Het moet eerlijker. De lasten van het klimaatbeleid komen volgens premier Mark Rutte (VVD) te veel bij huishoudens terecht. Daarom wil het kabinet bedrijven zwaarder belasten en burgers de komende jaren ontzien.
De premier kwam met dit verrassende besluit nog geen uur nadat uit de doorrekening van het klimaatakkoord was gebleken dat de gevolgen van dat akkoord voor het inkomen van burgers beperkt waren.
Een doorsnee huishouden ziet zijn inkomen in 2030 met 0,4 procent dalen door de plannen in het ontwerp-klimaatakkoord dat onder leiding van Ed Nijpels werd gesloten, zo schatten de economen van het Centraal Planbureau (CPB). De helft van de huishoudens gaat er meer op achteruit, de andere helft minder. Het CPB benadrukte dat de schattingen allerlei voorbehouden en onzekerheden kennen.
Waarom Rutte dan toch direct reageerde? Omdat het CPB heel helder liet zien dat het niet het klimaatakkoord van Nijpels is waar burgers de komende jaren de kosten van zouden ondervinden. Maar het beleid van het kabinet zelf.
Het kabinet-Rutte III besloot al in het regeerakkoord de energiebelasting tot 2030 fors te laten oplopen. Dát heeft de komende elf jaar een groter effect op de inkomens. Een doorsnee huishouden gaat er, inclusief het al bestaande kabinetsbeleid, in 2030 1,5 procent in inkomen op achteruit. Dat komt voor een groot deel door de stijgende belasting op de energierekening. En precies die stijging wil Rutte nu verzachten.
Het kabinet zegt zo ook de onevenwichtige effecten te willen beperken op mensen met lage en hoge inkomens. De stijging van de energierekening raakt lage en middeninkomens harder dan hoge inkomens. Mensen met een uitkering en gepensioneerden voelen het sterker dan mensen met een baan. Het CPB maakt bij de schattingen van het klimaat- en energiebeleid op de inkomens van verschillende soorten huishoudens een belangrijk voorbehoud: het planbureau hield geen rekening met gedragseffecten. Een hogere energierekening kan mensen ertoe aanzetten minder energie te verbruiken.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/03/data42445166-6d977e.jpg)
Meer belasting voor bedrijven
De energiebelasting gaat voor burgers dus minder snel omhoog dan het plan was. Wat dat precies betekent voor de energierekening blijkt pas in april, als het kabinet de nieuwe klimaatplannen klaar heeft.
In elk geval gaan bedrijven een groter deel van de energiebelasting betalen die het kabinet nodig heeft om duurzame energie zoals windmolens te subsidiëren. Huishoudens brengen nu de helft van deze ‘ODE-heffing’ op, bedrijven de rest. Die verdeling wordt eenderde voor huishoudens en tweederde voor bedrijven. „We doen dit onder andere door het verhogen van de grootverbruikerstarieven, waardoor de industrie een grotere bijdrage gaat leveren aan de transitie”, schrijft minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat, VVD) aan de Kamer.
De energierekening werd voor de coalitie van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie steeds gevoeliger nadat het ministerie van Wiebes de stijging van de energierekening dit jaar totaal onderschatte. Eind december noemde staatssecretaris Mona Keijzer (Economische Zaken en Klimaat, CDA) een stijging van de energierekening met veel meer dan honderd euro nog bangmakerij. In februari bleek de rekening voor een gemiddeld huishouden met 334 euro te stijgen volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek. De energieprijzen stegen meer dan het kabinet had verwacht, met 172 euro. Hogere belastingen zorgden voor een stijging van 162 euro.
Het verhogen van de energiebelasting was bewust beleid van Rutte III: het moest huishoudens stimuleren minder energie te verbruiken. Burgers zouden er alsnog op vooruit gaan door tegelijkertijd de loonbelasting te verlagen.
Het kabinet verschuift nu de lasten naar bedrijven, maar onzeker blijft of burgers daardoor minder van het klimaatbeleid merken in de portemonnee. Het CPB gaat er vanuit dat bedrijven 80 procent van de lastenverzwaringen die zij krijgen, doorberekenen aan burgers in hogere prijzen. Burgers kunnen die hogere prijzen compenseren door hogere lonen te eisen, zei CPB-directeur Laura van Geest. Maar met die looneisen wil het de afgelopen jaren niet echt vlotten.