In Zuid-Limburg zijn in de gemeente Sittard-Geleen twee kleine Keltische muntschatten gevonden. Het gaat om 21 schotelvormige zilverstukken van een type dat in de jaren vijftig van de eerste eeuw v.Chr. gangbaar was in de Maasvallei. Archeologen van de Vrije Universiteit en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed hebben de munten eind vorig jaar onderzocht, na een melding door drie Limburgse hobbyarcheologen. Nico Roymans (VU) legt een verband met de Romeinse invasie van de Lage Landen ten tijde van Julius Caesar.
Oudheidkundigen kennen uit de jaren vijftig van de eerste eeuw nu al negen schatten. Uit de voorgaande eeuw zijn er slechts twee bekend. Na het midden van de eerste eeuw neemt het aantal schatvondsten weer abrupt af. Losse muntvondsten vertonen een soortgelijke snelle toe- en afname. Deze ‘piek’ valt volgens Roymans niet te verklaren als toevallig verlies.
Daarop duidt ook de vindplaats: de nieuwe schatten zijn niet gevonden bij toenmalige bebouwing. Het gaat dus niet om munten die in een heiligdom zijn geofferd of op het erf van een boerderij verloren, maar om geld dat op een afgelegen plek is begraven door mensen die het niet meer hebben kunnen ophalen.
Oorlog in Gallië
Roymans legt een verband met de door de Romeinse generaal Julius Caesar in zijn Oorlog in Gallië beschreven campagnes tegen de Belgische stammen. In 57 v.Chr. versloeg hij de Nerviërs en de Aduatuci, in de winter van 54/53 vernietigden de Eburonen het Veertiende Legioen en in de daaropvolgende zomers volgden enkele genocidale wraakexpedities. De piek in het aantal muntvondsten documenteert de angst van de bevolking.
De toeschrijving van vondsten aan specifieke, uit Caesars werk bekende veldtochten blijft vooralsnog hypothetisch, maar de gestage toename van het vondstmateriaal brengt zulke combinaties van vondsten en teksten wel binnen bereik. De piek in het begraven van edelmetaal wijst er bovendien op dat de noordelijke Keltische stammen wisten dat de Romeinse legionairs en hun generaal belangstelling hadden voor hun zilver en goud. Dat wordt verder bevestigd door woorden van de Romeinse biograaf Suetonius, die schrijft dat Caesar nederzettingen zonder aanleiding plunderde en daardoor uiteindelijk meer goud bezat dan hij wist uit te geven.
De muntschatten uit Sittard-Geleen vielen nooit in Romeinse handen. Ze zijn vanaf dit weekend, samen met de andere schatvondsten uit de tijd van de Romeinse verovering, te zien in het Limburgs Museum in Venlo.