AIVD: Britse prediker heimelijk op Haga

Islamitische school Omstreden shariageleerde Al-Haddad was voor “heimelijke bijeenkomsten” op het islamitische Cornelius Haga Lyceum, schrijft de AIVD in een ambtsbericht.

Cornelius Haga Lyceum.
Cornelius Haga Lyceum. Koen van Weel/ANP

De omstreden Britse shariageleerde Haitham al-Haddad was op het Cornelius Haga Lyceum in Amsterdam voor „heimelijk bijeenkomsten”. Ook zouden andere radicale islamitische voormannen betrokken zijn bij de school en zou de schoolleiding een Tsjetsjeense terreurbeweging hebben gefinancierd.

Dat staat in een vertrouwelijk ambtsbericht dat inlichtingendienst AIVD in januari 2019 aan de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema heeft gestuurd. Het ambtsbericht, ingezien door NRC, vormt de informatie op basis waarvan Halsema twee weken geleden haar „ernstige zorgen” over de islamitische middelbare school uitte en het bestuur verzocht op te stappen.

De in Londen wonende Al-Haddad is een salafistisch prediker die bekend staat om zijn antisemitische en haatdragende uitlatingen. In Nederland kwam Al-Haddad in 2012 in het nieuws met een optreden in het Amsterdamse debatcentrum De Balie. Hij zei daar dat overspelige moslimvrouwen dolgraag uit het Westen naar een islamitische staat zouden willen reizen om daar gestenigd te worden, volgens hem de juiste straf voor overspel. Ook afvalligen verdienen – in een islamitische staat – de doodstraf, zei Al-Haddad. De directeur van het Haga, Soner Atasoy, bevestigt dat Al-Haddad is langsgeweest, maar volgens hem alleen om de school te bekijken – niet om les te geven.

De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid meldde twee weken geleden op gezag van de AIVD dat „richtinggevende personen” binnen het Cornelius Haga banden onderhielden met een Tsjetsjeense terreurbeweging, het Kaukasus Emiraat. Het geheime AIVD-bericht is specifieker: Soner Atasoy en zijn broer Son Tekin, beleidsmedewerker bij de school, beschouwen de Tsjetsjeense rebellenleider als „hun leider”, schrijft de dienst. Zelf hadden de Atasoys contact met Belgische leden van het Emiraat en zouden zij de terreurbeweging financieren, aldus de AIVD. Soner Atasoy ontkent dit alles.

Salafistische voormannen

Verder noemt het ambtsbericht een aantal namen van betrokkenen rond de school die al langer rondzingen. De Atasoys „omringen” zich volgens de AIVD met de salafistische voormannen Fouad el Bouch (alias Abu Hafs), Kasim Tekin en Abdullah Özütürk. Laatstgenoemde is een Turkse imam die les gaf aan jongeren die zijn uitgereisd naar Syrië. Mogelijk heeft hij invloed gehad op hun „radicaliseringsproces”, stelt de AIVD.

De geheime dienst geeft een aantal voorbeelden van salafistische invloeden in de school. Een leraar die homoseksualiteit wilde bespreken werd weggestuurd, jongens en meisjes worden zoveel mogelijk gescheiden, leerlingen moeten verplicht drie keer per dag deelnemen aan het gebed en ongestelde meisjes moeten dan in een aparte ruimte verblijven, stelt het ambtsbericht. Atasoy ontkent het wegsturen van de leraar en de verplichte gebeden, maar bevestigt dat ongestelde meisjes tijdens het gebed in „een ontspanningsruimte” zitten.

Ook zijn er banden met de radicale imam Fawaz Jneid uit Den Haag, die overigens niet door de AIVD wordt genoemd. Uit onderzoek van NRC blijkt dat Son Tekin Atasoy in 2016 een bevriende projectontwikkelaar heeft gevraagd een pand door te verkopen aan de imam. Atasoy spreekt dit tegen.

Lees ook: Het radicale netwerk rond het Haga

Met een ambtsbericht kan de AIVD andere overheidsinstanties waarschuwen voor personen of organisaties die mogelijk een bedreiging vormen. De dienst kan vanwege bronbescherming nooit inzage geven in de informatie waarop het bericht is gebaseerd. Daarom kan iemand nooit worden veroordeeld op grond van dit document. Halsema en de AIVD willen niet reageren op de inhoud van het ambtsbericht.

Correctie (22 maart 2019): In een eerdere versie van dit artikel stond dat Haitham al-Haddad heimelijk lessen gaf op school. In het ambtsbericht van de AIVD wordt echter gesproken over heimelijke bijeenkomsten. Dat is hierboven aangepast.