De trui van Jos B. is van een valere kleur rood dan de vorige keer, maar verder is het een herhaling van zetten in de tweede pro-formazitting in de strafzaak tegen Jos B., vrijdag voor de rechtbank in Maastricht. Jos B. blijft volhouden dat hij onschuldig is en beroept zich op zijn zwijgrecht. Zijn advocaat blijft vragen om onmiddellijke opheffing van de voorlopige hechtenis bij gebrek aan bewijs. En het Openbaar Ministerie blijft zeggen dat de bezwaren tegen Jos B. ernstig genoeg zijn om hem vast te houden.
De ouders en de zus van Nicky Verstappen zijn er ook weer. Ze zitten vlak achter Jos B., met naast hen hun woordvoerder (en misdaadonderzoeker) Peter R. de Vries. Tussen de verdachte en de nabestaanden staan twee breedgeschouderde politieagenten voor het geval dat de emoties te hoog zouden oplopen. De vorige keer riep de moeder van Nicky woedend naar Jos B. dat hij haar moest aankijken. Maar deze keer gebeurt zoiets niet.
Jos B. wordt verdacht van het seksueel misbruiken en doden van het destijds elfjarige jongetje Nicky Verstappen in augustus 1998, op de Brunssummerheide nabij het zomerkamp waar Nicky aan meedeed. In augustus 2018 werd Jos B. in Spanje aangehouden nadat een groot deel van de DNA-sporen die op Nicky waren aangetroffen bleken te matchen met die van hem. Eerder lukte dat niet, de technieken om DNA te onderzoeken en toe te schrijven waren onvoldoende ontwikkeld.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/12/nicky-verstappen-061218-by-daniel-niessen1222202155.jpg)
3-D-model van de onderbroek
De voorzitter van de rechtbank houdt Jos B. vrijdag na aanvang van de zitting voor dat het ook deze keer niet om een inhoudelijke behandeling van zijn zaak gaat: het onderzoek is nog niet afgerond. Hij meldt ook dat Jos B. in het twaalfde verhoor door de politie, in februari, weer niets heeft gezegd. Jos B. knikt, dat klopt. Hij beaamt dat hij een intakegesprek heeft gehad bij het Pieter Baan Centrum. Vanaf donderdag 14 maart zal hij daar zes weken lang worden opgenomen.
De officier van justitie zegt dat het streven is om het proces-verbaal eind mei af te ronden. De onderzoeken die nog lopen richten zich onder andere op nog niet geïdentificeerde DNA-sporen op Nicky’s lichaam, maar het OM is niet van plan om weer een groot verwantschapsonderzoek te starten. Onzinnig, volgens de officier van justitie. Het zijn er maar heel weinig vergeleken met het grote aantal sporen dat van Jos B. is gevonden: 21, waarvan 18 op Nicky’s onderbroek. Van die onderbroek maakt het Nederlands Forensisch Instituut nu een 3D-model, vooral om spraakverwarring tijdens de rechtszaak straks te voorkomen. De sporen zitten aan alle kanten en de onderbroek zat zowel binnenstebuiten als achterstevoren. Volgens het Openbaar Ministerie zal het 3D-model helpen om duidelijk te maken wat er met Nicky is gebeurd.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/12/data39292693-36afda.jpg)
Schouw op de hei
De officier van justitie wil ook graag dat de rechters een schouw gaan doen op de Brunssummerheide. Dan kunnen ze ervaren hoe groot de heide is en hoe klein de afstand tussen het kamp waar Nicky verbleef en de vindplaats van zijn lichaam. Het voorstel is om het te doen als de bomen en struiken weer zijn uitgelopen. „In augustus?” zegt de voorzitter van de rechtbank.
„Interessant voorstel”, zegt de advocaat van Jos B., Gerald Roethof. „Maar laten we niet de illusie hebben dat de situatie daar nog dezelfde is als twintig jaar geleden.” Hij richt zich in zijn pleidooi net als de vorige keer vooral op de kansrijkste bewijsmiddelen van het OM: de DNA-sporen. Hij vindt het onaanvaardbaar dat justitie niet eens meer probeert te achterhalen van wie de ongeïdentificeerde sporen zijn. En het belangrijkste: wie zegt dat die DNA-sporen op Nicky’s lichaam daar als gevolg van een misdrijf zijn terechtgekomen?
Na een korte schorsing reageert de officier van justitie op Roethofs beschuldiging dat het Openbaar Ministerie het recht van Jos B. om te zwijgen ondermijnt. „Aan dat recht doen we niets aan af”, zegt de officier. „Maar als er zoveel ligt tégen de verdachte, dan is de beurt aan de verdachte. Zoveel omstandigheden die schreeuwen om een verklaring - waarom zegt hij dan niks?” De officier verwijst naar uitspraken van de Hoge Raad die duidelijk maken dat zúlk zwijgen van een verdachte door de rechter als belastend kan worden gezien. Na afloop van de zitting zal Peter R. de Vries namens de familie zeggen dat het laf is van Jos B. om niets te zeggen.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/08/web-0109zatpeterwebdefjpg20366615.jpg)
B. blijft vastzitten
Het OM blijft er verder op hameren dat Jos B. een zedendelinquent is en dat hij bovendien is gevlucht toen hij wist dat „wij achter hem aan zaten”, nog wel op het moment dat zijn moeder op sterven lag. Allemaal zeer verdacht.
Na de tweede schorsing zegt de voorzitter van de rechtbank tegen Jos B. dat hij blijft vastzitten. De argumenten zijn dezelfde als bij de eerste pro-formazitting: de redelijke verdenking, de geschokte rechtsorde en het vluchtgevaar. Over de schouw op de Brunssummerheide, waar de officier van justitie om vraagt, wil de rechtbank pas op 5 juni een beslissing nemen, bij de volgende zitting. Want „vanuit welk scenario” zou er gekeken moeten worden. Is de situatie daar na twintig jaar nog wel zo dat het zinvol is? „En als het om hoogtelijnen of zichtlijnen gaat”, zegt hij, „moeten we er dan bij daglicht heen, bij duisternis of bij schemering.” Daar moet het OM eerst duidelijker over zijn.