Illustratie Gijs Kast

De nieuwe cocaïnebaronnen van Nederland

Nederlandse drugsmaffia Na Willem Holleeder staan nieuwe topcriminelen op die tientallen miljoenen verdienen met de handel in cocaïne. Intussen vechten ze een bloedig conflict uit waarbij ook onschuldige slachtoffers vallen. Politie en justitie krijgen er maar langzaam greep op.

Het is al lang donker in Marrakech als Mustapha opstaat van zijn tafel op het terras van café-restaurant La Crème aan de Rue Echouhada. Mustapha – lange broek, wit T-shirt – gaat op stap met familie op deze zelfs voor Marrakech ongebruikelijk warme avond. Vlak daarvoor is aan de tafel naast hem een jongeman aangeschoven met een vriendin. De jongen draagt een korte broek en, net als Mustapha, een wit T-shirt.

Op weg naar zijn auto hoort Mustapha schoten. Als hij zich omdraait ziet hij een man met een helm op en een pistool in zijn hand. Hij heeft de jongen in het witte T-shirt van achteren in zijn rug en hoofd geschoten. Het slachtoffer is de 26-jarige student geneeskunde Hamza Chaïb, zoon van de president van het gerechtshof in Beni Mellal. Hij hangt dodelijk getroffen in zijn stoel. Het meisje met wie hij was ligt op de grond, zwaargewond door een schot in haar buik.

Mustapha rent achter de vluchtende schutter aan en ziet dreadlocks onder zijn zwarte integraalhelm uitkomen als de man achterop een motor springt. Als ze wegrijden ziet Mustapha dat ook de bestuurder dreadlocks heeft. Een andere getuige ziet twee mannen vlak na de schietpartij een motor in de fik steken niet ver van La Crème. Een van hen vlucht in een klaarstaande auto. Hij krijgt een ongeluk en wordt meteen gepakt. De andere man wordt die avond gezien in 555 Famous Club Marrakech, een populaire hangout die in de volksmond club CinqCinqCinq wordt genoemd. Hij valt op met zijn dreadlocks en wordt nog diezelfde nacht aangehouden door de Marokkaanse geheime dienst.

Mustapha F. weet dat de kogels voor hem bestemd waren. Die avond is hij aan de dood ontsnapt. Het is donderdag 2 november 2017.

Mustapha F. is geen willekeurige bezoeker van het populaire La Crème; hij is de eigenaar van deze chique horecagelegenheid in het centrum van Marrakech. Daarnaast is Mustapha – in 1975 geboren nabij het Marokkaanse plaatsje Nador en op jonge leeftijd met zijn ouders verhuisd naar Amersfoort – een vooraanstaande speler in de Nederlandse onderwereld, waar ze hem kennen als Moes. Hij is klein van stuk maar voor niks of niemand bang, weten ze in Amersfoort. In de jaren negentig vestigde hij zijn naam als overvaller. Zijn faam reikt uiteindelijk tot Amsterdam, waar hij contact krijgt met mannen die zich bezighouden met drugssmokkel. Hoewel hij maar één keer in beeld is gekomen bij een cocaïnezaak, vertellen bronnen in de onderwereld dat hij daarna niet is gestopt.

Sinds begin 2016 leeft Moes met de wetenschap dat er op hem wordt gejaagd door een ander kopstuk van de Nederlandse cocaïnemaffia: Ridouan T. Deze 41-jarige Nederlandse Marokkaan is nu een van ’s lands meest gezochte criminelen.

Het aanzien van Ridouan T. stijgt als hij zijn hasjlijn gaat gebruiken voor de smokkel van cocaïne

Ridouan T. wordt verdacht van grootschalige cocaïnehandel en betrokkenheid bij een serie liquidaties in met name de Utrechtse onderwereld. Ook in Marokko wordt hij gezocht, voor de moordaanslag op het terras van La Crème waar Hamza Chaïb stierf omdat hij toevallig een wit t-shirt aan had. De 26-jarige student is een van de circa tien onschuldige slachtoffers van een onderwereldconflict dat Nederlandse criminelen met elkaar uitvechten.

Na het tijdperk-Holleeder is Ridouan T. uitgegroeid tot een van de nieuwe kopstukken van de Nederlandse onderwereld. Dat gebeurde grotendeels buiten het zicht van justitie en politie. Ook het conflict in de cocaïnemaffia dat leidde tot de aanslag in Marrakech kregen politie en justitie pas laat in de gaten. Hoe kon dat gebeuren? Wie is Ridouan T.? Hoe opereert hij en waarom stond hij Mustapha F. naar het leven? Narco’s in Nederland: Een onderwereldsaga.

