Op een gegeven moment deed de man van Harinder Kaur niet eens zijn best zich achter een dichte deur te verstoppen. „Hij inhaleerde dat spul recht voor mijn neus”, zegt de 30-jarige kraamhulpverleenster. Daarna volgden de naalden.
Hoe lang Mahinder Pal Singh (28) toen heroïne gebruikte, weet Harinder niet. Ze had wel vermoedens. Steeds weer die vage excuses - „Ik moet even ergens heen.” Waarheen werd nooit duidelijk. Eenmaal thuis bij zijn ouders ging de deur op slot.
Vind aan de grens met Pakistan maar eens een dorp of stad waar opium niet simpel te krijgen is, bij de chai walla (de theeverkoper), onder de toonbank bij de buurtwinkel.
Zeker tien mensen stierven in juni kort na elkaar aan een overdosis in Punjab, een deelstaat in Noord-India. Opium, vaak afkomstig van de Afghaanse papavervelden, kent er een lange historie. Vooral sinds de eeuwwisseling nam de smokkel van heroïne, ook wel chitta genoemd, en synthetische drugs een vlucht.
Punjab, ruim 28 miljoen inwoners, telt tussen de paar honderdduizend tot ruim een miljoen drugsverslaafden. De meesten zijn tussen de 15 en 35 jaar, man, gedesillusioneerd.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/09/data36191790-332134.jpg)
Punjab is de deelstaat van de desillusie. Welvarend geworden door de Groene Revolutie die in de jaren ’60 van simpele boeren vermogende landeigenaren maakte. Dalende landbouwprijzen en gesloten fabrieken eisten hun tol. Het probleem is nu zo groot, dat ‘Punjabs drugscrisis’ in 2018 de lokale verkiezingen domineerde. De Congrespartij won met de belofte op te treden tegen onder meer corrupte agenten en politici die bij de smokkel betrokken zijn. Er zijn ruim 23.000 mensen opgepakt, onder wie leden van de grenspolitie. Om de verslaafden te helpen, is meer nodig. De regering zette tegelijkertijd een opvallende koerswijziging in: gebruikers worden niet langer als criminelen gezien, maar als zieken. En wie ziek is, moet gratis worden behandeld.
Lichte roes
In Punjab openden klinieken waar opiumverslaafden terechtkunnen voor een dagelijkse dosis buprenorfine: dit tabletje geeft een lichte roes en onderdrukt de drang naar heroïne.
Na de reeks doden in juni ging de lokale regering een stap verder: niet alleen door een gedwongen drugstest voor alle ambtenaren aan te kondigen, ook door de kosten van opname in door de staat gefinancierde afkickklinieken en herstelcentra, zo’n vijftig in totaal, te schrappen.
Een tocht door rijstvelden, klaar voor de oogst, leidt naar het dorp Tharu. Hier opende een jaar geleden zo’n nieuwe kliniek. Het witte gebouw is tevens het registratiepunt voor alle verslaafden uit de omgeving die met buprenorfine behandeld willen worden. In een groot logboek staan ruim 2.000 namen, iedere dag komen er nieuwe bij.
Mahinder Pal Singh zit versuft op een bank buiten de behandelkamer. Hij kreeg net achter de gesloten deur van een jongeman met een gele tulband en een zuurstokroze T-shirt het tot poeder verstampt tabletje. „Onder je tong houden”, kreeg hij te horen. Dus dat doet Mahinder braaf.
Verderop kijkt zijn vrouw Harinder toe, naast haar een man die bijna even groot is als breed. Een gepensioneerde legerofficier, blijkt, die als vrijwilliger drugsverslaafden en hun families bijstaat en naar de kliniek leidt. Harinder was die ochtend naar hem toe gekomen. Doodop, ten einde raad.
Gebruikers worden niet als criminelen gezien, maar als zieken met gratis hulp
De laatste weken had haar man geprobeerd van heroïne af te blijven. Met behulp van lokale alcohol. „We maakten alleen nog ruzie”, zegt ze. Zoals over hun spaargeld: bijna 2.000 euro, in zijn aderen verdwenen. Haar schoonouders weigerden hem te laten opnemen. Met al die andere verslaafden om hem heen zou hij heus niet beter worden.
In de kliniek komen „alle lagen van de bevolking”, zegt psychiater Rana Ranbir Singh (45) van het drugsprogramma. „Van riksjabestuurders en arbeidsmigranten tot mensen die in hun suv’s voorrijden.” Vrouwen ziet hij nauwelijks. Een „verborgen populatie” volgens Singh. „Je laten behandelen, betekent naar buiten treden met je probleem. Die drempel is voor vrouwen enorm hoog.” Zeker in Punjab, waar volgens de psychiater een sterke machocultuur heerst.
‘Zonder kon ik niet meer opstaan’
Ze zijn er wel, vrouwen. In Kapurthala, enige tientallen kilometers verderop, zit Manpreet Kaur op een kruk in een kliniek. Haar behandeling bestaat wegens de ernst van haar verslaving uit een dagelijkse dosis methadon. Haar eerste shot heroïne kreeg Manpreet van een vriendin, net als andere vrouwen die er komen. Moet je proberen, zei ze. Dat was gratis, de tweede keer ook. Toen was het te laat. De drugs kreeg de vriendin van haar vriend. Via haar begon Manpreet zelf te kopen. „Zonder kon ik niet meer opstaan.”
Als ze high was, vergat ze de wereld om zich heen, ook haar kinderen die naar school moesten. Ze voelt zich nu oké, zegt ze. Sinds 2014 neemt ze elke ochtend plaats op deze kruk, op een ‘kleine onderbreking’ na. De kinderen zet ze onderweg af.
Om de hoek opende de regering in 2018 een vrouwen-afkickkliniek; de eerste en nog altijd enige in Punjab – de wirwar aan private klinieken daargelaten. De vijftien bedden zijn zelden alle bezet. De mannen kampen met wachtlijsten, vooral nu het gratis is. Er komen langzaam wel meer vrouwen voor de substitutiebehandeling, zegt psychiater en initiatiefnemer Sandeep Bhola. Zich laten opnemen, durfden er tot nu toe slechts zo’n zestig. Ook hij zegt: de schande is te groot. En wie zorgt er dan voor hun kinderen?
Zijn kantoor kijkt uit op een slinger mannen die zich richting hun dagelijkse dosis beweegt. Sommigen op versleten slippers, anderen hun gezicht verscholen achter zonnebrillen.
Hij is blij dat deze regering tenminste erkent dát Punjab een drugsprobleem heeft, zegt de arts. Maar na bijna twee decennia in de verslavingszorg weet Bhola ook: zonder perspectief blijven drugs lonken, zeker voor hen die door hun familie zijn verstoten.
Ook over het feit dat alle zorg nu gratis is, is Bhola weinig enthousiast. „De kwaliteit gaat daardoor naar beneden. En mensen nemen hun behandeling minder serieus.” Toch ziet de arts de rij, die vanachter zijn raam elke week een beetje langer wordt, als een goed teken. „Mensen zoeken hulp, dat is het belangrijkste.”