Onlangs wilde een man die ik niet kende mij in mijn jas helpen. Mijn eerste gedachte is dan altijd: „Ik ben een volwassen vrouw en kan heel goed mijn eigen jas aantrekken, zal ik het demonstreren?” Maar voordat ik de kans heb die zin uit te spreken, is het vaak al te laat.
„Ik probeer hier galant te zijn”, hoor ik achter me. Stuntelig zoek ik de gaten voor mijn armen. Dat kost meer moeite dan wanneer ik het zelf doe. Als de jas eenmaal aan is, steekt hij zijn vingers achterin mijn kraag en wipt mijn staart naar buiten. Ik voel zijn vingertoppen tegen mijn nek. Gelukkig sta ik met mijn rug naar hem toe, dus kan ik naar hartenlust gore bekken trekken om het ongemak iets te verzachten.
Na dit voorval besloot ik een week lang elke man die ik tegenkwam in zijn jas te helpen. Het leverde vreemde situaties op. De reacties varieerden van oprecht verbaasd: ‘Wat lief van je’ tot licht afgeknapt: ‘Wat doe jij?’ Dat heb ik zelf nog nooit durven zeggen als een man mij wilde helpen mijn jas aan te trekken. Ik laat hem begaan, omdat ik geen zin heb in gedoe, geen zin om te horen dat ik me aanstel, dat ik niet zo onaardig moet doen. Iemand in een jas helpen is toch gezellig?
Maar is dat wel zo gezellig? Aardig bedoelde handelingen kunnen een vorm van seksisme zijn als ze uitsluitend op vrouwen zijn gericht. Toch worden ze vaak niet als seksisme herkend, blijkt uit een reeks nieuwe onderzoeken, gepubliceerd in Journal of Personality and Social Psychology . Voordat u begint te steigeren, ik heb het niet over grote kwaadaardigheden, slechts over kleine handelingen die me er dagelijks aan herinneren dat ik een vrouw ben. En misschien heb ik daar wel geen zin meer in.
Amy Groskamp-ten Have schreef in 1939 het boek Hoe hoort het eigenlijk. Een bijbel voor iedereen die zich keurig wilde gedragen. Het werd een bestseller en vele keren herdrukt. In het boek geeft ze ook tientallen etiquetteregels, onder meer over hoe mannen zich ten opzichte van vrouwen horen te gedragen.
Hij hoort rechts van haar te lopen, hij moet zijn hoed afnemen in de lift voor haar, hij houdt de deur voor haar open, hij loopt voor haar de trap op zodat hij geen inkijk onder de rok heeft, hij draagt haar tassen en hij betaalt in het restaurant. Heeft de dame een aanmerking op een kelner, dan geeft hij dat door. Allemaal voorschriften die op de keper beschouwd uitgaan van een zwak onnozel impotent (sorry) vrouwtje.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/12/data39109438-073a87.jpg)
Ik hoor u al roepen: „Er mag ook niks meer tegenwoordig!” Maar houdt u zich nog heel even in. We snakken naar nieuwe vriendelijkheid. Er is niets tegen aardig zijn, ook niet tegen het openhouden van een deur. Als die maar niet gelinkt is aan het geslacht van degene voor wie de deur wordt opengehouden. Ik hoef niet continu herinnerd te worden aan het feit dat ik een vagina heb.
Bij deze presenteer ik u dus een aantal handreikingen voor de nieuwe hoffelijkheid, toepasbaar door iedereen:
De deur
Amy Groskamp-ten Have: „De man, die weet hoe het hoort, gaat na een dame een deur binnen of een trap af, doch vóór een dame een tram, trein, rijtuig of boot uit en een trap op. Immers de heer die zijn dame voor laat gaan bij uitstappen, is niet in de gelegenheid haar bij het uitstijgen behulpzaam te zijn, terwijl de man die op goede vormen gesteld is zelfs den schijn zal willen vermijden dat hij een onbescheiden blik onder de rokken van de een trap bestijgende dame zou kunnen werpen.”
Hoera! Mannen mogen nog steeds deuren voor een ander ophouden, met als enige verschil dat ze geen onderscheid maken in geslacht. Vrouwen mogen ook deuren voor anderen openhouden. U houdt deuren voor iedereen open. Ook als dit ineens twee keer zoveel werk is, wil ik u niet horen zeuren. Dit draagt alles bij aan een betere wereld voor iedereen. Om niet vast te komen zitten in een eeuwig ‘na u, nee na u’ stel ik voor dat degene die het dichtst bij de deur is, deze opentrekt.
Over de trappen van Amy: tja, moet ik nu een onderscheid maken tussen vrouwen op een trap met een kort rokje, een lange rok of een broek? En zou alleen de man dan voorop moeten gaan in het laatste geval, of elk ander mens? Laten we gewoon niet nadenken hierover, wie het eerst bij de trap is gaat het eerst.
