„Hi Angela, how are you?” Devanando Kroeke zit achter zijn computer als een vrouw met lichtblond haar binnenkomt. Vriendelijk controleert Kroeke haar inschrijving bij de Kamer van Koophandel en telt het geld dat ze betaalt voor het kamertje dat ze huurt in de Oudekennissteeg. Kroeke overhandigt haar de sleutel. „Kamertjes aan de gracht zijn minder in trek”, zegt Kroeke, „de vrouwen voelen zich er heel erg bekeken”.
Een doordeweekse ochtend op de Wallen, hét Amsterdamse prostitutiegebied. Een winters zonnetje piept door een kier onder het rolluikje van Kroekes kamertje binnen. Via een grote monitor, opgedeeld in kleinere schermpjes, houdt Kroeke (vliegtuigingenieur van opleiding) de ramen in de gaten. Hij werkt voor zijn vader, die exploitant is op de Wallen. Zijn vader rolde daar toevallig in. Die werkte voor de brandweer en controleerde regelmatig de panden in de buurt op brandveiligheid toen hij een aanbod kreeg dat hij „niet kon weigeren”. Hij heeft 27 ‘ramen’: 13 kamers in de steeg, 14 aan de gracht. Vooral Roemeense, maar ook Bulgaarse, Spaanse en Nederlandse vrouwen huren bij hem: 80 tot 110 euro voor een dagdeel overdag, 195 euro in de avonduren.
Deze ochtend zijn de meeste ramen leeg. Alleen rond de Oude Kerk zijn veel plekken bezet. De meeste meiden zijn op vakantie, zegt Kroeke, of komen ’s avonds, als er meer klanten zijn.
„Wallen lopen leeg: veel ramen overdag niet bezet” kopte Het Parool een week geleden op de voorpagina. Nederlands bekendste rosse buurt zou in zwaar weer verkeren: teruglopende klandizie en wegblijvende sekswerkers. Vier maanden eerder publiceerde Trouw een artikel over prostituees op de Wallen die met schulden kampen.
Wat is er aan de hand? Zit de klad in de nering? En zo ja, hoe kan dat als het aantal toeristen in de stad juist piekt en de Wallen ’s avonds vaak stampvol zijn?
Verhalen kloppen niet
In café de Zeevaart drinken stamgasten Rob (65), John (72), Toon (82) en Peter (65) – ze willen allen niet met hun achternaam in de krant vanwege hun beroep en de negatieve publiciteit over de Wallen – koffie. De één is exploitant, de ander regelt huisjes voor „de meiden” op de Wallen, een derde is uitbater; allen kennen ze de wijk als hun broekzak. Over één ding zijn ze het eens: sekswerk is wérk, en „de meeste van zielige verhalen over uitbuiting en dwang kloppen helemaal niet”.
Peter: „Deze vrouwen slaan gewoon munt uit hun kruis.” John: „Maar met al dat toerisme kunnen ze hun werk amper nog doen, zó druk is het.” Toon: „De gemeente gaf 1.700 vergunningen voor rondleidingen af. ’s Avonds crossen tuktuks over de Achterburgwal en kun je hier over de koppen lopen.” Rob: „Vrouwtjes blijven weg.” De schuldige? „De Stopera”, volgens de mannen.
Tien jaar geleden startte de gemeente onder leiding van toenmalig wethouder Lodewijk Asscher (PvdA) Project 1012, vernoemd naar de postcode van het Wallengebied. Doel: minder coffeeshops, massagesalons en souvenirwinkels, meer restaurants, koffietentjes, modewinkels en galerieën – ook wel hoogwaardig toerisme genoemd. Ook het prostitutiegebied ging op de schop. Daar vonden volgens de gemeente misstanden plaats, vrouwen werden uitgebuit door Oost-Europese bendes. Minstens honderd ramen werden gesloten en er kwam strengere handhaving. Maar het leidde niet tot het gewenste effect, volgens een onderzoek dat de Amsterdam Rekenkamer deze zomer publiceerde.
Met een bulldozer
De gemeente gaat al tien jaar met een bulldozer door de Wallen heen, zegt Laurens Buijs. Hij is sociaal-wetenschapper en docent aan de Universiteit van Amsterdam en deed „etnografisch onderzoek” naar sekswerkers in het Wallengebied. Hij is kritisch op de gemeente en haar aanpak van het Wallengebied. Jarenlang maakte de gemeente met citymarketing reclame voor het massapubliek, zegt Buijs, maar doordat er minder ramen over mochten blijven hebben bepaalde plekken het nu zwaarder te verduren.
Met al dat toerisme kunnen ze hun werk nog amper doen
John stamgast café De Zeevaart
Bijvoorbeeld de plek waar Miriam (50) stond – ze werkte bijna twintig jaar op de Wallen. Er kwamen steeds meer grote groepen toeristen langs haar raam lopen. Ze joelen en maken foto’s van je, zegt Miriam (die niet met haar achternaam in de krant wil) en doen stoer omdat ze in een groep zijn. 97 procent van de sekswerkers in Nederland heeft afgelopen jaar te maken gehad met geweld, volgens een rapport van Soa Aids Nederland en belangenvereniging van sekswerkers Proud. Het gaat om emotioneel en fysiek geweld als vernedering, maar ook om seksueel geweld zoals verkrachting, en „financieel geweld”, bijvoorbeeld uitbuiting en de weigering om een zakelijke bankrekening te mogen openen.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data32895493-b24f73.jpg)
Een toeristische attractie
Ook Devanando Kroeke hoort vrouwen klagen over de toenemende drukte. Engelse mannen drinken alcohol op straat en hebben totaal geen respect meer, zegt Kroeke. De handhavers durven niet in te grijpen. Er zijn vrouwen die in het weekend niet meer willen werken. „De Wallen is echt een toeristische attractie geworden.”
Maar verdienen de sekswerkers daardoor ook minder geld?
Tja, dat is lastig te zeggen, vindt Buijs. „Het is er soms ook net een echoput: de vrouwen praten elkaar na. Als er eentje even wat minder verdient, heeft de ander dat ook. Er hangt een sterke nostalgie dat het vroeger veel beter was.” Wat is slecht?, vraagt Devanando Kroeke. „Als ze met 200 euro op een dag naar huis gaan, verdienen ze meer dan ik. Ik verdien 80 euro op een dag.” Miriam: „Ik ben gestopt, omdat er steeds minder klanten kwamen.”
De bordelen zijn de afgelopen jaren onvoldoende vernieuwd, zegt Laurens Buijs, er hangt „echt zo’n jaren tachtig-sfeer”. Buijs vindt dat de bordelen het werk voor de prostituees aantrekkelijker moeten maken: „Richt ze anders in. Bied naast het sekswerk andere diensten aan zoals massage en verzorging.”
Opdoeken is geen optie, daar zijn de Wallen te waardevol voor, vinden sekswerker Miriam en sociaal-wetenschapper Buijs. Raambordelen hebben veel voordelen, menen ze. De prostitutie is zichtbaar, de controle is makkelijker en sekswerkers zien wie er bij ze binnenstapt. Buijs: „In de escortbranche is dat veel lastiger.”
Kroeke wijst naar de monitor met beeldschermpjes. Alle kamertjes hebben een alarmknop, zegt hij: „Wij zijn er voor de meiden.”