Wraak op wraak - de haat tussen Ajax en ADO is diepgeworteld

Donderdag bekladden fans van ADO een beeld in Amsterdam met hun clubkleuren, de zóveelste provocatie in de tweestrijd tussen Hagenezen en Ajax-supporters. Waar komt hun vijandschap vandaan?

Ajax-ADO Den Haag, 15 januari 1983. De sfeer is grimmig in het uitvak van voetbalstadion De Meer in Amsterdam.
Ajax-ADO Den Haag, 15 januari 1983. De sfeer is grimmig in het uitvak van voetbalstadion De Meer in Amsterdam. Foto Bert Verhoeff

Het nieuwe stadion van ADO Den Haag bestaat bijna twaalf jaar, maar supporters van Ajax zagen het nog niet van binnen. Al dertien jaar zijn er geen uitsupporters welkom bij wedstrijden tussen Ajax en ADO – de langst durende verbanning van uitsupporters in het Nederlands voetbal. Ook zondag blijft het uitvak leeg, als beide clubs elkaar in Den Haag treffen.

Donderdagnacht bekladden fans van ADO verschillende plekken in Amsterdam met groene en gele verf, hun clubkleuren. Onder meer het bronzen beeld De Dokwerker en de gevel van Café Betondorp moesten het ontgelden. De Haagse club neemt op haar website afstand van de actie. „Het is respectloos en triest.”

Het vandalisme zal niet meehelpen aan het opheffen van het verbod op uitsupporters. AFCA, de supportersclub van Ajax, kondigde deze week aan zondag tijdens de wedstrijd met 249 supporters in de Haagse binnenstad te demonstreren tegen het uitsupportersverbod. Burgemeester Pauline Krikke van Den Haag verlengde dit verbod afgelopen november, ondanks uitvoerige gesprekken tussen alle betrokken partijen. Supporters zouden wegblijven uit angst voor rellen, en opheffing zou tot buitensporig veel politie-inzet leiden. De demonstratie staat Krikke toe, zei ze dinsdag.

Opmars van hooliganisme

Waar komt die rivaliteit tussen ADO en Ajax vandaan? Dat gaat in elk geval terug naar de jaren zeventig en tachtig, toen het hooliganisme zijn opmars maakte in het Nederlands voetbal. De clubs uit de vier grote steden – Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht – namen als weinige clubs uitsupporters mee naar wedstrijden. Daarom ontstond er juist tussen die supportersgroepen rivaliteit.

Maar waarom is er in Den Haag meer aversie tegen Ajax dan tegen Feyenoord? Dat komt door de arrogantie die Ajax zou uitstralen, klinkt uit Haagse monden. Als dé club uit Amsterdam, uit de hoofdstad van Nederland. Wiens supporters altijd zingen dat hun club de beste is. Waar trainers na het behalen van successen denigrerend over andere steden praten. De Amsterdammers zouden de haat jegens hen zelf hebben uitgelokt.

De Dokwerker in Amsterdam werd donderdag beklad met de clubkleuren van ADO Den Haag. Foto Koen van Weel

Het leidde tot rivaliteit, maar niet enkel bij supporters. ADO-speler Lex Immers werd in 2011 door de KNVB voor vier wedstrijden geschorst, nadat hij in het supportershome „wij gaan op jodenjacht” zong, nadat ADO met 3-2 van Ajax had gewonnen.

Dieptepunt

Op 1 maart 1987 bereikte de rivaliteit tussen Ajax en ADO het dieptepunt, tijdens ‘De Slag om het Zuiderpark’, die wordt beschouwd als een van de eerste grote voetbalrellen in Nederland. Hagenezen ontvreemdden Ajax-vlaggen uit het uitvak en staken ze in brand, waarna rellen ontstonden. Hekken werden vernield en er vloog van alles door de lucht – van colaflessen tot betonblokken. Er werd wel begonnen aan de wedstrijd, maar de situatie was onhoudbaar en na charges van de ME werd die alsnog gestaakt.

Drie maanden later stonden ADO en Ajax opnieuw tegenover elkaar in het Zuiderpark, in de bekerfinale. Andere burgemeesters wilden de twee ploegen niet in hun stad, na die veldslag begin maart. De bekerfinale in een zwaarbewaakt Zuiderpark bleef vrij van ernstig supportersgeweld, maar de haat bleef.

Dekking zoeken

„De diepste haat is ontstaan in 2006”, vertelt Jacco van Leeuwen, voorzitter van supportersvereniging Haagsche Bluf. Op vrijdagavond 10 februari 2006, twee dagen voor de wedstrijd in Den Haag, bestormden zo’n zeventig supporters van Ajax het supportershome van ADO, waar acht Hagenezen aanwezig waren.

Een wraakactie, omdat ADO-supporters het supportershome van Ajax een jaar eerder in brand hadden gestoken. Brandstichting op die zondagnacht 30 januari 2005 werd inderdaad bewezen, dat het Hagenezen waren niet.

In het Haagse supportershome ontstond een vechtpartij waarbij de Hagenezen in flink ondertal waren. „Die mensen hebben dekking moeten zoeken voor hun leven”, zei de Haagse burgemeester Wim Deetman destijds. Een supporter met been in het gips en een kind zouden zijn verstopt in de bezemkast, zo gaan de verhalen. De bewuste avond was aanleiding voor het uitsupportersverbod dat tot nu telkens is verlengd.

Toch zijn er zondag dus Ajacieden in Den Haag. Die dolgraag weer naar uitwedstrijden willen, en ze zouden wel gek zijn als ze de demonstratie uit de hand laten lopen.