Hoekstra en Knot stemden reactie DNB op ING-witwasaffaire af

Integriteit Dat Financiën meeschreef aan de reactie van De Nederlandsche Bank is opvallend. DNB is een onafhankelijke toezichthouder.

Minister Wopke Hoekstra (CDA) arriveert op het Binnenhof voor de wekelijkse ministerraad.
Minister Wopke Hoekstra (CDA) arriveert op het Binnenhof voor de wekelijkse ministerraad. Foto Bart Maat/ANP

Minister Wopke Hoekstra (Financiën, CDA) en de ambtelijke top van zijn ministerie hebben de reactie van onafhankelijk toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) op de witwasaffaire bij ING geregisseerd. Dat blijkt uit interne stukken van Financiën, in bezit van NRC na een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).

Lees ook het achtergrondverhaal: Bij ING’s witwasaffaire hield de minister toezichthouder DNB uit de wind

DNB is belast met het toezicht op naleving van anti-witwaswetgeving door banken. In een brief van 24 september vorig jaar aan Hoekstra, die de minister vervolgens naar de Tweede Kamer stuurde, ging DNB nader in op de kwestie die de hoogste boete in de Nederlandse geschiedenis opleverde.

Begin september trof ING een schikking van 775 miljoen euro met het Openbaar Ministerie omdat de bank jarenlang stelselmatig de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) overtrad.

Toezicht

Uit de stukken in bezit van NRC blijkt dat Hoekstra de Tweede Kamer ten onrechte de indruk gaf dat DNB geheel onafhankelijk optrad. Een week na de schikking, op dinsdag 11 september, trad ING-bestuurder Koos Timmermans af.

Hoekstra meldde de Tweede Kamer die dag dat hij DNB vier vragen had gesteld „omdat DNB verantwoordelijk is voor het toezicht”.

Hij beloofde de Kamer „nader bericht” zodra deze vragen zouden zijn beantwoord. Dat er een concept van de toegezegde antwoordbrief van DNB toen al enkele dagen op zijn ministerie lag, vertelde hij er niet bij.

De vragen van het ministerie aan de toezichthouder waren nauw afgestemd, tot op het niveau van minister Hoekstra en DNB-president Klaas Knot. Een vraag over het functioneren van het DNB-toezicht op het anti-witwasbeleid van ING zat er niet tussen.

Uit de interne stukken blijkt dat Financiën vervolgens nauwgezet heeft meegeschreven aan het DNB-antwoord aan zichzelf. Het ministerie ontving van DNB zeker drie conceptversies en dwong daarin aanpassingen af, bijvoorbeeld over de vraag of DNB wel genoeg capaciteit heeft om de naleving van anti-witwaswetgeving bij banken te controleren. Ook schrapt DNB een verwijzing naar integriteit als speerpunt voor toezicht. „Dat is het al sinds 2008”, constateert Financiën. Zo’n verwijzing maakt de brief „niet per se sterker”.

Dat Financiën nauw betrokken is bij het schrijven van de reactie is opvallend. DNB is een onafhankelijke toezichthouder. In de nasleep van de witwasaffaire benadrukte Hoekstra die onafhankelijkheid juist publiekelijk.

Uit onderzoek van justitie bleek dat ING, ’s lands grootste bank, de interne organisatie van 2010 tot en met 2016 zo slecht op orde had dat criminele klanten nagenoeg ongestoord van ING-rekeningen gebruik konden maken. Toezichthouder DNB zette in die periode eenmaal een formeel ‘handhavingsinstrument’ in, het legde een ING-bedrijfsonderdeel in 2015 een last onder dwangsom op – de facto een voorwaardelijke boete.

In het Tweede Kamerdebat over de witwaszaak vorige maand klonk kritiek van Kamerleden van onder meer D66 en GroenLinks op de doortastendheid van DNB. Hoekstra sprak juist van „adequaat” optreden door de toezichthouder.

D66 en GroenLinks stellen nu desgevraagd opheldering van Hoekstra te gaan vragen. D66-Kamerlid Joost Sneller: „Het lijkt erop dat de bemoeienis over en weer erg groot is geweest. Dat is zorgelijk en verhoudt zich niet tot de onafhankelijkheid van DNB.”

DNB uit de wind gehouden E4-5