De Neus uit Vianen

Ridouan T. wordt op 20 december 1977 geboren in de Marokkaanse stad Beni Selman. Zijn ouders vertrekken niet lang daarna met hun kinderen naar Nederland om hier te werken. Ridouan heeft het in zijn nieuwe woonplaats Vianen niet makkelijk: als tiener wordt hij gepest en als hij op het schoolplein een hasjhandeltje begint wordt hij regelmatig bestolen door sterkere jongens. Op een jeugdfoto oogt Ridouan iel en kwetsbaar. Een tiener met beginnende baardgroei.

Het beeld van de jonge Ridouan wijkt sterk af van dat op de twee foto’s die de politie van hem heeft verspreid. De kwetsbaarheid is verdwenen. We zien een volwassen man die met zelfvertrouwen in de camera kijkt; de ene keer lachend, de andere keer serieus. Die transformatie, zij het mogelijk versterkt door plastische chirurgie, heeft volgens bronnen in het criminele milieu vooral te maken met zijn succes in de drugshandel.

De statuur van Ridouan groeit als hij rond de eeuwwisseling de controle verwerft over een hasjlijn tussen Marokko en Nederland, vertellen twee bronnen in het criminele milieu onafhankelijk van elkaar. Hij stijgt dan uit boven de jongens die hem hebben gepest op het schoolplein en vindt aansluiting bij jeugdbendes uit Utrecht en Nieuwegein. Dezelfde bronnen vertellen ook dat Ridouan die hasjlijn heeft overgenomen van zijn opa. „Dit soort verhalen”, zegt zijn advocaat Inez Weski, „zoals over zijn opa of nu weer een absurd pestverhaal op een schoolplein, kunnen niet anders worden gezien dan als valse beeldvorming. Zo begrijp ik, dat cliënts opa tientallen jaren tot zijn pensioen burgemeester is geweest met een erkend onberispelijke reputatie. Er is dus niets overgenomen aan hasjlijnen van een opa. Dit soort kwade geruchten kunnen kennelijk eeuwig en ongehinderd voortleven.” Ook het verhaal over wegpesten klopt niet, vertelt Weski namens haar cliënt: „Hij is zowel op de lagere school als de middelbare school weggestuurd vanwege vechtpartijen.”

Zijn aanzien in het criminele milieu stijgt verder als Ridouan zijn hasjlijn gaat gebruiken voor de smokkel van cocaïne. Die kans doet zich voor als de Colombiaanse kartels na de eeuwwisseling een deel van hun smokkelroutes verleggen. Vanaf pakweg 2005 wordt steeds vaker cocaïne gevonden op routes tussen West-Afrika en Europa. Voor het laatste stukje van die route worden de bestaande hasjlijnen van Marokko naar Spanje gebruikt.

De smokkel van cocaïne levert veel meer geld op dan die van hasj. „Ridouan T. is een grote speler in de cocaïnehandel hier in Nederland”, vertelt de Utrechtse crimineel Ebrahim B. in de zomer van 2015 aan de recherche. Hij heeft aangifte gedaan van bedreiging omdat een groep criminelen rond Ridouan T. op hem jaagt. „Hij haalt wel 1.000 kilo per maand binnen. Via Marokko maar ook via Antwerpen of Rotterdam.”

Volgens Ebrahim B. laat Ridouan T. ook mensen vermoorden. Hij vertelt dat ‘de Neus uit Vianen’, zoals zijn bijnaam luidt, in 2013 zijn eigen zwager heeft laten liquideren in het Spaanse Fuengirola. Dat zou zijn gebeurd nadat de zwager erachter was gekomen dat hij voor Ridouan cocaïne in plaats van hasj van Marokko naar Spanje smokkelde. De man hield de cocaïne achter omdat hij meer geld wilde en daarom liet Ridouan hem volgens Ebrahim liquideren.

Navraag door de Nederlandse recherche bij Spaanse collega’s leert dat Ridouan T. en zijn zwager in 2012 betrokken zijn geweest bij een schietpartij. De zwager, die daarbij zwaar gewond raakte, is in 2013 geliquideerd. De recherche krijgt ook te horen dat Ridouan T. in Spanje te boek staat als „een grote drugshandelaar”. Dat is een openbaring. Blijkbaar is Ridouan T. uit Vianen, een man zonder strafblad die al sinds 2009 niet meer in Nederland staat ingeschreven, uitgegroeid tot een kopstuk van de Nederlandse cocaïnemaffia.

