De nieuwe elite onderscheidt zich met yoga, podcasts en havermelk

Elite De nieuwe elite moet het niet meer hebben van mooie horloges en een maatpak. Ze onderscheiden zich nu met havermelk en podcasts, zegt hoogleraar planologie Elizabeth Currid-Halkett.

Illustratie Peter Lipton

Schenk je eerst de melk of eerst de thee in? Tot op de dag van vandaag is de volgorde waarin je dit doet – een overblijfsel uit de Victoriaanse tijd – in het Verenigd Koninkrijk een indicatie van je sociaal-economische status. De upper class had geld voor theekopjes van betere kwaliteit. Was je arm, dan had je kans dat er scheuren in je goedkopere kop zouden komen als je er eerst hete thee in schonk. Tot ver in de twintigste eeuw was MIF (milk in first) een term om de lagere klasse satirisch te omschrijven.

Met dit voorbeeld van klassiek standsverschil begint de Amerikaanse hoogleraar planologie Elizabeth Currid-Halkett haar boek The Sum of Small Things: A Theory of the Aspirational Class.

Anders dan tot pakweg het einde van het vorige millennium, toen de elite werd gekenmerkt door materieel bezit (het dure porselein), onderscheidt de nieuwe elite zich met cultureel kapitaal. In een tijd waarin bijna iedereen in de westerse wereld toegang heeft tot voormalige luxeproducten als smartphones, verre zonvakanties en sushi manifesteert de nieuwe elite zich subtieler.

Die nieuwe elite bestaat uit hoogopgeleide mannen en vrouwen in de grote stad met een goede baan, al dan niet in de nieuwe economie of de creatieve sector. Onderweg naar hun werk luisteren ze naar een podcast, een ‘havercinno’ (latte met havermelk) in de hand. Ze doen aan yoga of pilates, volgen het nieuws via kwaliteitsmedia en zorgen ervoor dat ze bij etentjes goed geïnformeerd zijn over het gesprek van de dag. Onderling spreken ze dezelfde taal, want ze beschikken over dezelfde kennis. Als ze baby’s hebben doen ze aan borstvoeding en co-sleeping. Ze doen boodschappen (quinoa, vleesvervangers en amandelboter) bij een biologische supermarkt en vergeten dan niet hun eigen linnen tas mee te nemen.

Als jij die keuzes maakt en het juiste doet, zie je de mensen die dat niet doen als onverschillig

Elizabeth Currid-Halkett

De leden van deze groep, noem het de ‘havermelkelite’ of ‘neo-yuppen’, zijn met elkaar verbonden door een gemeenschappelijk cultureel kapitaal, met gezamenlijke waarden en smaak.

Wat is er zo onderscheidend aan de huidige nieuwe elite? Aan de telefoon vanuit Los Angeles licht Elizabeth Currid-Halkett haar theorie toe.

Waarin verschilt deze elite van voorgaande generaties?

„De Amerikaanse econoom Thorstein Veblen had het aan het einde van de negentiende eeuw over de leisure class. Dat waren mensen die waren geboren in families met geld. Ze waren niet selfmade en hoefden niet te werken voor hun inkomen. De elite die ik beschrijf, heeft wel hard gewerkt om van A naar B te komen.

„Een ander belangrijk verschil, en dat is echt nieuw, is de nadruk op de immateriële uitingen van status. Niet zo lang geleden was dat nog anders. Denk aan de film Wall Street uit de jaren tachtig, waarin Gordon Gekko overuren maakt bij een hedgefonds. Hij toont zijn status met een dure auto, een chic horloge, een maatpak en etentjes bij de beste restaurants.”

Daaraan zag je zijn exclusiviteit. Hoef je die nu niet meer laten zien?

„Jawel, een echte elite onderscheidt zich altijd door exclusiviteit. Maar de manier waarop nu status wordt getoond is veel subtieler. Ik heb het dan niet over oligarchen en tycoons, maar over een groot deel van de culturele elite, zowel mensen die tot de upper middle class behoren als freelancers die niet per se heel veel verdienen. Het gaat hun niet meer om materiële goederen en opzichtige consumptie, maar om het bezit van cultureel kapitaal. Dat je een bepaalde sport beoefent, dat je naar een lokale, biologische markt gaat, dat je koffie met havermelk drinkt en naar podcasts luistert. Dat je over kennis en eruditie beschikt.

„Ik noem dat de strevende klasse, omdat de leden ervan betere mensen en betrokken consumenten willen worden. In hun consumptiepatroon zitten morele vraagstukken verweven. Alle keuzes die ze maken, zijn gebaseerd op hun streven een persoon te worden die zich bewust is van hoe hij of zij leeft en consumeert.”

Hoe is die omslag ontstaan?

„Sinds het einde van de vorige eeuw is luxe gedemocratiseerd. Een flatscreen-tv, een shirt van Ralph Lauren of een namaak-Louis Vuitton-tas: het is allemaal binnen het bereik van een veel grotere groep mensen gekomen.

