De drie lichtmasten van de betonnen skeelerbaan van Schaatsvereniging Oudewater staan er in het daglicht wat nutteloos bij. De aanliggende caravanweide is leeg, net als de twee moestuinen in het braakliggende stuk land daarnaast. Aan de andere kant van de dijk stroomt de Hollandsche IJssel naar het historische centrum van het Utrechtse stadje, om daarna door de weilanden naar Gouda af te slaan. Een bordje langs de waterkant wenst vertrekkende boten een behouden vaart.
„Hier zouden we graag willen bouwen”, zegt wethouder Bob Duindam (Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting, VVD/D66), terwijl hij op het dijkje in de straffe wind uitkijkt over het weidse landschap dat Statenland heet. Ongeveer 150 woningen zou de gemeente graag zien verrijzen, als medicijn voor de oververhitte lokale woningmarkt. „Ruimte genoeg, zou je zeggen”, zegt Duindam, maar hij stuit op beperkingen van de provincie. Die bepaalt in welke gebieden woningen mogen komen. De bouwgrens die de provincie stelt, loopt precies door de middelste lichtmast van de skeelerbaan.
Net als een jaar geleden bij de gemeenteraadsverkiezingen is wonen bij de aankomende Statenverkiezingen een belangrijk thema. Het domineert de verkiezingsdebatten in de provincie Utrecht. Overal in Nederland is gebrek aan woningen – zeker in Utrecht. Daar loopt het tekort volgens vastgoedadviseur Capital Value in 2030 op tot bijna 30.000 woningen. De provincie wil in elk geval 7.000 woningen per jaar realiseren.
Het provinciebestuur speelt een grote rol bij de aanpak van de problematiek, want dat gaat over de ‘plancapaciteit’, het totaal aan vastgestelde of voorgenomen woningbouwprojecten. Mede op basis van de bevolkingsprognoses bekijkt de provincie of er te veel of te weinig plannen zijn, waarop ze de bouwgrenzen bepaalt.
Deze ‘rode contouren’ zorgen regelmatig voor botsingen met gemeenten. Want die gaan in Nederland over de invulling van de ‘lokale woonopgave’. Over de hoeveelheid en het type te bouwen woningen beslissen zij. Zo kan het dat burgemeester en wethouders meer woningen willen, voor huisvesting en leefbaarheid in hun gemeente, terwijl Gedeputeerde Staten dat niet toestaan omdat er al te veel bouwplannen zijn en zij rekening houden met behoud van het groen.
Oudewater – iets meer dan 10.000 inwoners, stadsrechten sinds 1265 – ligt midden in het Groene Hart. Vanuit dit stadje ben je in drie kwartier in het centrum van de vier grote steden.
Voor wethouder Duindam van Oudewater zijn de omliggende weilanden niet onaantastbaar. „Het zijn geen mooie natuurgebieden, maar industrieel groen.” De rode contouren noemt hij een verschrikking: „Het is een wurgend lint waardoor we als gemeente altijd in de verdrukking worden geduwd.”
Lege klaslokalen
De leefbaarheid in Oudewater staat onder druk. De gemeente kampt met vergrijzing en zag het aantal inwoners de afgelopen twee jaar teruglopen. Het aantal basisschoolleerlingen is in drie jaar tijd van 921 afgenomen naar 899, en de verwachting is dat het verder daalt naar 762 in 2034. Duindam: „Er staan nu vijf of zes klaslokalen leeg.” Ook de plaatselijke voetbalclub en tennisvereniging zagen de laatste jaren hun ledentallen krimpen.
De belangrijkste oorzaak voor de vergrijzing is het gebrek aan woningen, zegt Duindam. „Als we niet kunnen bouwen, worden we straks aangemerkt als krimpregio en kunnen we nog minder. Die vicieuze cirkel kunnen we alleen doorbreken met een stabiele bouwproductie.”
Makelaar Jan Meesters van het plaatselijke makelaarskantoor Meesters Makelaardij noemt de situatie in Oudewater penibel. „Er is geen nieuwbouw, er is geen doorstroming, alles zit op slot.”
