Bijzonder hoogleraar woningmarkt Johan Conijn gaat met emeritaat en werd geïnterviewd in NRC (‘Pas over drie jaar slaat de woningmarkt om’, 6/2). In zijn afscheidsspeech hekelde hij de verhuurdersheffing. Wie heft er nou belasting op sociale huurwoningen? Geen land ter wereld doet dat. De 2 miljard belasting per jaar maakt het woningcorporaties onmogelijk de taken die zij zouden moeten oppakken te bekostigen, aldus Conijn: huren betaalbaar houden, huizen bouwen en ze verduurzamen.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/02/data40931337-0b9e38.jpg)
De lasten worden ook nog eens heel oneerlijk verdeeld. De verhuurdersheffing is onbedoeld een stedenheffing geworden. Hoe hoger namelijk de WOZ-waarde van een woning, des te hoger de belastingaanslag. Woonplaatsen in de Randstad worden daardoor het hardst getroffen. De gemiddelde huur ligt overal in Nederland rond de 500 euro per maand, ook in de Randstad. De jaarlijkse verhuurdersheffing is echter in heel Nederland gemiddeld 750 euro per woning, maar in Amsterdam is dat 1.200 euro. En dat terwijl de energietransitie complexer en dus kostbaarder is dan buiten de stad en de bouwkosten hier hoger zijn en harder stijgen. De oplossing van deze oneerlijkheid is simpel. Neem als basis voor de verhuurdersheffing niet de WOZ-waarde van wat verhuurd wordt, maar koppel de heffing aan de hoogte van de huurprijs. De lasten zijn dan gelijk verdeeld, waardoor ook stedelijke corporaties kunnen blijven doen waarvoor ze zijn. Kabinet, maak de verhuurdersheffing eerlijker. Onze huurders verdienen dat.
en ,bestuurders van de Amsterdamse corporaties Stadgenoot en De Key