Nieuwe Holleeders

Een nieuwe generatie criminelen, veelal veertigers met een immigratie-achtergrond, is in het gat gesprongen dat achterbleef nadat de generatie van Willem Holleeder achter slot en grendel was beland of een al dan niet gewelddadige dood gestorven. Ze verdienen tientallen miljoenen met de smokkel van cocaïne via de havens van Antwerpen en Rotterdam. Zelf wonen ze afwisselend in Dubai, Marokko of Spanje. Daar investeren ze hun drugsgeld en feesten ze op de stranden van Ibiza of Casablanca.

Deze ‘nieuwe Holleeders’, waar Ridouan T. en Mustapha F. beide toe behoren, opereren nagenoeg uit het zicht van de recherche tot ze ruzie krijgen. In 2012 ontbrandt een onderwereldoorlog in Amsterdam die justitie en politie totaal verrast, aldus bronnen in de opsporing.

De nieuwe generatie criminele bazen beschikt over een leger van jonge, vaak kansarme jongens die rondhangen in de oude arbeiderswijken van de grote steden of nieuwbouw die in de jaren zestig en zeventig uit de grond is gestampt. Agenten zien jongens van 17, 18 jaar oud met dure auto’s of nieuwe scooters, mooie merkkleding én genoeg geld om te verbrassen in het uitgaansleven.

Via klasgenootjes, familieleden of vrienden vinden ze aansluiting of worden ze verleid. Rot op met je bezorgfiets of krantenwijk, denken die jongens, ik ga écht geld verdienen. Als ze die stap hebben gezet is de weg terug heel moeilijk. Een drugskoerier die geen zin meer heeft, loopt het risico dat zijn opdrachtgever daar geen genoegen mee neemt. Eenmaal in de greep van de cocaïnemaffia zijn jongens chantabel. Als de verleiding van geld niet meer werkt komen intimidatie en geweld.

Een duidelijke hiërarchie is in dit onderwereldleger niet altijd te ontwaren. Het zijn eerder groepen flexwerkers die elkaar al van jongs af aan kennen en vaak een eigen specialisme hebben ontwikkeld. De een steelt en verkoopt snelle auto’s, de ander doet transport en logistiek, huurt opslagloodsen, voert verkenningen uit of werft personeel. Weer andere groepen werken in de beveiliging of als sterke arm bij het innen van achterstallige schulden.

En er zijn steeds vaker jonge jongens die zich lenen voor moord op bestelling. Jongens die beginnen als simpele koerier en binnen twee jaar eindigen met een kalasjnikov in de hand bij een moordaanslag. Sommige bieden zich hiervoor aan, anderen worden ertoe gedwongen.

Lees ook over de eerdere zoektocht naar de hoofdrolspelers in de cocaïneoorlog

De kopstukken hebben de contacten in Zuid-Amerika. Zij richten zich op de inkoop en verkoop van drugs en de beste manier om die op de plaats van bestemming te krijgen. Drugssmokkel is voor hen een business, met inkoop- en transportkosten en risico’s die moeten worden verdisconteerd in de winstmarge.

Bellen doet de nieuwe generatie onderwereldbazen bijna niet meer. Om contact te houden, gebruiken ze PGP-telefoons, waarmee uitsluitend versleutelde berichten worden verstuurd. Dankzij het legaal gebruikte PGP-protocol – PGP staat voor Pretty Good Privacy – kan de politie deze versleutelde communicatie niet lezen. Daarmee wordt het aftappen van telefoons, lang het grote wapen van de recherche in Nederland, een stuk minder effectief.

De PGP-telefoon is een van de redenen dat de recherche de opkomst en snelle groei van de cocaïnemaffia heeft gemist, zo zeggen bronnen bij justitie en politie, betrokken bij de bestrijding van de georganiseerde misdaad. Criminele groeperingen zijn jarenlang nagenoeg ongrijpbaar geweest, en hun leiders voelen zich onaantastbaar. Hoe goed deze groepen georganiseerd zijn, blijkt uit de ontvoering van een vrachtwagenchauffeur in het najaar van 2015. Het politie-onderzoek in deze zaak leidt uiteindelijk tot de eerste aanwijzing voor het conflict tussen Ridouan T. en Mustapha F..

Illustratie Gijs Kast

Waar is Richard?

Dinsdag 27 oktober 2015. Richard vertrekt om half zes ’s ochtends uit zijn woonplaats Nieuw Lekkerland om zijn vrachtwagen op te halen in Alblasserdam, zo’n tien kilometer verderop. Vanaf zijn standplaats rijdt Richard in zijn nieuwe witte Daf 106 superspacecab naar de Waalhaven in Rotterdam om een lege container te lossen. Dan rijdt hij naar de Uniport-terminal om een volle container op te halen. Hij moet bij kraan D788 zijn, krijgt hij te horen na het intoetsen van de pincode die hoort bij zijn cargo card.

