Frankrijk heeft woensdag woedend gereageerd op de Nederlandse aankoop van een belang in luchtvaartgroep Air France-KLM . Dat besluit is „verrassend”, „onvriendschappelijk” en „totaal discutabel”, zegt een hooggeplaatste bron op het Franse ministerie van Financiën.
Het onbegrip in Parijs stoelt goeddeels op de overtuiging dat de Franse regering, sinds het gedwongen vertrek vorig jaar van groepstopman Jean-Marc Janaillac, alles heeft gedaan om aan Nederlandse wensen voor de positie van KLM-basis Schiphol tegemoet te komen.
Bruno Le Maire, minister van Financiën, hamert er sinds zijn aantreden (2017) op dat de luchtvaartgroep alleen in rustiger vaarwater kan komen als de staat zich minder met de directe bedrijfsvoering bemoeit. Dat is sinds lange tijd een wens van KLM en van Nederland. De nieuwe topman moest daarom een ‘luchtvaartprofessional’ zijn, terwijl Janaillac eerder een topambtenaar was. KLM-topman Pieter Elbers is de baan van groepshoofd aangeboden, nadat een eerdere Franse kandidaat was afgevallen. Elbers weigerde, waarna de Canadees Ben Smith is gevraagd.
Eerder deze maand hebben Smith en Anne-Marie Couderc, niet-uitvoerend voorzitter van Air France-KLM (een soort president-commissaris), gesproken met de ministers Wopke Hoekstra (Financiën, CDA) en Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur, VVD) over Schiphol. Den Haag vreest afname van het belang van de luchthaven. Daar zijn afspraken uit voortgekomen, een memorandum of understandig (MoU), over behoud van de positie van het vliegveld. Die afspraken zijn nog niet bekrachtigd.
Het Franse ministerie van Financiën spreekt nu van „een vorm van dubbelhartigheid”. „Aan de ene kant discussieer je samen over een MoU en tegelijk koopt de Nederlandse regering op de markt een aandeel alsof het een activistisch fonds is”, aldus de hooggeplaatste bron. „Ik zou willen weten wat we de Nederlanders niet gegeven hebben wat ze hebben wilden. Ze hebben de rol van Schiphol bevestigd gekregen en de plek van Elbers.” De KLM-chef houdt de leiding bij zijn bedrijf en is tweede man van de groep geworden. „We zijn ze in alles tegemoet gekomen.” Wat de ambtenaar betreft, geldt het MoU „voor ons niet meer zolang de Nederlandse regering geen uitleg heeft gegeven”.
Een woordvoerder van minister Hoekstra laat weten dat er inderdaad een MoU bestaat, maar dat dit al dateert van 2010. Het recente gesprek met de top van Air France-KLM is onderdeel van de „voortdurende dialoog” met de Fransen en heeft de bestaande afspraken niet gewijzigd. „Er zijn in de afgelopen maand geen concrete nieuwe afspraken gemaakt. Er is ook niet ondertekend.” Als de Fransen beweren dat het MoU dus niet meer geldig zou zijn, dan is dat wat betreft het Nederlandse kabinet onjuist. „Wij hebben daar in onze gesprekken niets over gehoord, dus gaan daar niet van uit.”
Le Maire, die in een eerste reactie liet weten niet geïnformeerd te zijn over de Nederlandse aandeleninkoop, zou hierover tegen zeven uur dinsdagavond door minister Hoekstra gebeld zijn. Macron hield woensdagochtend vol dat hij niet vooraf geïnformeerd is. „Het is nu aan de Nederlandse regering om deze zaak toe te lichten”, zei hij. Le Maire zou daartoe zijn Nederlandse ambtgenoot in Parijs hebben uitgenodigd. Waarschijnlijk reist Hoekstra vrijdag naar Parijs af.
Onbegrip
Het aandeel van Air France-KLM daalde woensdag bijna 12 procent op de beurs van Parijs. „Er is totaal onbegrip bij beleggers”, aldus de bron. „Dit is verwoestend geweest voor de waarde van het aandeel. […] De Nederlandse staat zegt het Nederlandse belang te verdedigen met de aankoop. Wij als aandeelhouders verdedigen het belang van het bedrijf.”
Dat Nederland het aandeel in Air France-KLM uitbreidt om op zelfde hoogte te komen als de Fransen (14,3 procent), is voor ‘Parijs’ geen fait accompli. „We hopen dat de Nederlandse regering de aandeelhouders waardevermeerdering gaat geven. Vandaag was er enorm verlies. Ze moeten nog eens naar hun strategie kijken.”
Update: dit bericht is woensdag om 17.20 uur uitgebreid met een reactie van de woordvoerder van minister Hoekstra.