Opstelten verhulde problemen

Strafbeschikking

Toenmalig minister Ivo Opstelten (Justitie en Veiligheid, VVD) heeft „alarmerende” conclusies over problemen met de strafbeschikking in een brief aan de Tweede Kamer afgezwakt en de Kamer daarmee onvolledig geïnformeerd. Dat blijkt uit documenten die NRC heeft verkregen met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Met de strafbeschikking kan het Openbaar Ministerie zonder tussenkomst van de rechter burgers veroordelen voor een groot aantal misdrijven en overtredingen.

Begin 2015 had de procureur- generaal bij de Hoge Raad Jan Watse Fokkens de uitvoering van de strafbeschikking in een rapport ernstig bekritiseerd. Topambtenaren op het ministerie probeerden op allerlei manieren die kritiek in een brief aan de Tweede Kamer zo te verpakken dat zij nagenoeg onzichtbaar bleef.

De brief moest „benadrukken dat er veel goed gaat”, dat „de bal bij het OM” ligt en de kritiek vooral ging over „het proces” van het uitvaardigen van strafbeschikkingen. Dit terwijl Fokkens vond dat in 6 procent van de onderzochte strafbeschikkingen „onvoldoende bewijs” voor een veroordeling was.

Harde conclusies werden soms weggelaten uit de brief, zoals het feit dat bij meer dan de helft van de onderzochte strafbeschikkingen het dossier incompleet was. Andere kritiek werd alleen in bedekkende formuleringen omschreven. Fokkens’ kritiek werd toen genegeerd maar in 2018 alsnog deels verwerkt.

Reconstructie pagina 12-13