Overheidsinstanties houden bij het vorderen van schulden bij burgers te weinig rekening met de menselijke maat. Daardoor verslechtert de situatie van schuldenaren vaak, in plaats van dat er een oplossing komt. Dat staat in een advies van Nationale ombudsman Reinier van Zutphen, dat zaterdag is gepubliceerd. Hij stelt een ‘behoorlijkheidskader’ voor.
/s3/static.nrc.nl/rechtenbestuur/files/2019/02/foksukschuld.gif)
Van Zutphen analyseerde 2000 bij hem ingediende klachten, die gingen over de handelswijze van de Belastingdienst, de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en het Centraal Justitieel Incassobureau. Hij concludeert dat het huidig beleid op meerdere punten tekort schiet. Instanties werken te weinig samen, waardoor soms onnodige invorderingsacties worden uitgevoerd. Mensen met schulden worden van het kastje naar de muur gestuurd of krijgen geen schuldhulpverlening aangeboden. Het ontbreekt bij sommige zaken aan goede schuldenoverzichten, stelt Van Zutphen: “Veel mensen willen wel betalen, maar kunnen dat niet.”
Deurwaarders
Ook opmerkelijk: de beslagvrije voet, het deel van het inkomen waarop geen beslag mag worden gelegd, wordt niet in alle gevallen gerespecteerd. Van Zutphen’s voorganger Alex Brenninkmeijer concludeerde in 2013 al dat deurwaarders dat ook niet voldoende doen. Van Zutphen:
“Dat moet stoppen. De overheid moet bij het invorderen oog hebben voor de positie en het belang van mensen met schulden.”
Binnen het ‘behoorlijkheidskader‘ dat de ombudsman heeft ontworpen, laat de de beslagvrije ongemoeid en doet het haar best om bij het invorderen verdere schulden te voorkomen. Ook vindt Van Zutphen dat instanties onderling beter moeten samenwerken en communiceren naar schuldenaren. Hij gaat toekomstige klachten per direct toetsen aan het eigen kader, en heeft zijn rapport naar staatssecretaris van Sociale Zaken Tamara van Ark (VVD) gestuurd. Van Zutphen wil begin volgend jaar van haar horen wat er veranderd is.