De Soedanese president Omar al-Bashir heeft vrijdag voor een jaar de noodtoestand uitgeroepen in zijn land en de centrale regering ontbonden. In een verklaring die werd uitgezonden door de staatstelevisie vroeg Al-Bashir het parlement te wachten met grondwetwijzingingen die ervoor moeten zorgen dat hij opnieuw kan meedoen met de presidentsverkiezingen, melden internationale persbureaus.
Door het afkondigen van de noodtoestand probeert Bashir snel een einde te maken aan de bijna dagelijkse protesten in het land. In de tv-toespraak zei hij: “Ons land maakt een lastige en gecompliceerde fase door (..) we zullen er sterker en meer vastberaden uitkomen.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/12/data39707059-aecca1.jpg)
Zeker 57 doden
Sinds 19 december vorig jaar gaan Soedanezen massaal de straat op om te demonstreren tegen het autoritaire bewind. De protestbeweging ontstond uit woede over de gestegen broodprijzen. Lange tijd durfden veel inwoners van het Afrikaanse land niet te protesteren uit angst voor de gevreesde inlichtingendiensten. Maar door de ineenstorting van de economie wordt de angst getrotseerd. Het maakt de demonstraties niet minder gevaarlijk. In de afgelopen twee maanden zijn zeker 57 Soedanezen om het leven gekomen, duizenden andere burgers zitten opgesloten in geheime gevangenissen.
In de bijna dertig jaar dat Bashir aan de macht is in het Afrikaanse land is hij niet eerder geconfronteerd met zo’n grote protestbeweging. Zijn presidentstermijn eindigt in 2020.