Richard laadt een gekoelde container vol ananassen uit Costa Rica en verlaat de haventerminal volgens douane-protocol. Niet iedereen kan in dit speciale stukje Nederland zo maar een ‘bak’ ophalen. Hij rijdt via de A15 door de Heinenoordtunnel naar de A29 om bij de provinciale weg N217 af te slaan richting Strijen. Daar moet hij de ananassen afleveren.

Niets bijzonders, er zijn dagen dat hij vier van dit soort ritjes maakt. Maar dat verandert als bij een benzinestation op de N217 een donkere Volvo voor Richard invoegt. Vlak daarna licht in die auto een bord op met de woorden „volg, politie”. Op een smal polderweggetje wordt hij stilgezet en geeft Richard zijn rijbewijs, autopapieren en vrachtbrieven af aan een man in politie-uniform die is uitgestapt.

Richard begrijpt dat het mis is als twee andere mannen hem tegen zijn truck zetten, fouilleren en in de donkere Volvo duwen. Als ze wegrijden ziet Richard dat een vierde persoon achter het stuur van zijn Daf is gaan zitten. Een van de mannen vertelt Richard dat ze voor „de drugs” komen en werken voor een „grote organisatie”. Ze bieden Richard een bedrag van 25.000 euro als hij meewerkt en niks zal vertellen. De chauffeur zegt dat hij zijn mond zal houden maar weigert het geld.

Richards collega’s beginnen zich af te vragen wat er aan de hand is. „Ries waar ben je?”, vraagt collega Adine in een appje. „Er zijn er een paar die zich zorgen maken omdat we je nergens hebben zien rijden. Laat ff wat van je horen. Je weet maar nooit met die drugscontainers en we zijn je kwijt.”

Het bericht ontgaat Richard. Zijn telefoon ligt nog in zijn vrachtwagen.

Rond tien uur die ochtend wordt hij achtergelaten bij De Steeg, een dorpje aan de A348 tussen Arnhem en Zutphen. Hij loopt naar de dichtstbijzijnde woning en belt met trillende handen de politie. Niet lang daarna wordt zijn truck teruggevonden, zonder aanhanger en container. De bak is achtergelaten in Moordrecht, blijkt een dag later, helemaal leeg.

De recherche is ervan overtuigd dat de ontvoering van Richard en de kaping van de container niet zijn opgezet voor een partij ananassen met een inkoopwaarde van 17.000 euro. Wat zat er nog meer in die container en wie is er met de inhoud vandoor?

De man die blijft gaan

Tijdens het onderzoek, dat de toepasselijke naam ‘Ananas’ meekrijgt, ontdekt de recherche dat de container met ananassen op volle zee is doorverkocht. Oorspronkelijk zou de bak naar een bedrijf in Utrecht gaan, door deze verandering moest de container naar Strijen. De rechercheurs duiken in de wereld van het containertransport. Ze praten met de verkoper, de koper, de doorverkoper, de rederij, de wegtransporteur, de logistiek planner, de terminalbeheerder et cetera. In deze wereld heeft iedereen wel eens te maken gehad met een zending fruit waarin drugs verstopt zaten. Maar een bak die op volle zee is doorverkocht en daarna van de weg wordt getrokken? Dat is nieuw.

Gaandeweg blijkt dat het nieuwe afleveradres pas een dag of twee voor het lossen van de container in de haven bekend is geworden. Daardoor dreigden de smokkelaars de controle over hun container te verliezen. Wie is er in staat om in twee dagen tijd een kaping te orkestreren? En wat zat er naast ananassen in de container?

Op die vragen vindt de recherche geen antwoord. Maar volgens bronnen in het criminele milieu heeft in de container 7.000 kilo cocaïne gezeten, geschatte groothandelswaarde eind 2015 200 miljoen euro. Als het lukt de partij te verkopen komt de winst ruim boven de 100 miljoen euro uit. Op de vraag wie er in staat is een dergelijk groot cocaïnetransport op touw te zetten, wijst iedereen in de richting van Mustapha F. en zijn groep.

Moes behoort tot een groepje criminele erfgenamen van Samir Bouyakhrichan, vanwege een litteken op zijn gezicht in het milieu Scarface of Scarrie genoemd. Deze Amsterdamse Marokkaan is op 28 augustus 2014 in Spanje geliquideerd, in het bijzijn van een aantal andere Amsterdamse onderwereldfiguren. Tot zijn dood stond hij bekend als een van de grootste cocaïnehandelaren van West-Europa. Wie achter de liquidatie zit is onbekend, maar na zijn dood komt Mustapha F. bovendrijven als een van de gangmakers van de groep. Het levert hem de bijnaam Amotor op, de man die blijft gaan.

