alt-right in de Verenigde Staten zag. Daar hoort ook het Putinverstehen bij. „Bij Baudet staat het gevoel van 2019 iets meer op de voorgrond, terwijl Wilders soms in 2006 lijkt te zitten en nog over islamcartoons praat. Nieuwe generaties zijn met andere dingen bezig.”
Opvallend is het hoge percentage ‘middenopgeleiden’ (mbo-3 of mbo-4) bij de FvD (47 procent) en de PVV (41 procent). De FvD heeft iets meer laagopgeleiden dan gemiddeld. D66 trok de meest hoogopgeleide stemmen (67 procent) en de minste laagopgeleiden (7 procent). PVV-stemmers zijn het vaakst laagopgeleid: zo’n 40 procent.
FvD iets stedelijker
FvD is wat sterker in de stad vertegenwoordigd dan de PVV, maar heel groot zijn de verschillen niet. Uit een studie die Harteveld met drie anderen aan de UvA deed, blijkt dat mensen op het platteland vooral wegens sociale achteruitgang of krimp van de omgeving op radicaal-rechtse partijen als de PVV stemmen. Zij kunnen dan ook immigratie de schuld geven, hoewel immigranten nauwelijks op het platteland wonen. „Wij zien dat mensen in krimpregio’s een grotere hekel hebben aan politici en aan immigranten”, zegt Harteveld. In stedelijke gebieden is alleen immigratie een redelijke voorspeller van rechts. „Ik zie de FvD een deel van de gebieden van de PVV overnemen, in Oost-Groningen, de grensregio en Zeeuws-Vlaanderen. Maar in die afkalvende gebieden blijft de PVV nog steeds bolwerken behouden.”
Volgens Harteveld kan de politiek wat aan de kloof tussen stad en platteland doen. „Je zorgt bijvoorbeeld met gericht beleid dat een school openblijft in Oude Pekela. Of voor bereikbaarheid, je begint niet met een belbus. Als je dat doet, gaan de stemmen mogelijk naar het midden.”
Overstap van PVV
Slechts een op vijf FvD-kiezers stemde ook tijdens de Tweede Kamerverkiezingen op die partij, blijkt uit het kiezersonderzoek van Ipsos. Naast de gewonnen PVV-stem koos ook het electoraat van VVD (15 procent) en CDA (10 procent) ditmaal voor FvD.
Uit „opinievragen” van Ipsos blijkt dat de PVV- en FvD-stemmer meer overeenkomsten dan verschillen vertonen: beiden zijn eurosceptisch, tegen migratie en wantrouwen landelijke politiek. FvD-stemmers houden de deur voor mensen die „vluchten voor geweld en onderdrukking” iets verder open dan PVV-stemmers. Twee op vijf PVV-stemmers was het oneens met deze stelling.
Maar op klimaat drijven de twee bloedgroepen uiteen. FvD-stemmers zijn mordicus tegen. Driekwart vindt dat Nederland niet voorop moet lopen in het klimaatbeleid. PVV-stemmers zijn minder stellig. Ja, de helft van de PVV-stemmers is dezelfde mening toegedaan. Maar ruim een kwart vindt wel dat Nederlanders voorop moeten lopen, een mening die slechts een op de tien FvD’ers delen. Wel willen ongeveer twee op de drie stemmers op beide partijen er zeker niet voor betalen. Ter vergelijking: voor GroenLinks en D66 zijn de verhoudingen omgedraaid: daar willen twee op de drie wel bijdragen.
„FvD is duidelijk issue owner klimaatscepsis”, zegt Harteveld, die opmerkt dat hierin een verklaring voor FvD-winst kan liggen: „Het is een bekende politicologische wet dat partijen winnen als verkiezingen over ‘hun’ thema gaan, net als GroenLinks.”
Correctie, 1 april 2019 De zin over het percentage vrouwelijke stemmers op de Partij van de Dieren is aangepast.