Christine Koenigs geeft na 22 jaar en herhaalde afwijzingen van haar claims door de rechter, de aanspraken op de Koenigs collectie niet op (Boijmans maakt goede sier met andermans Rubensen, 12/2). Onduidelijk is nu waarom Museum Boijmans bij zijn mislukte poging om via de Vereniging Rembrandt op de veiling in New York van prinses Christina’s dertien tekeningen de ‘Royal Rubens’ te verwerven en voor Nederland te behouden, ergens (waar ?) zou hebben moeten vermelden dat onder de tekeningen van Rubens die zij al bezit, er een aantal afkomstig is uit de in 1940 verworven collectie Koenigs. En waarom het museum daarbij zou hebben moeten vermelden dat er een (door verschillende rechters en rechtsorganen afgewezen) claim van mevrouw Koenigs lag op die tekeningen. Als mevrouw Koenigs dan met aantallen komt, laat zij dan de juiste geven: het museum bezit 29 Rubens-tekeningen, waarvan 21 ex-Koenigs collectie (dus geen 45), 7 uit de stichters-collectie van F.J.O. Boijmans van 1847 en een kapitale tekening (deze afkomstig uit de voormalige collectie van koning Willem II) aangekocht in 1866. Allemaal in 2001 gepubliceerd in een wetenschappelijke bestandscatalogus. Onder de door Nederland geclaimde Koenigs-tekeningen in Moskou zijn bovendien nog 3 eigenhandige werken van Rubens. Voor het museum, de fondsen en ‘de Collectie Nederland’ geldt vooral de culturele waarde. Het baart zorgen dat er tegenwoordig vele miljoenen euro’s nodig zijn om dat nationale culturele erfgoed voor ons land te behouden.
Directeur Museum Boijmans Van Beuningen