Het grootste probleem is het aantal betaalbare woningen voor starters. Wie op Funda een huis in Oudewater onder de drie ton zoekt, kan kiezen uit vier adressen. Ook ouderen die willen verhuizen naar een appartement en jonge gezinnen die een huis met een tuin zoeken, kunnen volgens Meesters nergens terecht.
De gemeente Oudewater staat niet alleen in haar bouwwensen. Utrechtse woningcorporaties pleitten eerder al voor verleggen van de rode contouren. Collega-wethouders uit gemeenten als Lopik, Montfoort en Wijk bij Duurstede lopen ook tegen de provinciale beperkingen op. Ze trekken samen op tegen de provincie, zegt Duindam. „De grote steden in deze provincie krijgen voorrang. Het bestuur wil dat jongeren naar Utrecht en Woerden trekken – en daar gaan ze op deze manier ook naartoe.”
De Tweede Kamer nam eind vorig jaar een motie van Daniël Koerhuis (VVD) en Erik Ronnes (CDA) aan, waarin het kabinet verzocht wordt in gesprek te gaan met de provincies Noord-Holland en Utrecht om de rode contouren te verruimen en meer bouwplannen toe te staan. „Er is nu eenmaal een natuurlijke trek naar de stad, maar we moeten niet de dorpen op slot zetten”, zegt Ronnes. „Want dat betekent dat jongeren daar niet meer kunnen blijven wonen.”
‘Geen tekort aan bouwlocaties’
De provincie Utrecht is niet van plan de rode contouren zomaar los te laten. „Ze doen hun werk”, zegt gedeputeerde Pim van den Berg (Ruimtelijke ontwikkeling, D66). „We moeten niet willen dat we allemaal nieuwe schillen aan mooie oude historische stadjes aanbouwen.”
Volgens de gedeputeerde is er tot 2025 in de provincie nog geen tekort aan bouwlocaties. „Gemeenten als Oudewater kunnen de komende jaren nog in redelijk tempo bouwen, voldoende voor de lokale bevolking. Mensen hoeven niet uit Oudewater weg, maar het is wel zo dat veel jeugd tegenwoordig liever in de stad woont.”
Wethouder Duindam bestrijdt niet dat hij de komende vijf jaar genoeg kan bouwen. Daarna raken de bouwlocaties binnen de contouren wel op. „We hebben nu nog plek voor ongeveer honderd huizen, maar tot 2034 hebben we er zeshonderd nodig”, zegt hij. Daarom is hij een lobby begonnen voor verleggen van de contouren. „Het is niet óf binnenstedelijk bouwen óf in het groen bouwen, we hebben allebei nodig”, zegt hij.
Gedeputeerde Van den Berg sluit niet uit dat de provincie voor de lange termijn wil kijken naar „knellende rode contouren”.
In een debat voor de Provinciale Statenverkiezingen spraken de meeste partijen zich vorige week uit voor flexibeler rode contouren. VVD-lijsttrekker André van Schie zag „heel veel ruimte in onze provincie”. Van echte natuurgebieden moet je afblijven, zei hij, „maar kleine aantallen bijbouwen moet kunnen”.
Dat lijkt goed nieuws voor Oudewater. Daar staat tegenover dat GroenLinks de grote winnaar in de provincie kan worden. En juist die partij wil niets weten van soepeler omgaan met de rode contouren, zegt lijsttrekker Huib van Essen. „Wij zijn als provincie hoeder van de ruimte. Als je de rode contouren nu loslaat, wordt er direct in het groen gebouwd en blijft leeg vastgoed binnen de kernen leeg staan en verder verloederen. Dan verlies je twee keer.”
Volgens Van Essen is Oudewater ook niet de meest logische plaats om veel nieuwe woningen neer te zetten. „Het is geen plek waar je makkelijk komt met het openbaar vervoer. Dat betekent dus weer veel meer autoverkeer op de provinciale wegen. Dan kun je woningen beter in de steden, dichter bij voorzieningen neerzetten.”
Wethouder Duindam is toch hoopvol dat hij meer bouwruimte krijgt, zegt hij terwijl hij de dijk afstapt. Misschien nog wel in deze ambtsperiode. „We willen het helemaal niet volbouwen. Onze landelijke ligging is juist onze kwaliteit”, zegt hij, wijzend naar weilanden in de verte. „Je bent hier in de Randstad, maar je ziet het niet.”