„Voor de hedendaagse elite is vervolgens iets anders belangrijk geworden: tijd en kwaliteit van leven. Daarom lees je nu zoveel over mindfulness en tijdmanagement. Goed gebruikmaken van je tijd doe je door een huishoudelijke hulp in te huren, zodat je meer tijd hebt voor je kinderen, of door op een vakantie te gaan die ook nog eens leerzaam is. Een generatie geleden, in de jaren tachtig, ging het om het maken van lange dagen en veel geld verdienen als ereteken. En dat geld werd daarna zichtbaar voor iedereen uitgegeven.”

U benadrukt in uw boek de rol die eten en eetcultuur voor de nieuwe elite spelen. Waarom zijn die zo belangrijk?

„Er is nu veel meer kennis over de voedselindustrie. Als kind was het voor mij normaal om één of twee keer per week naar de McDonald’s te gaan. Mijn kinderen gaan daar nooit heen. Dat is geen statussymbool, maar omdat ik mij ervan bewust ben dat het eten daar niet gezond is voor mijn kinderen.

Die moeders kijken neer op de moeder die met haar kind naar de McDonald’s gaat

Elizabeth Currid-Halkett

„Op dat bewustzijn wordt steeds vaker ingespeeld. De Amerikaanse supermarktketen Whole Foods (een semi-biologische keten, red.) opent pas ergens een filiaal als het opleidingsniveau in de directe omgeving is onderzocht. Dat doen ze omdat er een relatie bestaat tussen opleiding en de keuze voor biologisch eten. De klant die in hun winkels koopt voelt zich integer: het is een andere ervaring om een artisanaal brood te kopen bij een trendy, lokale bakker die daar in store verkoopt dan een fabrieksbrood in een met tl verlichte supermarkt. Vergelijk het met de vervreemding van arbeid in Das Kapital van Karl Marx, alleen gaat het nu over vervreemding van het product. Consumenten van de nieuwe elite willen weten: waar komt dit vandaan en hoe is het gemaakt?”

Uw beschrijvingen van de strevende klasse zijn ook een karikatuur van onze tijd. Heeft het gedrag van de hedendaagse elite een schaduwzijde?

„Tot op zekere hoogte is er niks aan de hand: het gaat om mensen die weldoordachte beslissingen nemen over hun lifestyle, die ook nog eens goed zijn voor het milieu. Maar hun gedrag leidt er tegelijkertijd toe dat ze zich niet bewust zijn, of lijken te zijn, van de echte problemen in de wereld. Terwijl ze juist onderdeel zijn van het ongelijkheidsprobleem in mijn eigen land, maar ook in andere landen.”

Hoe bedoelt u dat?

„De leden van deze klasse reproduceren hun bevoorrechte plek. Ze hebben het bewustzijn en het inkomen voor beslissingen die de kans op succes van hun kinderen vergroten. Ze doen hun kinderen van jongs af aan op muziekles, ze nemen ze mee op verre reizen, laten hen in aanraking komen met sporten. Zo beschikken ook die kinderen weer over een heel pakket aan cultureel kapitaal, waarmee ze vervolgens hun toelatingsessay voor een topuniversiteit kunnen schrijven.

Van wereldvreemde latte drinkers tot verbroederende wijn. Hoe zit het met de drinkende elite in het buitenland?

„Of neem borstvoeding. In sommige Amerikaanse kringen wordt melkpoeder verketterd. Maar het is een luxe om borstvoeding te kunnen geven – dat lukt een moeder die van twee banen probeert rond te komen niet. In mijn boek beschrijf ik een studie van de sociologe Caitlin Daniel over de relatie tussen de sociaal-economische positie van ouders en het eten dat zij hun kinderen voorschotelen. Moeders die hun kleine kind wilde zalm en groente proberen te laten eten, hebben de luxe om dat te doen. Ze kijken neer op de moeder die met haar kind naar de McDonald’s gaat. Maar die moeder heeft maar geld voor één maaltijd: en van McDonald’s weet zij zeker dat haar kind het eet. Er is geen geld voor ander eten als haar kind het op de grond gooit.”

Het gaat tegenwoordig vaak over de tegenstelling tussen een kosmopolitische elite en de gewone man. Hoe past de strevende klasse hierin?

„Bij deze klasse gaat het om een insiders game: exclusiviteit op cultureel gebied. Veel keuzes van de strevende klasse zijn impliciet morele, zelfgenoegzame keuzes. Als jij die keuzes maakt, en dus het juiste doet, zie je de mensen die dat niet doen als onverschillig. Die mensen voelen zich vervolgens buitengesloten.”

Behoort u zelf tot de nieuwe elite?

„Ik zou liegen als ik zei dat ik niet meedoe aan waar ik over schrijf. Ik haal biologische boodschappen, ik doe aan pilates en ik hecht aan de opleiding van mijn kind, dat trouwens op pianoles zit. De beweegredenen zijn niet per se slecht, maar ik ben mij er wel meer bewust van geworden. Ik heb veel meer sympathie gekregen voor mensen die geen deel kunnen uitmaken van de nieuwe elite. Ik geef meer geld aan goede doelen en doneer speelgoed of eten. En ik oordeel niet meer zo snel, als een vrouw geen borstvoeding aan haar kind geeft.”