Truck gevonden

Uiteindelijk weet de recherche de truck te vinden waarmee de kapers na de ontvoering van Richard de lading ananassen hebben verplaatst. Dat is te danken aan snelwegfoto’s van ARS Traffic & Transport Technologie, een particulier bedrijf dat camera’s langs de snelweg beheert. Het is niet Richards eigen truck, die is in Strijen verwisseld voor een gehuurd exemplaar van hetzelfde merk.

Een dag voor de kaping, ontdekt de recherche, is om 15.34 uur een truck die vrijwel identiek is aan die van Richard over de N217 langs een camera gereden. Deze kan worden teruggevonden omdat de chauffeur de kentekenplaten niet heeft vervangen door valse. Zo achterhaalt de recherche de eigenaar, een verhuurbedrijf uit Roosendaal. De tachograaf in deze truck – die de rijtijden registreert – wijst uit wie er waar en wanneer met de truck heeft gereden. Dat leidt naar de chauffeur die op de dag van kaping in Strijen was.

Deze man, ene Marcel, breekt binnen enkele dagen na zijn aanhouding. Tijdens een rijdend verhoor laat hij de recherche zien hoe hij de container met ananassen vanuit Strijen naar een loods aan de Waardsedijk-Oost in Montfoort heeft gebracht. Over zijn opdrachtgevers zwijgt hij. Dat geldt ook voor een medeverdachte die tekende voor het huurcontract van de loods waar de container volgens de chauffeur is gelost. De twee worden veroordeeld.

Of er cocaïne van Mustapha F. in die container heeft gezeten, hebben de rechercheurs niet achterhaald. Maar er wordt wel iets anders gevonden in dezelfde loods in Montfoort, dat een belangrijk spoor blijkt te zijn.

Illustratie Gijs Kast

Een witte Ford Transit

Op verzoek van de Finse autoriteiten doen rechercheurs van de Landelijke Eenheid op 19 januari 2016 een inval in de loods in Montfoort. Het vermoeden bestaat dat hiervandaan cocaïne naar Finland wordt gesmokkeld, zeer lucratieve handel. Is de groothandelswaarde van een kilo cocaïne in Nederland 25.000 euro, dan ligt die prijs in Finland op 50.000 euro per kilo. De grote verdubbelaar noemen ze deze smokkelroute in de onderwereld dan ook.

Cocaïne wordt in de loods niet aangetroffen. Wel: een witte Ford Transit. En dat blijkt niet zomaar een bus. Hij is voorzien van afneembare bestickering, een dakluik en camera’s voor het heimelijk maken van foto- en video-opnames. In de bus worden een laptop en een printer gevonden, track and trace-apparatuur voor het volgen van auto’s, opladers voor bakens die onder te volgen auto’s worden geplakt. En een systeem met de naam Target Blue Eye. Daarmee kunnen signalen van het communicatiesysteem van de politie worden opgevangen. Zo wisten de gebruikers van de bus uit handen van de politie te blijven.

Bij het Team Criminele Inlichtingen van de politie zijn al meerdere meldingen binnengekomen over deze bus. Het vermoeden is dat de gebruikers zich bezighouden met liquidaties en de voorbereidingen daarvoor.

Bronnen in de onderwereld vertellen dat criminelen ook om andere redenen mensen observeren. Kun je een nieuwe zakenpartner vertrouwen? Doet hij wat hij zegt, met wie heeft hij contact? Goed georganiseerde groepen in de drugshandel vertrouwen mensen niet alleen op hun woord.

In de bus vindt de recherche twee belangrijke aanwijzingen, een vingerafdruk en een observatiefoto. De vingerafdruk, aangetroffen op een flesje, is van Hamza Ziani, een Utrechtse crimineel uit de entourage van Mustapha F. Hij is in het najaar van 2018 vermoord in Spanje. De foto is van een in Breda geboren twintiger die woont in Nieuwegein. Hij is het neefje van Ridouan T.

Deze twee sporen brengen Mustapha F. en Ridouan T., dan twee van de grootste spelers in de cocaïnemaffia, voor het eerst bij elkaar.

Oorlogsverklaring

De recherche besluit een bezoek te brengen aan de neef van Ridouan, een bekende van justitie. Hij is al eens aangehouden met een gestolen auto en een keer ondervraagd over auto’s in gebruik bij criminelen die op zijn naam waren gehuurd. Rechercheurs zoeken hem maandag 25 januari 2016 op en vertellen hem over de foto die is gevonden in de witte Ford Transit. Zij spreken van „een mogelijke levensbedreiging”.

