De coalitie bevindt zich in een luxepositie. Althans, dat is het verhaal dat alle vier de regeringspartijen de dag na de Provinciale Statenverkiezingen graag vertellen. Dat het kabinet-Rutte III de meerderheid in de Eerste Kamer zou verliezen, hadden ze zien aankomen. Maar dat nieuwkomer Forum voor Democratie met mogelijk dertien zetels de grootste zou worden in de senaat, kwam wel als grote verrassing.
De VVD, de grootste regeringspartij, wist het verlies te beperken. In de senaat raken de liberalen één zetel kwijt, ze komen vooralsnog uit op twaalf zetels. Bij het CDA en D66 was het verlies fors. CDA lijkt van twaalf naar negen zetels te zakken, D66 van tien naar zes. Bij beide partijen is nu te horen: de peilingen zagen er slechter uit. Alleen de ChristenUnie wist meer stemmen te trekken en stijgt van drie naar vier senaatszetels. Opgeteld ziet het ernaar uit dat Rutte III nu in de Eerste Kamer kan steunen op 31 zetels. Voor een meerderheid zijn 38 zetels nodig.
Eisen van Baudet vooraf keihard
Hierdoor ontstaat een nieuwe politieke realiteit, beseft de coalitie. Voor de verkiezingen leek het erop dat GroenLinks de „sleutel van de coalitie” in handen had. Partijleider Jesse Klaver zei het keer op keer: ze kunnen straks niet om ons heen. Vermoedelijk zou ook Forum voor Democratie genoeg zetels halen om Rutte III aan een meerderheid te helpen, maar iedereen wist: met die partij valt niet samen te werken, vanwege de eisen die FvD stelt. Thierry Baudet had het vaak opgesomd: in ruil voor zijn steun moest de Klimaatwet van tafel, moest Nederland uit het Marrakeshpact stappen en moesten drie bewindspersonen uit Rutte III opstappen. Eric Wiebes (VVD) om zijn klimaatplannen, Kajsa Ollongren (D66) om het afschaffen van het referendum en Mark Harbers (VVD) om zijn asielbeleid.
Na woensdagavond bleek dat GroenLinks de coalitie inderdaad aan een meerderheid kan helpen, met negen zetels. Maar ze zijn niet de enige linkse oppositiepartij in die positie. In de voorlopige uitslagen komt ook de PvdA hiervoor in aanmerking, met zeven zetels. In de Eerste Kamer kunnen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie vanaf eind mei zélf kiezen met welke oppositiepartij ze samenwerken, constateren ze de dag na de verkiezingen tevreden. Het is een manier om het eigen leed iets te verzachten.
Nog op de verkiezingsavond zeiden VVD, CDA en D66 het zeker te weten: ze zijn niet van plan een akkoord te sluiten met één vaste gedoogpartner. Liever werken ze in wisselende meerderheden. Per onderwerp kunnen ze dan samenwerking met een oppositiepartij zoeken. Voor GroenLinks en de PvdA kunnen de coalitiepartijen zo voorbeelden noemen. D66 rekent op onderwijsgebied op de sociaal-democraten. De ChristenUnie verwacht bij GroenLinks én de PvdA steun te kunnen vinden voor een pensioenakkoord. Maar of er onderwerpen zijn waarop ze kunnen samenwerken met Forum voor Democratie? De coalitiepartijen kunnen níéts bedenken. Of toch. Democratische vernieuwing, zeggen ze bij D66, daar is FvD toch ook voor?
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data42745130-87f97e.jpg|https://images.nrc.nl/RvgsMm-39mvStPEUKzDioxg0oZo=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data42745130-87f97e.jpg|https://images.nrc.nl/XyfRUXxp-vHsoXHPP-t3BMTgQpk=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data42745130-87f97e.jpg)
Winst FvD niet vrijblijvend
Ze zeggen dat het niet is afgesproken, maar de coalitiepartijen hebben een opvallend eensluidende boodschap: nu Forum voor Democratie de grootste is geworden, is dat niet vrijblijvend. „Als je zo flink wint, hoort erbij dat je verantwoordelijkheid neemt”, zei VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff tijdens de uitslagenavond. „Dat je niet alleen je kiezers bedankt voor hun stem, maar ook aan de slag gaat om iets voor ze te dóén.”
Het gaat niet alleen om inzet, maar ook om inhoud, vervolgen de coalitiepartijen. Wat wíl de partij van Thierry Baudet? Anders dan alle andere partijen werkte FvD in de campagne niet met een uitgewerkt verkiezingsprogramma per provincie. Het is dus onduidelijk wat de inzet is van FvD als die partij straks gaat onderhandelen over de vorming van provinciebesturen.
Bewindslieden uit Rutte III klagen dat ze ook niet weten wat FvD in de Tweede Kamer wil. Minister Ferdinand Grapperhaus (Justitie en Veiligheid, CDA) zegt dat bij debatten alle partijen aanschuiven, ook kleinere. „Maar Forum voor Democratie zie ik helemaal nooit. Ik weet niet wat hun visie is op onderwerpen.” Zijn collega’s Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat, VVD) en Sigrid Kaag (Buitenlandse Handel, D66) delen die observatie.
De winst van FvD zet de coalitiepartijen wel aan het denken. Hoe kan het dat een partij vanuit het niets de grootste in de Eerste Kamer wordt? Waar hebben zij het zelf laten liggen? Een pasklaar antwoord hebben ze een dag later nog niet. Maar zichzelf verwijten maken – dat doen ze ook niet. Het is nog te vroeg om conclusies te trekken, zeggen ze.
Geen baat bij nieuwe verkiezing
Voor VVD en CDA kan een conclusie zijn dat ze een gat op rechts hebben laten vallen. Dat ze te weinig hebben geluisterd naar de conservatieve kiezer. Maar als dat betekent dat ze binnen de huidige coalitie gaan proberen de FvD-kiezer aan te spreken, dan kan dat tot wrijving leiden met coalitiepartners D66 en ChristenUnie.
Eerder dit jaar bleek al dat profileringsdrang van coalitiepartijen risicovol is. Toen Dijkhoff in De Telegraaf afstand nam van het concept-klimaatakkoord en openlijk dreigde het kabinet op dit onderwerp te laten vallen, leidde dat tot een kortstondige crisis. Dat gold ook toen het CDA een draai maakte op het kinderpardon.
Aan de andere kant: ze hebben ook laten zien dat ze moeilijke kwesties onderling kunnen oplossen. Nog voor ze in de problemen kwamen na de doorrekening van het klimaatakkoord, hadden ze al een uitweg bedacht. Zelfs GroenLinks-leider Klaver moest toegeven dat hij stond te „juichen” om de nieuwe klimaatvoorstellen.
Eén ding staat vast: niemand heeft er baat bij om het kabinet te laten vallen. Bij nieuwe landelijke verkiezingen is de kans immers reëel dat Forum voor Democratie er met de winst vandoor gaat. Dat brengt de regeringspartijen voorlopig dichter bij elkaar.