Nadat het onderwerp jarenlang niet serieus op de agenda te krijgen was, vormt het klimaat een belangrijk thema voor de Provinciale Statenverkiezingen van 20 maart. Vrijwel alle partijen in het politieke spectrum, van de Partij voor de Dieren tot de VVD, zijn ervan doordrongen dat er iets moet gebeuren om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Waarbij dat ‘iets’ per partij verschilt. Alleen Forum voor Democratie en de PVV willen er niet aan. Maar in elk geval is het klimaat, in tijden van klimaatstakingen en bloedhete februaridagen, een factor die gelukkig niet meer te negeren valt.
De paradox is dat tegelijkertijd blijkt, uit onderzoek van opiniepeilers en uit het buurtonderzoek dat NRC deze zaterdag publiceert, dat de klimaatscepsis toeneemt. Eigenlijk is ‘scepsis’ een raar woord in dit verband; het suggereert dat het überhaupt te betwijfelen valt dat de mens de opwarming van de aarde veroorzaakt. „Klimaatdebat?”, vroeg de bekendste Nederlandse wetenschapper Robbert Dijkgraaf deze week retorisch aan een interviewer van het Belgische dagblad De Morgen. „Je debatteert toch ook niet over de zwaartekracht?” Maar net als met het niet-bestaande verband tussen vaccinaties en autisme zijn er mensen die de door deskundigen vastgestelde feiten niet geloven – misschien wel juist omdat ze door deskundigen vastgesteld zijn.
Bij het aanjagen van de scepsis is er een belangrijke rol weggelegd voor een culturele tegenbeweging waarvan Thierry Baudet en De Telegraaf de belangrijkste spelers zijn. Keer op keer trekken politicus en krant de feiten in twijfel. Baudet hoopt kiezers voor zich te winnen voor het standpunt dat grootschalige investeringen zinloos zijn, omdat die op wereldschaal nauwelijks effect zouden hebben.
En het werkt: vooral de aanhangers van Baudet (en van Geert Wilders) zijn in afnemende mate bereid om te accepteren dat de mens verantwoordelijk is voor de opwarming. Dat komt voor deze partijen goed uit, want als de mens het niet gedaan heeft, hoeft hij het ook niet op te lossen. Helaas trekt het klimaat zich niets van deze tegenbeweging aan. Men kan, zoals één deelnemer aan het NRC-buurtonderzoek deed, de vingers in de oren stoppen als het klimaat voorbijkomt op het nieuws. Maar het is zinvoller om toch na te denken over wat een individu kan doen om minder CO2 uit te stoten, waarbij minder vlees eten, minder vliegen en minder spullen kopen de maatregelen zijn die het meeste opleveren.
Het zou evenwel onverstandig zijn om het sentiment van de sceptici af te doen als dom of achterhaald. Veel van hun zorgen, vooral als ze financieel van aard zijn, zijn begrijpelijk. Ook al zijn er subsidieregelingen voor bijvoorbeeld warmtepompen of zonnepanelen, het is een logische gedachte om niet de eerste te willen zijn met zo’n ding op het dak of aan de muur. Die pompen maken ook herrie, en misschien worden ze later wel goedkoper? Nog maar even wachten, denkt men.
Hierin is de overheid niet altijd even betrouwbaar. In plaats van losse potjes met een subsidietje links en een stimulerende maatregel rechts, die ook gauw weer leeg zijn, is het zaak om met een doortimmerd plan te komen. Noem het een ‘Deltaplan’, stel een commissaris aan, maar het belangrijkste is: geef de burger het idee dat het echt zin heeft om iets te doen tegen de opwarming van de aarde. Leg beter uit waarom het zo duur is, of reduceer de kosten, maar vertel de burger niet dat zijn zorgen onterecht zijn. Niemand wordt graag zonder deugdelijke uitleg met een hogere rekening geconfronteerd.
Daarbij zou het helpen als mensen zien dat de grote vervuilers stevig aangepakt worden. Ook daarin heeft de burger geen ongelijk: individuele stapjes hebben pas zin als ook olie- en staalbedrijven meedoen. Het was daarom onthutsend dat de ondernemingsraden van de zeventien grootste vervuilers van Nederland afgelopen donderdag, om verdere maatregelen af te wenden, sympathie vroegen voor wat ze allemaal al gedaan hadden om de uitstoot terug te dringen. In werkelijkheid loopt Nederland hierin helemaal niet voorop, zoals onder meer de werknemers van Shell en Tata Steel suggereerden: uit CBS-cijfers van december 2018 blijkt dat de ‘emissie-intensiteit’ van de Nederlandse industrie ten opzichte van de andere Europese landen relatief weinig afgenomen is tussen 2010 en 2016.
Geen individu zal in zijn eentje het klimaat redden. Maar helemaal niets doen totdat de overheid het oplost, is onverantwoord. De burger, de overheid en het bedrijfsleven zullen allen maatregelen moeten nemen. Naar elkaar wijzen heeft een averechts effect. En van desinformatie is nog nooit iemand wijzer geworden.