Een dag later is in het programma Opsporing Verzocht een gedetailleerde reconstructie te zien van de kaping van de container met ananassen, gelost in de loods in Montfoort waar ook de observatiebus werd gevonden. Dat is waarschijnlijk toeval – de politie-onderzoeken naar de container en de observatiebus staan los van elkaar. Maar het samenkomen van de twee zaken in Montfoort heeft grote gevolgen.

Nadat zijn neefje door de recherche is gewaarschuwd, zoekt Ridouan T. volgens bronnen in de onderwereld per PGP contact met Mustapha F. Dat zijn neefje kennelijk door Mustapha werd geobserveerd, wordt door Ridouan hoog opgenomen. Dit blijkt uit de verklaringen van kroongetuige Nabil B., die deze krant heeft ingezien. Nabil B. is lid geweest van de groep rond Ridouan T. en heeft eind 2017 een kroongetuigedeal gesloten met het Openbaar Ministerie.

Nabil B. vertelt dat Ridouan T. Mustapha F. tot zijn vijanden rekende. De bevestiging daarvoor kwam volgens Nabil B. „toen dat busje kwam met die apparatuur dat is gevonden in die loods”. Volgens de kroongetuige werd Mustapha F. toen bang en wilde hij heel graag met Ridouan T. praten: „Zo van weet je, ik heb niks met jouw te maken”. Ridouan T. kon zich volgens de kroongetuige toen niet inhouden: „Hij heeft hem toen bedreigd en uitgescholden. Sindsdien loopt Moes met een beveiliging.”

Mede op basis van de verklaringen van de kroongetuige beschuldigt het OM Ridouan T. van het voorbereiden van de moord op Mustapha F. Uit PGP- gesprekken blijkt volgens justitie dat hij daar in het begin van 2016 opdracht voor heeft gegeven.

Op maandagochtend 11 april 2016 rijden twee mannen vlak na zonsopkomst in een rode Volkswagen Polo weg bij No Limit, de club van Mustapha F. aan de rand van Zoetermeer. Ze hebben daar de hele nacht lopen posten, wachtend op het moment dat Moes naar buiten zou komen. Er hebben zelfs twee spotters gestaan bij een benzinestation verderop, waar iedereen voorbij komt die vanaf de snelweg naar de club rijdt. De schutters, „heads” in onderwereldlingo, stonden klaar om Moes te liquideren.

Moes heeft No Limit volgens weekblad Panorama in 2014 gekocht via een stroman. Het is een gelegenheid waar onderwereldfiguren VIP-tafels afhuren voor het bijwonen van concerten en gala’s. De vaderlandse penoze kan zich er vergapen aan sterren als Karim ‘French Montana’ Kharbouch, Snoop Dogg en bokser Floyd Mayweather. Een half jaar na de opening heeft de gemeente al vijftien geweldsincidenten geregistreerd, bij een daarvan is een man in zijn been geschoten.

Ondanks hun inspanningen is het de twee heads niet gelukt Moes dood te schieten, zo melden de twee mannen per PGP-telefoon. Er zijn te veel bewakers, typen ze aan Morad T., de broer van Ridouan. „Hij is scherp”, zeggen ze over Moes. Later bespreken de twee broers volgens de recherche per PGP dat „die ene head” en „de twee spotters” extra geld moeten krijgen om ze „tevreden” te houden.

Hoe werkt PGP eigenlijk? In deze video leggen we het uit.

Intussen in de opsporing

In april 2016 neemt de politie de computers in beslag van het bedrijf Ennetcom in Arnhem, een aanbieder van PGP-telefoons. Later blijkt dat de recherche erin is geslaagd 3,6 miljoen berichten op die computers te ontsleutelen. In 2017 worden de computers van een andere aanbieder in beslag genomen: PGP-Safe. Als het ook hier lukt om vele honderdduizenden berichten te ontsleutelen, blijkt dat veel Ennetcom-gebruikers zijn overgestapt naar PGP Safe. Ridouan T. is volgens de recherche één van die gebruikers.

Het kraken van de onderwereldcommunicatie is een ‘dieptebom’ waarvan veel criminelen de impact zullen blijken te onderschatten. Het is ook een cruciale stap in het onderzoek naar de cocaïnemaffia in Nederland.

