Annabel Oosteweeghel

Interview

Petra de Bruin: ‘Opeens zat ik daar met mijn beerput’

Petra de Bruin Oud-wielerkampioen Petra de Bruin kreeg begeleiding en excuses van NOC*NSF. ‘Omdat ik die beerput heb helpen opentrekken, voelt het rechtvaardig.’

‘Ik weet nog dat ik op zaterdagochtend op de markt liep. Een oudere vrouw hield mij staande. ‘Ik was zes toen ik in de oorlog misbruikt werd’, zei ze. Ik was verbaasd dat ze me dat toevertrouwde.

„Ze was niet de enige. In de maanden na mijn interview in Nieuwsuur, in december 2016, zeiden meer mensen: ‘ik begrijp je, ik heb iets soortgelijks meegemaakt.’ Ik merkte dat ik met respect werd behandeld. Ik had in die tijd veel energie.

„En toen viel het stil. Mensen gaan door met hun leven. Iedereen is druk met zichzelf, je kunt het ze niet kwalijk nemen. Maar pijn deed het wel, want opeens zat ik daar met mijn beerput. Ik raakte in een depressie.

„Van de wielerbond heb ik nooit een reactie op de Nieuwsuur-uitzending ontvangen. Ze konden waarschijnlijk niet met mijn openhartige verhaal overweg. Dat vind ik onbegrijpelijk. Je laat iemand toch niet zo in de kou staan?

„Vorig jaar heb ik zelf contact gezocht met de voorzitter van de klachtencommissie van het Meldpunt Seksueel Misbruik in de Rooms-Katholieke Kerk. Die verwees mij door naar Maud Kips, die misbruikslachtoffers heeft geholpen bij herstelbemiddeling.

„Samen met Maud heb ik mijn verhaal op papier gezet. In juristentaal, dat had ik zelf nooit gekund. We schreven een brief naar NOC*NSF met het verzoek om steun. Renald Majoor van stichting ‘De stilte verbroken’ bemiddelde in het contact.

Lees ook het interview met Renald Majoor: ‘Een zak geld zonder emotie zegt niets’

„Mijn grootste punt van zorg waren de openstaande rekeningen van de haptonoom. Ik heb een WIA-uitkering, dus die kon ik niet betalen. Verder wilde ik graag praten met een specialist op het gebied van seksueel misbruik. Liefst iemand die ervaring heeft met misbruikte sporters. Ik vind mezelf af en toe erg complex, terwijl ik het liefst zo gewoon mogelijk ben.

„NOC*NSF heeft alle rekeningen van de haptonoom betaald en ook nieuwe behandelingen gaan ze vergoeden. Ze boden me therapie aan bij een klinisch psycholoog. Dat vergroot mijn kansen op herstel. Als ik mij wat beter voel start ik ook een loopbaantraject via NOC*NSF. Ik zou het liefst bij een sportgelinkt bedrijf willen werken. Mijn droom is om over een paar jaar als bewegingscoach ouderen te begeleiden, of mensen met een beperking.

„Vorige zomer stuurde NOC*NSF een brief, die aanvoelt als excuses. Ze schrijven dat ze zich niet verantwoordelijk voelen voor wat mij is aangedaan, maar veroordelen het misbruik sterk en vinden dat ze dat veel eerder hadden moeten doen.

„Het kostte moeite die excuses toe te laten, want op papier voelt het minder warm dan in een gesprek. Maar ik vond dat het móest. Als ik dát al niet kan ontvangen, wat dan wel?

„Van de daders zelf zal nooit een excuus komen. Twee van de drie zijn al dood. Degene die nog leeft is in staat mij aan de hoogste boom te hangen voor smaad als ik zijn naam noem. Dat zou de zoveelste klap in mijn gezicht betekenen.

„Had ik in de jaren na het misbruik zelf meer kunnen doen? Ik kon het, denk ik, niet opbrengen. Ik had een punt achter mijn wielercarrière gezet en moest een nieuw evenwicht vinden met twee jonge kinderen. Maar al die tijd speelde ik natuurlijk wel toneel. Ik durfde niet uit te zoeken wie ik ben, wat ik wil en wat ik kan. Het was een lastige puzzel.

„Maar de steun van NOC*NSF geeft lucht. Ik ben blij met wat ze voor me doen, het zit ’m niet in harde euro’s. Omdat ik die beerput heb helpen opentrekken, voelt het rechtvaardig. Daarom had ik het er niet bij laten zitten als ze niet op mijn hulpvraag waren ingegaan. Daar ben ik straks hartstikke trots op, denk ik als ik in de spiegel kijk. Dan kan ik weer huppelen, blije Petra zijn.

„De hulp die ik krijg gun ik ook aan andere sporters. Er zijn veel meer slachtoffers die behoefte hebben aan genoegdoening dan de ‘enkeling’ waar Klaas de Vries in zijn onderzoeksrapport over schrijft. Maar je haalt wel veel open met zo’n aanvraag. Je moet lef hebben om met je verhaal naar buiten te komen.

„Soms denk ik: hadden ze die zes ton voor het onderzoek van De Vries maar in een fonds gestopt. Dan had je écht iets voor slachtoffers kunnen betekenen.”