Betalen
Amy Groskamp-ten Have: „Er zijn er onder de hedendaagsche jongelui, die het stilzwijgend accepteeren, dat een dame voor zichzelf en soms voor hem medebetaalt, maar de welopgevoede beschaafde man zal dit niet dulden.”
Het kan makkelijker zònder mannen meteen op kosten te jagen. Splits nooit, behalve als u met een groep bent. Niets mag zo praktisch zijn als een rekening door tweeën te zagen, u vermoordt ook de romantiek effectief. Trakteer elkaar daarom om en om, zo kunt u gul zijn en tegelijk even veel geld in portemonnee houden als wanneer u splitst. Die paar euro meer of minder denkt u voor het gemak maar even weg.
Bestellen
Amy Groskamp-ten Have: „Een dame met mannelijke begeleiding bestelle niet zelf aan den ober wat zij wenscht, doch verzoekt haren begeleider, datgene voor haar te bestellen, wat zij heeft uitgezocht. Dit geldt ook voor: een glas water, nog een soep-broodje, extra boter, het sluiten of openen van een raam, enz. enz.”
Nee. Een simpel nee. Toch is op elke regel een uitzondering te verzinnen. Wat als u het heerlijk vindt om een ander voor u te laten kiezen of misschien heeft u zich net verslikt en kunt u onmogelijk praten. Maak daarom uw wensen kenbaar , of u nu een man of een vrouw bent.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/04/data11870713-945825.jpg)
De pleebril
Over de wc heeft Amy Groskamp-ten Have het niet, ze wil het woord wc niet eens horen: „In een restaurant, hotel, bioscoop of ander openbare gelegenheid vrage men niet: waar is hier de W.C.? of waar is het toilet? doch: waar is de garderobe?”
Maar over de wc moet ik toch echt iets zeggen. Alle mannen die naar een plee zijn geweest, moeten de bril naar beneden trekken voor de vrouw die na hen komt – of zouden vrouwen die juist omhoog moeten zetten uit hoffelijkheid voor de volgende man?
Ik ga hier nu even een pleidooi houden voor het zittend plassen voor alle mensen, met vagina’s, penissen of anders. Zittend plassen is beter voor iedereen. De twee grootste voordelen: nooit meer spetters en een rustmoment. Bovendien hoeven de penisbezitters nooit de bril naar beneden te doen. Alle problematiek rondom gender neutrale toiletten is ook direct opgelost. En niemand hoeft meer in een squat boven de bril te zweven als iedereen gaat zitten.
De koffer
Amy Groskamp-ten Have: „De welopgevoede man biedt de dame die hij begeleidt, altijd aan haar pakjes, mantel, koffertje e.d. te dragen.”
Een man zou sterker zijn dan een vrouw, daarom biedt hij zijn hulp aan. Toch gaat dat lang niet altijd op. En bovendien worden de armen van een vrouw niet sterker als ze nooit een koffer hoeft te dragen. Kijk liever naar wie het nodig heeft, in plaats van wat er onder de kleren zit. Een capabele jonge vrouw kan prima de boodschappen van een oudere heer naar zijn voordeur tillen. Als de lift op het station stuk is en iemand aarzelt onderaan de trap, biedt dan ook aan om diens spullen te dragen en accepteer het als het niet hoeft.
De jas
Helaas zegt Amy Groskamp-ten Have niets over hulp bij het aan- of uittrekken van een jas.
Maar stel, u ziet iemand die een jas wil aantrekken. U kunt ervoor kiezen niets te doen of u kunt de jas ophouden om de mens in de jas te helpen. Om te weten wat u het beste kunt doen, moet u een aantal vragen beantwoorden. Kent u de persoon in kwestie? Heel goed, u maakt nog steeds kans om te helpen bij het aantrekken van een jas. Is de persoon een kleuter? Dan mag u gelijk helpen met het aantrekken van de jas, hoezee! – mits u de kleuter kent uiteraard. Wilt u de persoon in kwestie in de jas helpen zodat u even aan die mens kunt ruiken of kunt aanraken? Dan mag u helaas niet helpen, tenzij het overduidelijk is dat de persoon hierop zit te wachten.
In het verleden moest u zich ook nog afvragen wat uw geslacht is. Als u een man was mocht u helpen, een vrouw mocht dat sowieso niet. Daar hoeft u nu niet meer over na te denken. Wat een tijdbesparing! Dus mannen kunnen elkaar de jas in helpen, mocht daar behoefte aan zijn, dat geldt voor iedereen. Want uiteraard hoeven we geen afscheid te nemen van voorkomendheid. De vraag blijft wie helpt wie als we niet meer naar geslacht kijken. Wat mij betreft doen we het in de jas helpen in de ban, maar mocht u er echt geen afstand van kunnen nemen, help dan elkaar, te beginnen bij de langste van de twee.