De politie worstelt met de recruteringsdrang van de cocaïnemaffia in de slechte buurten van grote steden. Eind 2015 komt de Brit Paul Richardson, betrokken bij de bestrijding van de georganiseerde misdaad in Liverpool, uitleggen hoe zijn mensen hiermee omgaan. Als een middelgrote crimineel in Liverpool in een veel te dure nieuwe auto rijdt en vaak gezien wordt met jonge, in de buurt onbekende mannen, dan meldt de wijkagent dat aan het rechercheteam dat onderzoek doet naar die crimineel. De wijkagent wordt als het ware de oren en ogen van de recherche.

Lees meer over hoe justitie 3,6 miljoen versleutelde berichten van criminelen ontcijferde

Dat klinkt simpel maar betekent in de praktijk dat de recherche heel gevoelige informatie uit langlopende rechercheonderzoeken moet delen met grote groepen agenten. En dát is innovatie, vertelt een bron bij de Nederlandse recherche. „Hoe zorg je ervoor dat de agent op straat die informatie krijgt die nodig is om zijn kennis te mobiliseren, maar voorkom je dat gevoelige informatie op straat komt te liggen.” Als dat goed lukt, wordt de recherche structureel gevoed met informatie over de manier waarop de georganiseerde misdaad in bepaalde wijken hele groepen jongeren voor zich dreigt te winnen. Het biedt een oplossing voor een probleem dat eerst in Amsterdam en daarna opnieuw in Utrecht de kop op heeft gestoken: dat de cocaïnemaffia in korte tijd heel groot wordt zonder dat de politie het ziet.

Als Richardson weg is, gaat de top van de Nederlandse politie ermee aan de slag. Rechercheurs die gewend waren om informatie altijd af te schermen tenzij het niet anders kon, moeten nu deuren en ramen open zetten. „Dat is een cultuuromslag die tijd en menskracht kost”, aldus bronnen bij justitie en politie.

Illustratie Gijs Kast

Partners van Ridouan

Uit de oogst aan criminele PGP-berichten komt de politie te weten wie de partners zijn van Ridouan T. „Whooooooop, whooooooop weg. En ze gaan allemaal”, bericht Ridouan T. na een gelukte liquidatie aan Richard R., in de onderwereld vanwege zijn roots ook wel Rico de Chileen genoemd.

Rico komt uit de Amsterdamse onderwereld. Hij is op jonge leeftijd meegekomen met zijn ouders, die zijn gevlucht voor dictator Pinochet. Als tiener komt Rico via zijn vader in aanraking met de cocaïnehandel, aldus misdaadjournalisten Wauter Laumans en Vico Olling. Omdat hij vloeiend Nederlands en Spaans spreekt, treedt hij voor zijn vader op als tolk bij zakelijke besprekingen. Als pa na een celstraf voor cocaïnesmokkel terug gaat naar Chili, treedt Rico in zijn voetsporen en vindt aansluiting bij kopstukken uit het Amsterdamse milieu.

Na een veroordeling voor cocaïnesmokkel in Duitsland in 1999 groeit hij op de achtergrond uit tot een van de kopstukken van de cocaïnemaffia in Nederland. Zo heeft hij volgens het OM contact met criminele topfiguren uit de Napolitaanse maffia, zeer invloedrijk in de mondiale cocaïnesmokkel.

Volgens bronnen in de onderwereld hebben Rico en Ridouan in 2014 een verbond met elkaar gesloten.

In het voorjaar van 2016 hebben zij intensief contact per PGP-telefoon, onder andere over de poging om Mustapha F. te laten liquideren. Zo vraagt Rico aan Ridouan waarom „het zo lastig is bij die kankertent”. Hij doelt dan op No Limit, de club van Moes in Zoetermeer.

In dezelfde periode bespreken ze de aanhouding in Ierland van een man die ze aanduiden met „broer”. Uit de context van die berichten blijkt onmiskenbaar dat het gaat over Naoufal F., een Amsterdamse crimineel met de bijnaam Bolle of Noffel. Hij is april 2016 in Ierland aangehouden voor het orkestreren van een liquidatie in Diemen, eind 2015.

Naoufal staat in het Amsterdamse milieu bekend als een hitter, iemand die liquidaties pleegt. Rico vertelt Ridouan T. dat hij alle advocatenrekeningen van Naoufal in Ierland zal betalen. Omdat Naoufal nu vastzit gaat Ridouan „nog extremer geweld” toepassen. Wat dat inhoudt vertelt hij aan Rico op 17 april 2016.

Hij moet gaan slapen

„Sir”, schrijft Ridouan aan Rico, „zullen (we) die kk Plooij laten slapen?” KK is straattaal voor kanker. Koos Plooij is al twee decennia een van de bekende gezichten in de strijd tegen de georganiseerde misdaad. Hij is als officier van justitie verantwoordelijk voor de vervolging van Naoufal F.

