Jongensbrein is niet anders dan een meisjesbrein

Hersenanatomie Een gemiddeld jongensbrein ontwikkelt zich niet anders dan dat van een meisje.

Foto Leonardo Patrizi

Er is vrijwel geen verschil in rijping van de hersenen tussen jongens en meisjes. Dat blijkt uit een groot Leids onderzoek waarbij pubers rond hun 14de, 16de en 18de levensjaar werden gescand en op dezelfde dag ook geheugen- en leestesten aflegden. Ook werd over hun gedrag en temperament informatie verzameld bij ouders en leraren. In totaal 270 jongeren werkten mee, waarvan bijna 200 aan alledrie metingen meededen. Het onderzoek is gepubliceerd in het Journal of Cognitive Neuroscience .

De Leidse onderzoekers onder leiding van psycholoog Lara Wierenga vonden wel dat in een aantal hersengebieden bij jongens grotere variatie in structuur en ontwikkeling van het hersenweefsel bestaat, maar gemiddeld is er toch geen verschil met de meisjes. Ook is er geen relatie met de uitkomsten van psychologische testen of de gedragsenquêtes. In de testen werden wel verschillen gevonden: jongens hadden gemiddeld een beter ruimtelijk geheugen en meisjes scoorden gemiddeld beter op begrijpend lezen, maar er is geen verband gevonden met verschillen in de hersenscans. Deze verschillen lijken dus meer te maken te hebben met ervaringen of andere cognitieve strategieën dan met biologische verschillen.

Twee X-chromosomen

Voor die grotere variatie bij jongens in oppervlakte en dikte van de cortex in telkens zo’n kleine 10 procent van de hersengebieden is nog geen duidelijke verklaring, al legt Wierenga desgevraagd wel een verband met een fundamenteel genetisch verschil tussen jongens en meisjes. Meisjes hebben twee X-chromosomen, jongens maar één. Wierenga: „ Genen van het X-chromosoom in het brein worden in een grotere hoeveelheid afgeschreven dan in ander weefsel. Het kan zijn dat de ontwikkeling van deze gebieden voor een groot (of groter) deel gereguleerd wordt door genen op het X-chromosoom. ” Door hun dubbele X-chromosoom hebben meisjes vaak twee verschillende varianten van zo’n gen, en worden extremen eerder gedempt.

Oude wetenschappelijke verwachtingen dat hersenen zich bij jongens en meisjes juist wel verschillend ontwikkelen, kwamen wel uit in één gebied: in een deel van de sulcus temporalis superior (bovenste slaapgroeve) nam de cortex-oppervlakte gemiddeld sneller af bij jongens dan bij meisjes. Een verband met de afgenomen psychologische tests is niet gevonden, maar volgens Wierenga is precies dat hersengebied wel in verband gebracht met de autismespectrumstoornis, die vaker bij mannen wordt gevonden dan bij vrouwen.