Rico de Chileen reageert nog diezelfde dag. „Hahaah, Hermano Sir. Ik hou van u. Haha. Dat zijn echte gedachtes, maar nee… Wachten en kijken of we het anders kunnen doen.”

Rico de Chileen houdt hier een aanslag op officier van justitie Koos Plooij af. Die aanslag is ook nooit gepleegd. Maar uit het vervolg van zijn antwoord aan Ridouan blijkt niet dat Rico geweld afwijst. „Hermano Sir, we moeten doen wat we moeten doen. Fuck ze, maar we moeten scherp en tactisch te werk gaan!!!” Rico de Chileen, zo lijkt het, wil vooral dat Ridouan T. zich niet laat afleiden.

In de container met ananassen zou 7.000 kilo cocaïne hebben gezeten

Niet veel later stuurt Ridouan T. een bericht aan Rico dat die „KK Vlinders-crime moet gaan slapen”. „Dat hoerenkind heeft het verdiend.” Vlinderscrime is de naam van het misdaadblog van Martin Kok, die zelf enkele decennia actief is geweest in de onderwereld. Kok schrijft in het voorjaar van 2016 veel over de arrestatie van Noffel.

In de zomer van dat jaar vindt de recherche een krachtige bom onder zijn auto. Dat weerhoudt Kok er niet van om in september 2016 te onthullen dat Ridouan, Rico en Noffel in de onderwereld worden gezien als het nieuwe driemanschap dat de cocaïnemaffia bestiert. Twee jaar later zullen PGP-berichten aantonen dat hij gelijk had. Nog geen twee maanden na de publicatie wordt de misdaadblogger op de parkeerplaats van een bordeel in Laren vermoord.

Eindspel

Mustapha F. maakt mede door al het geweld pas op de plaats. Nadat club No Limit in Zoetermeer in de zomer van 2016 is gesloten, verblijft Moes steeds vaker in zijn geboorteland. De cocaïnesmokkel houdt hij even voor gezien. Met grote zendingen zou Moes vele tientallen miljoenen hebben verdiend, zo vertellen bronnen in de onderwereld onder verwijzing naar de gekaapte container uit Montfoort met 7.000 kilo cocaïne: „Zo’n zending stuur je alleen maar als je een betrouwbare smokkellijn hebt waarmee je vaker succes hebt gehad.”

In Marokko heeft hij met zijn horecazaken La Crème en Cappucino een nieuwe bron van inkomsten gevonden en waant hij zich relatief veilig. Daar komt een einde aan als de onschuldige Hamza Chaïb op die warme avond in november 2017 op het terras van La Crème wordt vermoord. De Marokkaanse autoriteiten nemen de moord op de zoon van een hoge rechter hoog op. De twee mannen met dreadlocks, Amsterdammers met een Antilliaanse achtergrond, kunnen snel worden opgepakt. Vlak na hun aanhouding wijzen zij de man aan van wie zij de opdracht hebben gekregen. Deze moordmakelaar, een Marokkaan uit Utrecht, wordt enkele dagen later aangehouden en legt belastende verklaringen af over weer anderen én de opdrachtgever: Ridouan T.

Mede op basis van dit materiaal wordt Ridouan T. door de Marokkaanse autoriteiten beschuldigd van betrokkenheid bij de moord op Hamza Chaïb, evenals zijn broers Jamal en Morad, die sinds vorig jaar zomer vastzitten in het geboorteland van hun ouders.

Ook Mustapha F. is ingehaald door het geweld in Marrakech. Hij wordt verdacht van het witwassen van crimineel geld en belastingontduiking en zit sinds november 2017 in een Marokkaanse cel. Zijn advocaat doet er het zwijgen toe zo lang de strafzaak tegen zijn cliënt in Marokko loopt.

De Marokkaanse autoriteiten zouden ook graag zijn rivaal Ridouan T. berechten. Ze zijn naar hem op zoek, net als de Nederlandse justitie. Rico de Chileen verblijft inmiddels in een zwaarbewaakte Nederlandse cel op verdenking van cocaïnehandel, witwassen en het uitlokken van moord. Maar Ridouan is nog altijd spoorloos. De Neus uit Vianen is, zo lijkt het, van de aardbodem verdwenen.

Correctie (23 februari 2019): In een eerdere versie van dit verhaal stond dat Ridouan T. aan Rico vertelde dat hij alle advocatenrekeningen van Naoufal zou betalen. Dat moest omgekeerd zijn: Rico vertelde juist aan Ridouan T. dat hij die zou betalen. Hierboven is dat aangepast.

Beluister ook de podcasts over Holleeder: